Stb. 2010, 225, datum inwerkingtreding 01-07-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
1 Aan de rechterlijk ambtenaar, die is aangesteld of aangewezen voor een al dan niet
volledige arbeidsduur, of rechterlijk ambtenaar in opleiding wordt, als tegemoetkoming
in de algemene kosten die aan de vervulling van het ambt zijn verbonden, een algemene
onkostenvergoeding toegekend.
2 In afwijking van het eerste lid heeft de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar
in opleiding in geval van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens
ziekte, na ommekomst van het kalenderjaar volgend op dat waarin de ongeschiktheid
is aangevangen, geen aanspraak op een algemene onkostenvergoeding.
3 De algemene onkostenvergoeding wordt per kalendermaand berekend en uitbetaald.
4 Indien een aanspraak op een algemene onkostenvergoeding ontstaat op een andere dag
dan de eerste dag van een kalendermaand, wordt zij gelijkgesteld met een aanspraak
die is ontstaan op de eerste dag van die kalendermaand.
5 Onze Minister stelt regels ten aanzien van de hoogte van de algemene onkostenvergoeding.
Stb. 2010, 225, datum inwerkingtreding 01-07-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
1 Aan de rechterlijk ambtenaar, die is aangesteld of aangewezen voor een al dan niet
volledige arbeidsduur, of rechterlijk ambtenaar in opleiding wordt, als tegemoetkoming
in de algemene kosten die aan de vervulling van het ambt zijn verbonden, een algemene
onkostenvergoeding toegekend.
2 In afwijking van het eerste lid heeft de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar
in opleiding in geval van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens
ziekte, na ommekomst van het kalenderjaar volgend op dat waarin de ongeschiktheid
is aangevangen, geen aanspraak op een algemene onkostenvergoeding.
3 De algemene onkostenvergoeding wordt per kalendermaand berekend en uitbetaald.
4 Indien een aanspraak op een algemene onkostenvergoeding ontstaat op een andere dag
dan de eerste dag van een kalendermaand, wordt zij gelijkgesteld met een aanspraak
die is ontstaan op de eerste dag van die kalendermaand.
5 Onze Minister stelt regels ten aanzien van de hoogte van de algemene onkostenvergoeding.
Stb. 2010, 225, datum inwerkingtreding 01-07-2010, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
1 Aan de rechterlijk ambtenaar, die is aangesteld of aangewezen voor een al dan niet
volledige arbeidsduur, of rechterlijk ambtenaar in opleiding wordt, als tegemoetkoming
in de algemene kosten die aan de vervulling van het ambt zijn verbonden, een algemene
onkostenvergoeding toegekend.
2 In afwijking van het eerste lid heeft de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar
in opleiding in geval van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens
ziekte, na ommekomst van het kalenderjaar volgend op dat waarin de ongeschiktheid
is aangevangen, geen aanspraak op een algemene onkostenvergoeding.
3 De algemene onkostenvergoeding wordt per kalendermaand berekend en uitbetaald.
4 Indien een aanspraak op een algemene onkostenvergoeding ontstaat op een andere dag
dan de eerste dag van een kalendermaand, wordt zij gelijkgesteld met een aanspraak
die is ontstaan op de eerste dag van die kalendermaand.
5 Onze Minister stelt regels ten aanzien van de hoogte van de algemene onkostenvergoeding.
Stb. 2011, 25, datum inwerkingtreding 11-02-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
2 De rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding heeft, wanneer aan
hem buitengewoon verlof, al dan niet met behoud van bezoldiging, voor zijn volledige
arbeidsduur is verleend voor de periode van ten minste een maand, in afwijking van
het eerste lid, gedurende de periode van het buitengewoon verlof geen aanspraak op
een algemene onkostenvergoeding.
Stb. 2011, 25, datum inwerkingtreding 11-02-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
2 De rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding heeft, wanneer aan
hem buitengewoon verlof, al dan niet met behoud van bezoldiging, voor zijn volledige
arbeidsduur is verleend voor de periode van ten minste een maand, in afwijking van
het eerste lid, gedurende de periode van het buitengewoon verlof geen aanspraak op
een algemene onkostenvergoeding.
Stb. 2011, 25, datum inwerkingtreding 11-02-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
2 De rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding heeft, wanneer aan
hem buitengewoon verlof, al dan niet met behoud van bezoldiging, voor zijn volledige
arbeidsduur is verleend voor de periode van ten minste een maand, in afwijking van
het eerste lid, gedurende de periode van het buitengewoon verlof geen aanspraak op
een algemene onkostenvergoeding.