Bijlage Formulier voor het afleggen van de eed of belofte
Door de rechterlijk ambtenaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet op de Rechterlijke Organisatie
Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle overige wetten van ons land zal eerbiedigen;
Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk onder welke naam of voorwendsel,
tot het verkrijgen van mijn aanstelling, aan iemand iets heb gegeven of beloofd, noch
zal geven of beloven;
Ik zweer/verklaar dat ik nimmer enige giften of geschenken zal aannemen van enig persoon
van wie ik weet of vermoed enig rechtsgeding te hebben of te kunnen krijgen,
Ik zweer/beloof dat ik mijn ambt met eerlijkheid, nauwgezetheid en onzijdigheid, zonder
aanzien van personen, zal uitoefenen en mij in deze uitoefening zal gedragen zoals
een goed rechterlijk ambtenaar betaamt.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!
Op .................... , werd te ....................
ten overstaan van (1) .................... , en
door (2) ....................
de bovenvermelde eed/belofte afgelegd.
de ....................
(1) ....................
(2) ....................
Krachtens de wet is de rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast, verplicht tot
geheimhouding van hetgeen in de raadkamer over aanhangige zaken is geuit. Daarbij
is de rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast verplicht tot geheimhouding van
de gegevens waarover hij bij de uitoefening van zijn taak de beschikking krijgt en
waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, behoudens
zover enig wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak
tot mededeling voortvloeit.