Wet van 25 maart 1994, houdende regels ten behoeve van de openluchtrecreatie
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, mede ter uitvoering van
artikel 22, derde lid, van de Grondwet, regels te stellen ten behoeve van de openluchtrecreatie,
alsmede, in het kader van het regeringsstreven naar vermindering en vereenvoudiging
van overheidsregelingen, de wettelijke regelen inzake het kamperen te herzien;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: