-
a. het in het kader van de toelating tot het verkeer op de weg verlenen van typegoedkeuringen
voor voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming
van weggebruikers en passagiers, en van individuele goedkeuringen voor voertuigen,
alsmede het intrekken van typegoedkeuringen en het verrichten van keuringen ingevolge
artikel 29,
-
b. het houden van toezicht op het overeenstemmen van voertuigen, voertuigonderdelen,
uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers
met het type waarvoor de goedkeuring is verleend,
-
c. het opgeven van kentekens voor motorrijtuigen en aanhangwagens en het ter zake van
die opgaven afgeven van kentekenbewijzen, het schorsen van de geldigheid van kentekenbewijzen,
het ongeldigverklaren van kentekenbewijzen, alsmede het houden van toezicht als bedoeld
in artikel 37, vierde lid,
-
d. het afgeven van keuringsrapporten voor motorrijtuigen en aanhangwagens,
-
e. het behandelen van bezwaren tegen afgegeven keuringsrapporten,
-
f. het in het kader van de toelating tot het verkeer op de weg verlenen van goedkeuringen
voor motorrijtuigen en aanhangwagens waarvan de constructie is gewijzigd dan wel waarvan
het kentekenbewijs is ingevorderd,
-
g. het afgeven van rijbewijzen in de gevallen, bedoeld in artikel 116, eerste lid, alsmede het ongeldigverklaren van rijbewijzen in de in deze wet bepaalde gevallen,
-
h. het verwerken van gegevens met betrekking tot opgegeven kentekens, afgegeven kentekenbewijzen,
afgegeven keuringsrapporten, krachtens artikel 149a verleende ontheffingen en afgegeven rijbewijzen, alsmede met betrekking tot rechterlijke
uitspraken houdende ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen,
-
i. het overeenkomstig de bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen verstrekken
van gegevens uit de in onderdeel h bedoelde registers,
-
j. het verlenen van erkenningen als bedoeld in de artikelen 62, 70a, 83 en 101, en het verlenen van de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen als
bedoeld in artikel 85a alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken van erkenningen en van de bevoegdheid
voertuigen aan een keuring te onderwerpen,
-
k. het houden van toezicht op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit
de in onderdeel j bedoelde erkenningen en van de bevoegdheid voertuigen aan een keuring
te onderwerpen,
-
l. het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 149a,
-
m. het opsporen van bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten, voor zover de
ambtenaren van de Dienst Wegverkeer daarmee ingevolge artikel 159 zijn belast, en
-
n. het met inachtneming van het bepaalde inartikel 4q vaststellen van de tarieven, bedoeld in de artikelen 22, eerste lid, 23, tweede lid, 26, eerste lid, 29, tweede lid, 37, vierde lid, 44, eerste lid, 48, eerste lid, 55, eerste lid, 63, eerste lid, 64, tweede lid, 67, eerste lid, 70, tweede lid, 70d, eerste lid, 70e, tweede lid, 75, eerste lid, 80, eerste lid, 84, eerste lid, 86, vijfde lid, 90, vierde lid, 91, vierde lid, 99, eerste lid, 101, eerste lid, 102, tweede lid, 106, eerste lid, 111, vijfde lid, 128, eerste lid, 144, eerste lid, en 149a, vierde lid alsmede het vaststellen van de wijze van betaling van deze tarieven,
-
o. het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot de productie van rijbewijzen, de
aflevering ervan en het beheer van de daartoe benodigde voorzieningen;
-
p. het attenderen van houders van een rijbewijs op het verloop van de geldigheidsduur.