|
Categorie-indeling B:
|
|
|
|
1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen
voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;
|
|
|
|
2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;
|
|
|
|
3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;
|
|
|
|
4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;
|
|
|
|
5. Voetgangers;
|
|
|
|
6. Overige weggebruikers;
|
|
|
|
7. Schippers;
|
|
|
|
8. Een ieder.
|
|
|
|
|
|
|
|
Nummers K 005 – K 175: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) en Reglement rijbewijzen (RR)
|
|
|
|
|
|
|
K 005
|
als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl krachtens de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften de inlevering van het rijbewijs is gevorderd dan
wel het rijbewijs is ingenomen
|
9 lid 7 WVW 1994
|
1/2
|
|
|
|
|
|
als bestuurder van een motorrijtuig rijden, terwijl het kentekenbewijs is ingevorderd
|
36 lid 3 onder c WVW 1994
|
|
K 020 a
|
– na deugdelijk herstel
|
|
1/2
|
|
|
|
|
|
als bestuurder beneden de 16 jaar een motorrijtuig besturen, zijnde
|
110 lid 1 WVW 1994 jo. artikel 5 lid 1 onder b RR
|
|
K 070 a
|
– een bromfiets
|
|
3
|
K 070 b
|
– een gehandicaptenvoertuig
|
|
3
|
K 070 c
|
– een landbouwtrekker
|
|
1
|
K 070 d
|
– een motorrijtuig met beperkte snelheid (niet zijnde een stoom- of motorwals)
|
|
1
|
K 145 b
|
als bestuurder handelen in strijd met een of meer aan een ontheffing verbonden voorschriften
betreffende de lengte/breedte/hoogte/massa en/of begeleiding
|
150 lid 2 WVW 1994
|
1
|
K 160 a
|
als bestuurder, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW
1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen
|
160 lid 6 WVW 1994
|
1/2/3/4/6
|
K 160 b
|
als bestuurder van een voertuig in het kader van het beroepsgoederenvervoer of personenvervoer,
die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld
voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen
|
160 lid 6 WVW 1994
|
1
|
|
|
|
|
|
Categorie-indeling A (Voertuigreglement)
|
|
|
|
2. Personenauto's;
|
|
|
|
3. Bedrijfsauto's;
|
|
|
|
4. Motorfietsen;
|
|
|
|
5. Driewielige motorrijtuigen;
|
|
|
|
6. Bromfietsen;
|
|
|
|
7. Motorrijtuigen met beperkte snelheid;
|
|
|
|
8. Landbouwtrekkers;
|
|
|
|
9. Fietsen;
|
|
|
|
10. Gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor
en voorzien van een gesloten carrosserie;
|
|
|
|
11. Gehandicaptenvoertuigen uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een
gesloten carrosserie;
|
|
|
|
12. Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's,
bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;
|
|
|
|
13. Aanhangwagens met toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's,
bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;
|
|
|
|
14. Aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid;
|
|
|
|
15. Aanhangwagens achter motorfietsen (15a) of bromfietsen (15b);
|
|
|
|
16. Aanhangwagens achter fietsen op twee wielen;
|
|
|
|
17. Wagens.
|
|
|
|
|
|
|
|
Nummers N 150 b – P 351 e: Voertuigreglement (VR)
|
|
|
|
|
|
|
N 150 b
|
dan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl het na 31-12-1987 in gebruik
genomen voertuig, met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg niet is
voorzien van een snelheidsbegrenzer
|
5.3.15 VR
|
3
|
N 150 c
|
dan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de na 31-12-1987 in gebruik
genomen bus met een toegestane maximum massa van meer dan 10 000 kg niet is voorzien
van een snelheidsbegrenzer
|
5.3.15 VR
|
3
|
N 150 d
|
dan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de snelheidsbegrenzer
niet aan de eisen voldoet. Wat betreft een bedrijfsauto bestemd voor het vervoer van
goederen niet meer dan 90 km/h en wat betreft een bus maximaal 100km/h.
|
5.3.15 VR
|
3
|
|
|
|
|
|
niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 particulier gebruik)
de vermindering bedraagt
|
5.2.38, 5.4.38, 5.5.38 en 5.12.38 VR
|
|
N 381 e
|
– meer dan 2,0 m/s2
|
|
2/4/5/12
|
|
|
|
|
|
niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik)
de vermindering bedraagt
|
5.2.38, 5.4.38, 5.5.38 en 5.12.38 VR
|
|
N 381 g
|
– 0,51 t/m 1,0 m/s2
|
|
3/12
|
N 381 h
|
– 1,01 t/m 1,5 m/s2
|
|
3/12
|
N 381 i
|
–1,51 t/m 2,0 m/s2
|
|
3/12
|
N 381 j
|
– meer dan 2,0 m/s2
|
|
3/12
|
|
|
|
|
|
de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding
|
5.18.11 VR
|
|
P 111 c
|
van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m
|
|
2/3/5/7/8
|
P 111 d
|
van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m
|
|
2/3/5/7/8
|
|
|
|
|
|
de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde
een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, langer dan 20 meter:
|
5.18.13 VR
|
|
P 130 k
|
van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m
|
|
3/12
|
P 130 l
|
van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m
|
|
3/12
|
|
|
|
|
|
de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig
uitsteekt en/of de vereiste stootbalk meer dan 0,60 meter van de uiterste achterzijde
is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding
|
5.18.12 en 5.18.21 VR
|
|
P 121 c
|
van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m
|
|
3/12
|
P 121 d
|
van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m
|
|
3/12
|
|
|
|
|
|
de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig
uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding
|
5.18.13 en 5.18.21 VR
|
|
P 131 c
|
van meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m
|
|
3/12
|
P 131 d
|
van meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m
|
|
3/12
|
|
|
|
|
|
de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane
maximum massa van meer dan 12 000 kg meer bedraagt dan de som van aslasten van het
trekkend motorrijtuig
|
5.18.31 VR
|
|
P 310 c
|
– meer dan 50%
|
|
12
|
P 310 d
|
– meer dan 75%
|
|
12
|
|
|
|
|
|
niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel,
de vermindering bedraagt
|
5.18.35 lid 1 VR
|
|
P 350 e
|
– meer dan 2,0 m/s2
|
|
2/4/5
|
|
|
|
|
|
niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel
de, vermindering bedraagt
|
5.18.35 lid 1 VR
|
|
P 350 g
|
– 0,51 t/m 1,0 m/s2
|
|
3
|
P 350 h
|
– 1,01 t/m 1,5 m/s2
|
|
3
|
P 350 i
|
– 1,51 t/m 2,0 m/s2
|
|
3
|
P 350 j
|
– meer dan 2,0 m/s2
|
|
3
|
|
|
|
|
|
de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig,
de vermindering bedraagt
|
5.18.35 lid 2 VR
|
|
P 351 e
|
– meer dan 2,0 m/s2
|
|
7/8
|
|
Nummers K 800 – K 825: Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM 1993)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Categorie-indeling B:
|
|
|
|
1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen
voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;
|
|
|
|
2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;
|
|
|
|
3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;
|
|
|
|
4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;
|
|
|
|
5. Voetgangers;
|
|
|
|
6. Overige weggebruikers;
|
|
|
|
7. Schippers;
|
|
|
|
8. Een ieder.
|
|
|
|
|
|
|
K 800
|
rijonderricht geven zonder in het bezit te zijn van het vereiste certificaat (particulier)
|
7 lid 1 WRM 1993
|
8
|
|
|
|
|
|
rijonderricht geven terwijl het certificaat:
|
|
|
K 810 a
|
– niet geldig is voor het rijonderricht dat wordt gegeven
|
7 lid 2 onder a WRM 1993
|
8
|
K 810 b
|
– niet voldoet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering
|
7 lid 2 onder b WRM 1993
|
8
|
K 810 c
|
– niet behoorlijk leesbaar is
|
7 lid 2 onder c WRM 1993
|
8
|
|
|
|
|
|
als houder niet (tijdig) inleveren van een ongeldig verklaard certificaat voor
|
|
|
K 815 a
|
– rijonderricht
|
15 lid 4 WRM 1993
|
8
|
K 815 b
|
– vakbekwaamheid
|
22 lid 5 WRM 1993
|
8
|
K 820
|
het certificaat niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven
|
24 WRM 1993
|
8
|
K 825
|
het instructeurbewijs, dan wel het bewijs van ontheffing niet op eerste vordering
behoorlijk ter inzage afgegeven
|
28 WRM 1993
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers S 015 – S 020: Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
|
|
|
|
|
|
|
|
Categorie-indeling C: (maximumsnelheid)
|
|
|
|
1. Motorvoertuigen (uitgezonderd categorie 2: vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen
met aanhangwagen) en brommobielen;
|
|
|
|
2. Vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen;
|
|
|
|
3. Bromfietsen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor;
|
|
|
|
4. Landbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid.
|
|
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK 2. Verkeersregels
|
|
|
|
|
|
|
|
VIII. Maximumsnelheid
|
|
|
|
|
|
|
|
a. Algemeen
|
|
|
|
|
|
|
|
als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. De gedraging/overtreding
is geconstateerd met behulp van het Videocontrole systeem (VCS) bij snelheden van
meer dan 80km/u tot en met 100 km/u, waarbij de onderlinge afstand tussen de voertuigen
overeenkomt met een tijd van:
|
|
|
S 015 a
|
– minder dan 0,5 seconde tot en met 0,4 seconde
|
|
1/2
|
S 015 b
|
–minder dan 0,4 seconde tot en met 0,3 seconde
|
|
1/2
|
S 015 c
|
– minder dan 0,3 seconde tot en met 0,2 seconde
|
|
1/2
|
S 015 d
|
– minder dan 0,2 seconde
|
|
1/2
|
|
|
|
|
|
als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. De gedraging/overtreding
is geconstateerd met behulp van het Videocontrole systeem (VCS) bij snelheden van
meer dan 100 km/u tot en met 120 km/u. waarbij de onderlinge afstand tussen de voertuigen
overeenkomt met een tijd van:
|
|
|
S 020 a
|
–minder dan 0,5 seconde tot en met 0,4 seconde
|
|
1/2
|
S 020 b
|
– minder dan 0,4 seconde tot en met 0,3 seconde
|
|
1/2
|
S 020 c
|
– minder dan 0,3 seconde tot en met 0,2 seconde
|
|
1
|
|
Nummers R 412 – R 630 Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990)
|
|
|
|
|
|
|
|
Categorie-indeling B:
|
|
|
|
1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen
voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;
|
|
|
|
2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;
|
|
|
|
3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;
|
|
|
|
4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;
|
|
|
|
5. Voetgangers;
|
|
|
|
6. Overige weggebruikers;
|
|
|
|
7. Schippers;
|
|
|
|
8. Een ieder.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2. Verkeersregels
|
|
|
|
|
|
|
|
XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen
|
|
|
R 412
|
een (brom)fiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het
bevoegde gezag aangewezen plaatsen
|
27 RVV 1990
|
3/4
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3. Verkeerstekens
|
|
|
|
|
|
|
|
II. Verkeersborden
|
|
|
R 587
|
een (brom)fiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen)
|
62 jo. bord E3 RVV 1990
|
3/4
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4. Aanwijzingen
|
|
|
|
|
|
|
|
als weggebruiker niet
|
|
|
R 627 a
|
–opvolgen van de in de Bijlage II vastgestelde aanwijzing om te stoppen, gegeven door
daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersbrigadiers
|
82 lid 1 jo. 82 lid 3 ivm Bijlage II RVV 1990
|
1/2/3/4/6
|
R 627 b
|
– stoppen voor een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV
1990, dan wel een rode lamp, dan wel een rode vlag, gegeven door een begeleider van
een railvoertuig
|
82 lid 4 RVV 1990
|
1/2/3/4/5/6
|
|
|
|
|
|
als weggebruiker niet opvolgen van de in de Bijlage II RVV 1990 vastgestelde aanwijzingen
|
|
|
R 630 b
|
– gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersregelaar
|
82 lid 1 ivm Bijlage II RVV 1990
|
1/2/3/4/5/6
|
|
|
|
|
|
Categorie-indeling E (Scheepvaartwetgeving)
|
|
|
|
1. (gezagvoerende) schippers;
|
|
|
|
2. Bestuurder;
|
|
|
|
3. Bemanningslid;
|
|
|
|
4. Waterskier;
|
|
|
|
5. Werkgever;
|
|
|
|
6. Exploitant;
|
|
|
|
7. Eigenaar of houder;
|
|
|
|
8. Een ieder.
|
|
|
|
|
|
|
|
Nummers W 065 – W 166: Binnenvaartpolitiereglement (BPR) Plaatselijke verordeningen
(Pl.V)
|
|
|
|
|
|
|
|
als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 20 km/uur, waar dat verboden
is en wel een overschrijding van
|
6.02 lid 3 BPR
|
|
W 065
|
tot 6 km/uur
|
|
1
|
W 066
|
6 tot 15 km/uur
|
|
1
|
W 067
|
15 tot 25 km/uur
|
|
1
|
W 068
|
25 tot 35 km/uur
|
|
1
|
W 069
|
35 km/uur of meer
|
|
1
|
|
|
|
|
|
als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan, en wel een overschrijding
van
|
5.01 BPR i.v.m. verkeersteken B6 of bekendmaking met zelfde strekking 13 BABS
|
|
W 075
|
tot 6 km/uur
|
1
|
W 076
|
6 tot 15 km/uur
|
|
1
|
W 077
|
15 tot 25 km/uur
|
|
1
|
W 078
|
25 tot 35 km/uur
|
|
1
|
W 079
|
35 km/uur of meer
|
|
1
|
|
als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan en wel een overschrijding
van
|
Plaatselijke regeling
|
|
W 095
|
tot 6 km/uur
|
|
1
|
W 096
|
6 tot 15 km/uur
|
|
1
|
W 097
|
15 tot 25 km/uur
|
|
1
|
W 098
|
25 tot 35 km/uur
|
|
1
|
W 099
|
35 km/uur of meer
|
|
1
|
|
|
|
|
|
Overige
|
|
|
W 150
|
als schipper van een schip varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon
die de voorgeschreven leeftijd heeft bereikt
|
1.09 lid 1 BPR
|
1
|
W 152
|
als schipper van een snelle motorboot varen terwijl het sturen niet wordt verricht
door een persoon van tenminste 18 jaar
|
1.09 lid 4 BPR
|
1
|
W 156
|
als schipper van een schip varen terwijl niet aan boord is een bijgewerkt exemplaar
van het Binnenvaartpolitiereglement
|
1.11 BPR
|
1
|
|
|
|
|
|
als schipper van een schip bij het meren of verhalen gebruik maken van
|
|
|
W 158 a
|
– verkeerstekens
|
1.13 lid 1 BPR
|
1
|
W 158 b
|
– andere voorwerpen dan die daarvoor bestemd zijn
|
7.04 lid 3 BPR
|
1
|
W 160
|
als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een voor de doorgaande vaart bestemd
gedeelte van de vaarweg
|
9.05 BPR
|
1
|
W 162
|
als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een gedeelte van de vaarweg waar
dit verboden is
|
Plaatselijke regeling
|
1
|
|
|
|
|
|
als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet
zijn aangebracht
|
|
|
W 164 a
|
– schip
|
2.01 BPR
|
1
|
W 164 b
|
– klein schip
|
2.02 BPR
|
1
|
|
|
|
|
|
als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet
op de voorgeschreven wijze zijn aangebracht
|
|
|
W 166 a
|
– schip
|
2.01 BPR
|
1
|
W 166 b
|
– klein schip
|
2.02 BPR
|
1
|
|
|
|
|
W 170
|
als schipper varen in strijd met een duidelijk zichtbaar geplaatst en voor hem geldend
verbodsteken als bedoeld onder A.1 van de bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement
|
6.08 onder 2 BPR
|
1
|
|
|
|
|
|
Nummers W 300 – W 305 Binnenschepenwet (BSW)
|
|
|
|
|
|
|
|
als schipper van een schip op binnenwateren varen zonder dat hij is voorzien van een
geldig
|
46 BSW jo. 16 BSW
|
|
W 300 b
|
– klein vaarbewijs
|
|
1
|
W 305
|
als schipper niet op eerste vordering een geldig vaarbewijs of een het vaarbewijs
vervangend document behoorlijk ter inzage afgeven
|
52a BSW
|
1
|
|
|
|
|
|
Nummers W 420 – W 485: Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (WVBB), het
Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (BVBB), Besluit Rijnvaartpolitiereglement
1995 (BRPR 1995), Reglement onderzoek schepen op de Rijn (ROSR) en Arbeidstijdenbesluit
vervoer (ATBvv)
|
|
|
|
|
|
|
|
Wisseling van de exploitatiewijze
|
|
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid
bij een wisseling van de exploitatiewijze de volledige rusttijd heeft genoten (per
bemanningslid)
|
7 BVBB jo. 5 ATBvv/23.07 ROSR
|
|
W 420 a
|
– 1 uur
|
|
1/5
|
W 420 b
|
– 2 uren
|
|
1/5
|
W 420 c
|
– 3 uren
|
|
1/5
|
W 420 d
|
– 4 uren
|
|
1/5
|
|
|
|
|
|
Dagvaart
|
|
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid
de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)
|
5 BVBB jo 5 ATBvv/23.06 ROSR
|
|
W 425 a
|
– 1 uur
|
|
1/5
|
W 425 b
|
– 2 uren
|
|
1/5
|
W 425 c
|
– 3 uren
|
|
1/5
|
W 425 d
|
– 4 uren
|
|
1/5
|
|
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart
tussen 22.00 uur en 06.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)
|
10 lid 1 BVBB/23.05 ROSR
|
|
W 435 a
|
– 1 uur
|
|
1/5
|
W 435 b
|
– 2 uren
|
|
1/5
|
W 435 c
|
– 3 uren
|
|
1/5
|
W 435 d
|
– 4 uren
|
|
1/5
|
|
|
|
|
|
Semi-continuvaart
|
|
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid
de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)
|
5 BVBB jo.5 ATBvv/23.06 ROSR
|
|
W 440 a
|
– 1 uur
|
|
1/5
|
W 440 b
|
– 2 uren
|
|
1/5
|
W 440 c
|
– 3 uren
|
|
1/5
|
W 440 d
|
– 4 uren
|
|
1/5
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart
tussen 23.00 uur en 05.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)
|
10 lid 2 BVBB/23.05 ROSR
|
|
W 445 a
|
– 1 uur
|
|
1/5
|
W 445 b
|
– 2 uren
|
|
1/5
|
W 445 c
|
– 3 uren
|
|
1/5
|
W 445 d
|
– 4 uren
|
|
1/5
|
|
|
|
|
|
Continuvaart
|
|
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid
de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)
|
5BVBB jo 5 ATBvv/23.6 ROSR
|
|
W 450 a
|
– 1 uur
|
|
1/5
|
W 450 b
|
– 2 uren
|
|
1/5
|
W 450 c
|
– 3 uren
|
|
1/5
|
W 450 d
|
– 4 uren
|
|
1/5
|
|
|
|
|
|
Minimumbemanning
|
|
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen
dat, tijdens de vaart de minimumbemanning zich voortdurend aan boord bevindt, bij
het ontbreken van
|
15 lid 1 BVBB/23.01 ROSR
|
|
W 455 a
|
– 1 bemanningslid
|
|
1/5
|
W 455 b
|
– 2 bemanningsleden
|
|
1/5
|
|
|
|
|
|
Bescheiden
|
|
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de schipper
in het bezit is van een Grootpatent, een vaarbewijs, dan wel een bewijs van bekwaamheid
voor de binnenvaart
|
|
|
W 460 a
|
– binnenvaart
|
18 onder a BVBB/23.04 lid 5.1 ROSR
|
1/5
|
W 460 b
|
– zeescheepvaart op binnenwateren
|
29 onder b BVBB/20.03 ivm 23.04 lid 5.1 ROSR
|
1/5
|
W 465
|
als gezagvoerend schipper/bemanningslid varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben
gedragen dat het betrokken bemanningslid in het bezit is van een dienstboekje
|
24 lid 1 BVBB/23.04 lid 1 ROSR
|
1/3/5
|
W 470
|
als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat een vaartijdenboek aan boord
van het schip aanwezig is
|
25 BVBB/23.08 ROSR
|
1
|
W 472
|
als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet in de stuurhut aanwezig hebben
|
27 lid 5 BVBB
|
1
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet dan wel niet op de juiste wijze
bijhouden over een periode van:
|
27 lid 1, 2 en 3 BVBB/23.08 ROSR
|
|
W 475 a
|
– 1 dag
|
|
1
|
W 475 b
|
– 2 dagen
|
|
1
|
W 475 c
|
– 3 dagen
|
|
1
|
|
als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat het vorige ongeldige vaartijdenboek
aan boord wordt bewaard, gedurende een periode
|
27 lid 6 BVBB/23.08 lid 3 ROSR
|
|
W 480 a
|
– tot 1 week na de ingebruikname van het nieuwe vaartijdenboek
|
|
1
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat de registraties van de tachograaf
in chronologische volgorde aan boord worden bewaard, gedurende een periode
|
11 BVBB/23.08 lid 5 ROSR
|
|
W 485 a
|
– van 1 week na de laatste aantekening
|
|
1
|
|
|
|
|
|
Nummers W 500 – W 532: Binnenvaartpolitiereglement ( BPR) en plaatselijke verordeningen
|
|
|
|
|
|
|
|
Snelle motorboten
|
|
|
W 500
|
als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen of als eigenaar
of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat de motorboot is geregistreerd
|
1.0.2 lid 2 en 8.01 lid 1 BPR
|
1/7
|
W 502
|
als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen, terwijl deze wel
is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar of als eigenaar van een snelle
motorboot die wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar, geen zorg
hebben gedragen dat deze ten name van de eigenaar is geregistreerd
|
1.0.2.lid 2 en 8.05 jo 8.01 BPR
|
1/7
|
W 504
|
als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het
voorgeschreven registratieteken is aangebracht of als eigenaar of houder van een snelle
motorboot geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken
is aangebracht
|
1.0.2. lid 2 en 8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR
|
1/7
|
W 506
|
als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven
registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht of als eigenaar of
houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het voorgeschreven registratieteken
op de voorgeschreven wijze is aangebracht
|
1.0.2. lid 2 en 8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR
|
1/7
|
W 508
|
als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken
van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het
voorgeschreven registratieteken is aangebracht of als eigenaar of houder van een snelle
motorboot waarvoor qua constructie een registratieteken van 100x60x15 mm groot genoeg
is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht
|
1.02 lid 2 en 8.05 jo 8.02 lid 2 BPR
|
1/7
|
W 510
|
als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken
van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven
registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht of als eigenaar of
houder van een snelle motorboot waarvoor qua constructie een registratieteken van
100x60x15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven
registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht
|
1.0.2. lid 2 en 8.0.5. jo 8.02 lid 2 BPR
|
1/7
|
W 512
|
als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet aan boord hebben
of als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het
registratiebewijs aan boord is
|
1.02 en 8.05 jo.8.01 lid 2 BPR
|
1/7
|
W 514
|
als bestuurder van een snelle motorboot, die qua constructie niet veilig staande kan
worden bestuurd, tijdens het varen niet zitten op de bestuurderszitplaats
|
8.04 lid 1a BPR
|
2
|
W 516
|
als bestuurder van een snelle motorboot, deze staande besturen zonder een reddingsvest
te dragen
|
8.04 lid 5 BPR
|
2
|
W 518
|
als bestuurder van een snelle motorboot varen zonder gebruik te maken van de «dodemansknop»
|
8.04 lid 1b BPR
|
2
|
W 520
|
als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle
motorboot niet is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer
van uitlaatgassen of als eigenaar of houder van een snelle motorboot die deelneemt
aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijke
geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen
|
1.02 lid 2 en 8.05 jo 8.03 onder b BPR
|
1/7
|
W 522
|
als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle
motorboot niet is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken
van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot
stilstand komen of als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt
aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een technische
voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen
onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen(«dodemansknop»)
|
1.02 lid 2 en 8.05 jo 8.03 onder d BPR
|
1/7
|
W 524
|
als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle
motorboot niet is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat of als eigenaar of
houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben
gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat
|
1.02 lid 2 en 8.05 jo 8.03 onder f BPR
|
1/7
|
|
|
|
|
|
als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle
motorboot niet is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten
en/of drijfkussens of als eigenaar of houder van een snelle motorboot die deelneemt
aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een voor alle
opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens:
|
1.02 lid 2 en 8.05 jo. 8.03 onder e BPR
|
|
W 526 a
|
– bij ontbreken vanéé n
|
|
1/7
|
W 526 b
|
– bij ontbreken van twee
|
|
1/7
|
W 526 c
|
– bij ontbreken van drie
|
|
1/7
|
W 526 d
|
– bij ontbreken van vier
|
|
1/7
|
W 526 e
|
– bij ontbreken van vijf of meer
|
|
1/7
|
W 528
|
als schipper van een snelle motorboot doen waterskiën of op soortgelijke wijze van
de vaarweg gebruik doen maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is of als waterskier
waterskien of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik maken c.q. wanneer waterskien
verboden is.
|
8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR
|
1/4
|
W 530
|
als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder
dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een medeopvarende van tenminste 15 jaar
oud als uitkijk (geen uitkijk of aanwezige uitkijk jonger dan 12 jaar)
|
8.06 lid 2 BPR
|
2
|
W 532
|
als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder
dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een medeopvarende van tenminste 15 jaar
oud als uitkijk (aanwezige uitkijk tussen 12 – 15 jaar)
|
8.06 lid 2 BPR
|
2
|
|
|
|
|
|
Nummers H 002 – H 097: Wet Milieubeheer (Wm), de Model Algemene Plaatselijke verordening
( Model-APV) en de Model Afvalstoffenverordening (MAV)
|
|
|
|
|
|
|
|
Categorie-indeling B:
|
|
|
|
1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen
voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;
|
|
|
|
2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;
|
|
|
|
3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;
|
|
|
|
4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;
|
|
|
|
5. Voetgangers;
|
|
|
|
6. Overige weggebruikers;
|
|
|
|
7. Schippers;
|
|
|
|
8. Een ieder.
|
|
|
H 002
|
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van
het perceel is
|
Pl.V.
|
8
|
H 003
|
de voorgeschreven categorieën huishoudelijke afvalstoffen niet afzonderlijk ter inzameling
aanbieden
|
Pl.V.
|
8
|
H 004
|
huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen inzamelmiddel
|
Pl.V.
|
8
|
H 005
|
het inzamelmiddel voor andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen gebruiken, dan
waarvoor het bestemd is
|
Pl.V.
|
8
|
H 006
|
huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven plaatsen en wijzen aanbieden
|
Pl.V.
|
8
|
H 007
|
afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl
men niet de gebruiker van dat perceel is
|
Pl.V.
|
8
|
H 008
|
via een inzamelvoorziening op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen
aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd is
|
Pl.V.
|
8
|
H 009
|
huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening
op wijkniveau aanbieden
|
Pl.V.
|
8
|
H 010
|
via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke
afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd is
|
Pl.V.
|
8
|
H 011
|
huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal
of regionaal niveau aanbieden
|
Pl.V.
|
8
|
H 012
|
categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden,
niet op de voorgeschreven wijzen ter inzameling aanbieden
|
Pl.V.
|
8
|
H 013
|
huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling
aanbieden
|
Pl.V.
|
8
|
H 014
|
andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst
aanbieden
|
Pl.V.
|
8
|
H 015
|
niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden, de door B en W aangewezen
categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen
|
Pl.V.
|
8
|
H 016
|
afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreiden
|
Pl.V.
|
8
|
H 017
|
andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste
of voorgeschreven bakken
|
Pl.V.
|
8
|
H 018
|
afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren,
over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen
|
28.1 MAV
|
8
|
H 019
|
afvalstoffen op een zodanige plaats opslaan of opgeslagen houden dat deze vanaf een
voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn
|
29.1 MAV
|
8
|
H 020
|
afvalstoffen zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu
kan worden beïnvloed
|
30 MAV
|
8
|
|
|
|
|
|
als particulier afval, vuilnis of andere stoffen of voorwerpen buiten een daarvoor
bestemde verzamelplaats op of in de bodem plaatsen, te storten, te werpen, uit te
gieten, te laten vallen, te laten lopen of te houden, hetgeen
|
Pl.V.
|
|
H 096 a
|
– verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van een weg tot gevolg heeft
|
|
8
|
H 096 b
|
– aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu
|
|
8
|
H 097
|
als particulier huishoudelijk afval op de bodem werpen/laten vallen/laten lopen, waardoor
verontreiniging van de weg ontstaat
|
|
8
|
|
|
|
|
|
Autowrakken
|
|
|
H 106
|
een autowrak aanwezig hebben op een voor het publiek zichtbare plaats (verdachte is
verplicht het voertuig bij een legale verwerker af te leveren)
|
10.17 lid 1 Wm
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers H 161 – H 176: Vuurwerkbesluit (Vb)
|
|
|
|
|
|
|
H 161
|
vuurwerk voorhanden hebben dat niet voldoet aan de gestelde eisen (uitgezonderd handel)
|
1.2.2 Vb
|
|
H 161 a
|
–strijkers 1 t/m 100 stuks
|
|
8
|
H 161 b
|
– strijkers 101 t/m 300 stuks
|
|
8
|
H 166
|
vuurwerk is niet voorzien van de aanduiding: bestemd voor particulier gebruik (uitgezonderd
handel)
|
2.1.3 Vb
|
8
|
H 171
|
vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden (31–12 10.00 uur tot 01–01 02.00 uur)
|
2.3.6 Vb
|
8
|
H 176
|
als particulier vuurwerk voorhanden hebben buiten een inrichting als bedoeld in artikel
1.1.4, 2.2.1, 2.2.2 of 3.2.1 van het Vuurwerkbesluit (uitgezonderd handel)
|
1.2.4 lid 1 Vb
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers H 200 – H 205: Geluidhinder
|
|
|
H 200
|
rumoer of burengerucht verwekken waardoor de nachtrust kan worden verstoord
|
431 WvSr
|
8
|
H 205
|
als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen
verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidshinder
wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht
|
Pl.V.
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers H 300 – H 330: Plaatselijke verordeningen (PL.V)
|
|
|
H 300
|
zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op
voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken
dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of
aan de weg liggen
|
Pl.V.
|
8
|
H 305
|
zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken
in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen
|
Pl.V.
|
8
|
H 310
|
met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende,
van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook
|
Pl.V.
|
1/2/3/4/6
|
H 311
|
met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg
deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook
|
Pl.V.
|
1/2/3/4/6
|
H 315
|
roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit
niet is toegestaan
|
Pl.V.
|
8
|
|
het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben
|
Pl.V.
|
|
H 320 a
|
– het afbranden van slootkanten, bermen en/of talud
|
|
8
|
H 320 b
|
– overige situaties
|
|
8
|
|
|
|
|
|
als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze zich niet van uitwerpselen
ontdoet
|
Pl.V.
|
|
H 325 a
|
– op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers
|
|
8
|
H 325 b
|
– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats,
zandbak of speelweide
|
|
8
|
H 325 c
|
–op een andere dan door burgemeester en wethouders aangewezen plaats
|
|
8
|
|
|
|
|
H 330
|
met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan
wel een pleziervaartuig daar afmeren
|
Pl.V.
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummer H 425: Jachtwet
|
|
|
H 425
|
niet verhinderen dat de hond die onder zijn toezicht staat wild zoekt, bemachtigt
dan wel doodt op grond waar hij niet bevoegd is te jagen
|
25 JW
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummer H 710: Wet op de openluchtrecreatie (WodO)
|
|
|
H 710
|
voor recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden,
buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend
|
15 lid 1 WodO
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers D 515 – D 537: Boek 3 Wetboek van Strafrecht (WvSr)
|
|
|
D 515
|
door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam,
geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens
als ingezetene staat ingeschreven, of woon- of verblijfplaats opgeven
|
435, onder 4 WvSr
|
8
|
D 530
|
zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden
|
453 lid 1 WvSr
|
8
|
|
|
|
|
|
zonder daartoe gerechtigd te zijn zich bevinden:
|
460 WvSr
|
|
D 535 i
|
–op grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of ter bezaaiing, bepoting of beplanting
is gereedgemaakt
|
|
1/2/3/4/5/6/8
|
D 535 j
|
– gedurende de maanden mei tot en met oktober op enig wei- of hooiland
|
|
1/2/3/4/5/6/8
|
D 537
|
zonder daartoe gerechtigd te zijn zich te bevinden op eens anders grond, waarvan de
toegang hem op voor hem blijkbare wijze verboden is
|
461 WvSr
|
1/2/3/4/5/6/7/8
|
|
|
|
|
|
Nummers E 105 – E 146: Wet personenvervoer 2000 (WPV2000) Besluit personenvervoer
2000 (BPV2000), Spoorwegwet (SW) en Algemeen Reglement Vervoer (ARV)
|
|
|
|
|
|
|
E 105 b
|
met een bus of auto meer personen vervoeren dan wel deze bus of auto voor ander vervoer
gebruiken dan blijkens het kentekenbewijs is toegestaan.
|
81 lid 2 BPV 2000
|
8
|
E 105 c
|
openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer met een bus of auto verrichten
zonder aanduiding als bedoeld in artikel 28 derde lid van de Wegenverkeerswet 1994
op het kentekenbewijs
|
80 lid 1 BPV 2000
|
8
|
E 105 d
|
openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer met een bus of auto verrichten,
terwijl het keuringsbewijs als bedoeld in artikel 72 van de Wegenverkeerswet 1994
zijn geldigheid had verloren, omdat daaruit niet bleek dat werd voldaan aan de eisen,
als bedoeld in het derde lid, onder b, van artikel 80 van het Besluit personenvervoer
2000.
|
80 lid 2 BPV 2000 jo. 72 WVW 1994
|
8
|
E 106
|
geen vergunningsbewijs van de vervoerder aanwezig in bus of auto waarmee openbaar
vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer wordt verricht
|
16 lid 1 BPV 2000
|
8
|
E 110 a
|
een bus besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde
geneeskundige verklaring waaruit blijkt dat hij geen lichamelijke of geestelijke afwijkingen
heeft welke hem zouden kunnen beletten een bus naar behoren te besturen en dat hij
beschikt over voldoende gehoor- en gezichtsvermogen
|
74 lid 1 BPV 2000
|
1/8
|
E 110 c
|
als bestuurder van een bus geen geneeskundige verklaring bij zich hebben
|
74 lid 3 BPV 2000
|
1
|
E 112
|
als vervoerder taxivervoer heeft verricht zonder er voor zorg te dragen dat terstond
voor aanvang en na beëindiging van de rit volledig en naar waarheid een controledocument(
rittenstaat) wordt ingevuld
|
127 lid 1 onder d BPV 2000
|
8
|
|
|
|
|
|
als bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht:
|
75 lid 1 en lid 3 BPV 2000
|
|
E 113 a
|
– niet in het bezit zijn van een geldige, behoorlijk leesbare chauffeurspas
|
|
1/8
|
E 113 b
|
– de chauffeurspas niet bij zich hebben
|
|
1
|
E 113 c
|
– de chauffeurspas niet voor de reiziger zichtbaar aanwezig houden in de auto
|
|
1
|
|
|
|
|
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het
verhinderen of belemmeren van
|
72 WPV 2000 jo. 52a BPV 2000
|
|
E 120 a
|
– de bediening en het gebruik van voorzieningen
|
|
8
|
E 120 b
|
– de bediening en het gebruik van een vervoermiddel
|
|
8
|
E 120 c
|
– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder
|
|
8
|
|
|
|
|
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen
te gebruiken
|
72 WPV 2000 jo. 52b BPV 2000
|
|
E 121 a
|
– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn
|
|
8
|
E 121 b
|
– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze
|
|
8
|
|
|
|
|
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een
vervoermiddel te gebruiken
|
72 WPV 2000 jo. 52b BPV 2000
|
|
E 122 a
|
– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is
|
|
8
|
E 122 b
|
– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze
|
|
8
|
E 123
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door stoffen
of voorwerpen uit een vervoermiddel te werpen
|
72 WPV 2000 jo. 52c BPV 2000
|
8
|
|
|
|
|
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich
|
72 WPV 2000 jo. 52d BPV
|
|
E 124 a
|
– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden
|
|
8
|
E 124 b
|
– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden
|
|
8
|
E 125 a
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te
roken in, een gedeelte van, een vervoermiddel, waarvan de vervoerder heeft aangegeven
dat dit niet is toegestaan.
|
72 WPV 2000 jo. 52 i BPV 2000
|
8
|
E 125 b
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te
roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat
dit niet is toegestaan.
|
72 WPV 2000 jo 52 i BPV 2000
|
8
|
E 126
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich
te bevinden op een, gedeelte van een, station of halte op een tijdstip dat deze gesloten
dan wel niet toegankelijk is
|
72 WPV 2000 jo. 52 j BPV 2000
|
8
|
E 127
|
als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich
op een station of halte te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg
|
72 WPV 2000 jo. 52 k BPV 2000
|
8
|
E 128
|
als reiziger niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid
en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn
gemaakt
|
73 WPV 2000
|
8
|
|
|
|
|
|
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen
of belemmeren van
|
5 lid 1 jo. 5 lid 2a ARV
|
|
E 130 a
|
– de bediening en het gebruik van voorzieningen
|
|
8
|
E 130 b
|
– de bediening en het gebruik van een trein
|
|
8
|
E 130 c
|
– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder
|
|
8
|
|
|
|
|
|
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te
gebruiken
|
5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV
|
|
E 131 a
|
– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn
|
|
8
|
E 131 b
|
– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze
|
|
8
|
|
|
|
|
|
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een trein te gebruiken
|
5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV
|
|
E 132 a
|
– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is
|
|
8
|
E 132 b
|
– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze
|
|
8
|
|
|
|
|
|
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich
|
5 lid 1 jo. 5 lid 2d ARV
|
|
E 134 a
|
– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden
|
|
8
|
E 134 b
|
– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden
|
|
8
|
E 135
|
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een
gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is
toegestaan.
|
5 lid 1 jo. 5 lid 2i ARV
|
8
|
E 136
|
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden
op een, gedeelte van een, station op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk
is
|
5 lid 1 jo. 5 lid 2j ARV
|
8
|
E 137
|
de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station
te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg
|
5 lid 1 jo. 5 lid 2k ARV
|
8
|
E 138
|
het niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de
goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt
|
7 ARV
|
1/2/3/4/5/6/8
|
E 145
|
op of langs de spoorweg rijden of lopen
|
43 SW
|
1/2/3/4/5/6
|
E 146
|
paarden, vee of andere dieren op of langs de spoorweg te drijven of te laten lopen
|
44 SW
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummer E 161: Reglement op de Raccordementen (R.Rac)
|
|
|
|
|
|
|
|
bij een overweg, die niet in een voor het verkeer openstaande weg is gelegen,
|
|
|
E 161 a
|
– deze opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij
kan maken
|
12 lid 3 R.Rac
|
1/2/3/4/5/6
|
E 161 b
|
– een railvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten
|
12 lid 3 R.Rac
|
1/2/3/4/5/6
|
E 161 c
|
– deze opgaan, indien een verkeerslicht rood licht of rood knipperlicht toont, dan
wel een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, een
rode lamp of een rode vlag, wordt getoond
|
12 lid 4 R.Rac
|
1/2/3/4/5/6
|
|
|
|
|
|
Nummer E 320: Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
|
|
|
E 320 a
|
– niet voldoen aan vordering van toezichthouder
|
34 lid 1 onder a WAHV
|
8
|
E 320 b
|
– onjuiste gegevens opgeven, na vordering van toezichthouder
|
34 lid 1 onder b WAHV
|
8
|
E 320 c
|
– niet voldoen aan de vordering van de officier van justitie het rijbewijs op een
bepaalde tijd en aangewezen plaats in te leveren
|
34 lid 1 onder c WAHV
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers E 630 – E 670: Visserijwet 1963 (ViW) Besluit verbod gebruik van levende aasvis
(BLVA), Reglement voor de Binnenvisserij 1985 (RB), Reglement minimummaten en gesloten
tijden 1985 (RMGT) Reglement zee- en kustvisserij 1977 (RZK) en Beschikking visserij
visserijzone zeegebied en kustwateren (BVVZK)
|
|
|
|
|
|
|
|
Kustvisserij
|
|
|
|
|
|
|
|
Documenten
|
|
|
|
|
|
|
|
de kustvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op
het visrecht van dat water, met
|
7 lid 1 ViW
|
|
E 630 a
|
– meer dan twee hengels
|
|
8
|
|
|
|
|
|
de kustvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van
een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven:
|
55 lid 1 onder b ViW
|
|
E 632 a
|
– de vergunning (meer dan twee hengels)
|
|
8
|
E 632 b
|
– de vergunning (bij overige toegestane vistuigen)
|
|
8
|
|
|
|
|
|
Binnenvisserij
|
|
|
|
|
|
|
|
Documenten
|
|
|
|
|
|
|
|
de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige sportvisakte te kunnen tonen, met
|
10 lid 1 jo 10 lid 2 onder a ViW
|
|
E 640 a
|
–één of twee hengel(s)
|
|
8
|
E 640 b
|
– één peur
|
|
8
|
|
|
|
|
|
de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige grote visakte te kunnen tonen, met
|
10 lid 1 jo 10 lid 2 onder b ViW
|
|
E 642 a
|
– meer dan twee hengels
|
|
8
|
E 642 b
|
– andere toegestane vistuigen
|
|
8
|
|
|
|
|
|
de binnenvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende
op het visrecht van dat water, met:
|
21 lid 1 ViW
|
|
E 644 a
|
– één of twee hengel(s)
|
|
8
|
E 644 b
|
– één peur
|
|
8
|
E 644 c
|
– meer dan twee hengels
|
|
8
|
E 644 d
|
– andere toegestane vistuigen
|
|
8
|
|
|
|
|
|
de binnenvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering
van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven:
|
55 lid 1 onder b ViW
|
|
E 646 a
|
– de sportvisakte en/of de vergunning (bij één of twee hengel(s))
|
|
8
|
E 646 b
|
–de sportvisakte, de grote visakte en/of de vergunning (bij één peur of bij meer dan
twee hengels)
|
|
8
|
E 646 c
|
– de grote visakte en/of de vergunning (bij andere toegestane vistuigen)
|
|
8
|
|
Vistuigen
|
|
|
|
|
|
|
|
vissen met een toegestaan vistuig dat niet aan de vereiste voorwaarden voldoet, bij
|
4 RB
|
|
E 650 a
|
– 1 of 2 toegestane vistuigen
|
|
8
|
|
|
|
|
|
Gesloten tijden (visserij)
|
|
|
|
|
|
|
|
vissen in de periode van 1 april tot en met 31 mei met:
|
|
|
E 652 a
|
– een hengel geaasd met in die periode verboden aas
|
6 lid 1 onder a RB
|
8
|
E 652 b
|
– een staand net
|
6 lid 1 onder e RB
|
8
|
E 654
|
vissen tijdens de door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgestelde
periode, in een door hem aangewezen water
|
6 lid 3 RB
|
8
|
E 656
|
vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang
|
7 RB
|
8
|
|
|
|
|
|
IJsselmeer
|
|
|
E 658 a
|
de in het IJsselmeer gevangen baars en snoekbaars, niet onmiddellijk in het water
terugzetten, met dien verstande dat elke visser de hoeveelheid van 30 stuks baars
en 5 stuks snoekbaars mag behouden
|
8 lid 2 RB
|
8
|
|
|
|
|
|
Stuw/vispassage
|
|
|
E 660
|
vissen in de Neder-Rijn, de Maas, de Lek of de Overijsselsche Vecht binnen een afstand
van 75 m stroomafwaarts van een stuw, in een bij een stuw aangebrachte vispassage
of binnen een straal van 25 m voor de bovenmond van deze vispassage
|
9 RB
|
8
|
|
|
|
|
|
Voorhanden hebben
|
|
|
|
|
|
|
E 662 a
|
een vistuig voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater terwijl het
gebruik van dat vistuig in het betrokken water of op dat moment verboden is
|
10 lid 1 RB
|
8
|
|
|
|
|
|
het voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater, terwijl men niet
bevoegd (akte) of gerechtigd (vergunning) is in dat water te vissen, van
|
|
|
E 662 b
|
– één of twee hengel(s)
|
|
8
|
E 662 c
|
– één peur of meer dan twee hengels
|
|
8
|
E 662 d
|
– een ander toegestaan vistuig
|
|
8
|
|
|
|
|
|
Levend aas
|
|
|
E 664
|
bij het vissen in kust- of binnenwater levende vis als aas gebruiken
|
2c lid 2 ViW jo 2 BVLA
|
8
|
|
|
|
|
|
Minimummaten en gesloten tijden (vis)
|
|
|
E 666
|
ondermaatse vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in hetzelfde water
terugzetten
|
1 RMGT
|
8
|
E 668
|
vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald tijdens de voor die vissoort geldende
de gesloten tijd, weer in hetzelfde water terugzetten
|
2 RMGT
|
8
|
E 670
|
gerookte aal kleiner dan 25 cm in voorraad hebben, vervoeren, te koop aanbieden, vervreemden,
afleveren, bewerken of verwerken
|
4 RMGT
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers E 801 – E 836: Vreemdelingenwet 2000 (VrW) en Vreemdelingenbesluit 2000 (VB)
|
|
|
E 801
|
als vreemdeling die Nederland in- of uitreist zich niet begeven langs een doorlaatpost,
binnen de tijd dat deze is opengesteld, en zich niet aldaar vervoegen bij een ambtenaar,
belast met de grensbewaking
|
4.4 lid 1 VB.
|
8
|
|
|
|
|
|
als gezagvoerder van een Nederland binnengevaren zeeschip gedurende de tijd dat zijn
schip zich in Nederland bevindt niet voldoen aan de verplichting
|
|
|
E 807 a
|
–het exemplaar van de bemanningslijst hetwelk hem na controle door de ambtenaar, belast
met de grensbewaking, terug is gegeven, onder zijn berusting te houden en desgevorderd
onmiddellijk ter inzage te geven aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of
met het toezicht op vreemdelingen
|
4.12. onder a VB
|
8
|
E 807 b
|
– onmiddellijk kennis te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met
het toezicht op vreemdelingen van elke aanmonstering van een vreemdeling of van elke
uit oogpunt van grensbewaking of vreemdelingentoezicht van belang zijnde afwezigheid
van een vreemdeling die tot de bemanning van zijn schip behoort.
|
4.12. onder b VB
|
8
|
E 807 c
|
– tijdig kennis te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met het
toezicht op vreemdelingen van het voornemen tot afmonstering van een vreemdeling die
lid is van de bemanning van zijn schip.
|
4.12. onder c VB
|
8
|
|
|
|
|
|
als vreemdeling niet op vordering van de korpschef van het regionale politiekorps
waarin de gemeente is gelegen waar de vreemdeling verblijft, namens de Minister van
Justitie, binnen de in de vordering aangegeven tijd.
|
|
|
E 817 a
|
– de gevraagde gegevens te verstrekken
|
4.38 lid 1 VB
|
8
|
E 817 b
|
– de gevraagde gegevens in persoon te verstrekken
|
4.38 lid 2 VB
|
8
|
E 820
|
als vreemdeling, die geen rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8 van de
Vreemdelingenwet 2000, niet onmiddellijk van zijn aanwezigheid mededeling doen aan
de korpschef van de gemeente waar hij verblijft
|
4.39 VB jo. 108 VrW
|
8
|
E 825
|
als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 12 van de Vreemdelingenwet 2000 is toegestaan
in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf langer
dan drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in
persoon melden bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft
|
4.47 VB
|
8
|
E 827
|
als vreemdeling te zijner identificatie op vordering van een ambtenaar, belast met
de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen, niet een goedgelijkende pasfoto
ter beschikking stellen of vingerafdrukken van zich laten nemen indien daartoe in
het belang van het toezicht op vreemdelingen gegronde reden bestaat
|
4.45 VB
|
8
|
E 830
|
als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 12 van de Vreemdelingenwet 2000 is toegestaan
in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf van
ten hoogste drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland
in persoon melden bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft
|
4.48 VB
|
8
|
E 832
|
als vreemdeling die houder is van een visum of een document voor grensoverschrijding
waarin door de daartoe bevoegde autoriteit een aantekening is gesteld omtrent aanmelding
bij een vreemdelingendienst in Nederland, zich niet binnen drie dagen na binnenkomst
in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de in deze aantekening vermelde
gemeente
|
4.49 VB
|
8
|
E 834
|
als vreemdeling die naar Nederland is gekomen om als zeeman werk te zoeken aan boord
van een zeeschip, zich niet binnen driedagen na binnenkomst in Nederland in persoon
aanmeldt bij de korpschef van de gemeente waar hij werk zoekt
|
4.50 VB
|
8
|
|
|
|
|
|
niet voldoen aan de verplichting tot wekelijkse aanmelding bij de korpschef van de
gemeente van verblijf, behoudens door deze verleende ontheffing
|
|
|
E 836 a
|
– als vreemdeling geen rechtmatig verblijf hebben, in afwachting van de feitelijke
mogelijkheid tot vertrek of uitzetting.
|
4.51 lid 1 onder a VB
|
8
|
E 836 b
|
– als vreemdeling rechtmatig verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onder f, g
of h van de Vreemdelingenwet 2000.
|
4.51 lid 1 onder b VB
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers F 060 – F 260: Plaatselijk geldende verordeningen (PL.V)
|
|
|
F 060
|
niet voldoen aan de verplichting tot het opvolgen van een bevel van een politieambtenaar
gedaan in het kader van samenscholing, volksoploop en/of (dreigende) wanordelijkheden
|
Pl.V
|
8
|
|
|
|
|
|
zonder vergunning van de burgemeester:
|
|
|
F 070 a
|
– op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd te geven of te houden
|
|
8
|
F 070 b
|
– een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander terrein dan
een daarvoor bestemd sportterrein
|
|
8
|
F 095
|
zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of zijn diensten als
zodanig aanbieden
|
Pl.V
|
8
|
F 105
|
als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers
toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden
|
Pl.V.
|
8
|
F 114
|
de weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander onderkomen
als slaapplaats gebruiken
|
Pl.V
|
8
|
F 115
|
als degene die een of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgsmaatregelen
die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk
zijn
|
Pl.V
|
8
|
F 117
|
met een voertuig dat niet is voorzien van rubberbanden rijden over de berm, de glooiing
en de zijkant van de weg
|
Pl.V
|
1/2/3/4/6
|
|
op of aan de weg
|
Pl.V
|
|
F 120 a
|
– te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie,
openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair
en daarvoor niet bestemd straatmeubilair
|
|
8
|
F 120 b
|
– zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen
woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt
|
|
8
|
F 121 a
|
op de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) alcoholhoudende
drank nuttigen
|
Pl.V.
|
8
|
F 121 b
|
op de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) aangebroken
flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben
|
Pl.V.
|
8
|
|
|
|
|
|
zonder redelijk doel
|
|
|
F 125 a
|
– zich in een portiek of poort op te houden of in, op of tegen een raamkozijn of een
drempel van een gebouw te zitten of te liggen
|
Pl.V.
|
8
|
F 125 b
|
– zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen
en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen zich daar te
bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte
|
Pl.V.
|
8
|
F 125 c
|
– zich ophouden op een schoolterrein
|
|
8
|
|
|
|
|
|
(in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor
een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke
ruimte
|
Pl.V.
|
|
F 130 a
|
– zich zonder redelijk doel en op een voor andere hinderlijke wijze op te houden
|
|
8
|
F 130 b
|
– te verontreinigen
|
|
8
|
F 130 c
|
– voor een ander doel te bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is
|
|
8
|
F 131
|
op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een
raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek,
waardoor de doorgang wordt versperd, danwel in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde
wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek
|
Pl.V
|
3/4/8
|
F 133
|
een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan deugdelijk
afgesloten of onder behoorlijk toezicht
|
Pl.V
|
1/2/3/4
|
F 135
|
met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering,
bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt
|
Pl.V.
|
3/4/8
|
F 140 a
|
zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip op te houden
met de kennelijke bedoeling deze persoon of een daarin bevindende persoon te bespieden
|
Pl.V.
|
8
|
F 140 b
|
een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker
bespieden
|
Pl.V.
|
8
|
|
|
|
|
|
als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen
|
Pl.V.
|
|
F 145 a
|
– op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd
|
|
8
|
F 145 b
|
– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats,
zandbak, speelweide of andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats
|
|
8
|
F 145 c
|
– op een weg zonder dat de hond was voorzien van een halsband of een door middel van
tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk
doet kennen
|
Pl.V
|
8
|
F 145 d
|
– op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van
uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan
de met het toezicht belaste ambtenaar
|
Pl.V
|
8
|
F 155
|
als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat
het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken
|
Pl.V.
|
8
|
F 160
|
ontplofbare stoffen of voorwerpen van klasse 1, in hoeveelheden als bedoeld in artikel
1 van bijlage 2, Hoofdstuk 2 van het Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen,
alsmede gevaarlijke stoffen als bedoeld in dat artikel met een transporteenheid vervoeren
over andere wegen of weggedeelten dan die, welke door burgemeester en wethouders zijn
aangewezen en zijn aangeduid met borden model K 14 van Bijlage I van het RVV 1990
|
Pl.V.
|
8
|
|
de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen
of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden
|
Pl.V.
|
|
F 180 a
|
– terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging
van het wegdek
|
|
8
|
F 180 b
|
– in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden
|
|
8
|
F 185
|
binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de
weg zijn natuurlijke behoefte te doen
|
Pl.V.
|
8
|
F 190
|
een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan,
te koop aanbieden of verhandelen
|
Pl.V.
|
8
|
F 195
|
een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn
|
Pl.V.
|
1/2/6/8
|
F 205
|
een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk
voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde
termijn te doen of laten staan
|
Pl.V.
|
1/2/6/8
|
F 210
|
een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren
met als doel handelsreclame te maken
|
Pl.V.
|
1/2/6/8
|
|
|
|
|
|
recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied:
|
Pl.V
|
|
F 212 a
|
– parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig
|
|
1/2/3/4/6/7/8
|
F 212 b
|
– anders dan tot doel van dagrecreatie
|
|
8
|
F 212 c
|
– met geluid voortbrengende apparatuur overlast veroorzaken
|
|
8
|
F 212 d
|
–graven of spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling,
speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten
|
|
8
|
F 212 e
|
– anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of achterlaten van
afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal
|
|
8
|
F 212 f
|
– een afvalmand, -bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze gebruiken dan tot het
deponeren van klein afval
|
|
8
|
F 212 g
|
– als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in vastgestelde periode bevinden
buiten een aangewezen gebied, waar alsdan het verblijf van de hond is toegestaan
|
|
8
|
F 214
|
een voertuig met stankverspreidende stoffen parkeren daar waar bewoners of gebruikers
van nabijgelegen gebouwen of terreinen daarvan hinder of overlast (kunnen) ondervinden
|
Pl.V
|
1/2/6/8
|
F 216
|
een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weggedeelte
waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toegestaan op de
in die bekendmaking genoemde dagen en tijden (markt, evenement, kermis enz)
|
Pl.V
|
1/2/3/4/6/8
|
F 235
|
met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een
gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan
|
Pl.V.
|
7/8
|
F 240
|
als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer
daarvan hinder of gevaar kan ondervinden
|
Pl.V.
|
8
|
F 245
|
zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen,
te begeven of te bevinden
|
Pl.V.
|
8
|
|
|
|
|
|
in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recreatieterreinen
ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat het gebruik van een motorvoertuig,
bromfiets, fiets, rij- of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen
aan milieuwaarden:
|
Pl.V
|
|
F 250 a
|
– zich in gesloten tijd of gesloten gebied met die vervoermiddelen bevinden
|
|
1/2/3/4/6/7
|
F 250 b
|
– zich met motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de (onverharde) wegen /
gemarkeerde paden bevinden
|
|
1/2/3/4/6
|
F 250 c
|
– zich met een rij- of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden bevinden
|
|
6
|
|
|
|
|
|
met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het
bevorderen van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de Radiosterrenwacht (storingsvrije
zone)
|
Pl.V
|
|
F 260 a
|
– rijden
|
|
1/2/3/6
|
F 260 b
|
– parkeren / laten staan
|
|
1/2/3/6
|
|
Nummer G 100: Boek 2 Wetboek van Strafrecht (WvSr)
|
|
|
|
|
|
|
|
Goederen uit een winkel/vanaf een benzinestation wegnemen/toeeigenen waarde van het
ontvreemde goed:
|
310/312 WvSr
|
|
G 100 a
|
– t/m 50
|
|
8
|
G 100 b
|
– meer dan 50 t/m 120
|
|
8
|
|
|
|
|
|
Nummers G 300 – G 305: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)
|
|
|
|
|
|
|
|
als bestuurder van een motorvoertuig rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem,
dan wel het bloed te hoog is:
|
|
|
p G 300 a
|
– 235 t/m 350 µg/l (adem)
|
8 lid 2 onder a WVW 1994
|
1/2
|
p G 301 a
|
– 0,54 t/m 0,80 o/oo (bloed)
|
8 lid 2 onder b WVW 1994
|
1/2
|
|
|
|
|
|
als bestuurder van een bromfiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan
wel het bloed te hoog is:
|
|
|
p G 302 a
|
– 235 t/m 435 µg/l (adem)
|
8 lid 2 onder a WVW 1994
|
3
|
p G 303 a
|
– 0,54 t/m 1,00 o/oo (bloed)
|
8 lid 2 onder b WVW 1994
|
3
|
|
|
|
|
|
als bestuurder van een fiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel
het bloed te hoog is:
|
|
|
p G 304 a
|
– 235 µg/l en hoger (adem)
|
8 lid 2 onder a WVW 1994
|
4
|
p G 304 b
|
– 0,54 o/oo en hoger (bloed)
|
8 lid 2 onder b WVW 1994
|
4
|