Wet van 19 mei 1994, tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
(onder andere ter zake van inhoudingen op het inkomen en gelijke franchise voor de
pensioenberekening)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gevolgen voor de materiële
rechtspositie van het overheidspersoneel die voortvloeien uit de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP overeenkomstig neerslag te doen vinden in de materiële rechtspositie van de politieke
ambtsdragers;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: