Wet van 19 mei 1994, houdende regels betreffende de instelling van een zelfstandig
bestuursorgaan, belast met de materiële en immateriële opvang van asielzoekers
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de materiële en immateriële
opvang van asielzoekers toe te vertrouwen aan een wettelijk ingesteld bestuursorgaan;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: