[Regeling vervallen per 01-06-2008]
Criteria voor de evaluatie van gesloten systemen bij de verwerking van chemische stoffen
Gebruik
[Regeling vervallen per 01-06-2008]
Bij de evaluatie van de installatie wordt een evalutie-index gebruikt. Met de evaluatie-index
worden de verwerking van de stof en het daaruit voortvloeiende procesgebonden blootstellingspotentieel
ingedeeld. De kennisgever onderzoekt de installatie of de installatie-eenheid teneinde
de evaluatie-index te bepalen. Elk afzonderlijk functioneel onderdeel moet worden
geëvalueerd.
Systemen worden als gesloten beschouwd als de evaluatie van alle beschikbare functionele
onderdelen tot een evaluatie-index 0,5 leidt en als alleen functionele onderdelen
van het gesloten type met gegarandeerde lekdichtheid of voorzien van een geïntegreerd
afzuigventilatiesysteem betrokken zijn. Bovendien moet direct contact met de huid
uitgesloten zijn.
In de verzameling voorbeelden is aan de desbetreffende functionele onderdelen de evaluatie-index
0,5 (vet gedrukt) toegekend.
Functionele onderdelen van het gedeeltelijk open type met een zeer effectief afzuigventilatiesysteem
(waaraan ook de evaluatie-index 0.5 is toegekend maar in normaal lettertype) worden
niet als gesloten in de zin van deze regel beschouwd.
Bij functionele onderdelen waaraan de evaluatie-index 1 is toegekend, is de veilige
inachtneming van de grenswaarden niet altijd permanent gewaarborgd. Dergelijke functionele
onderdelen zijn:
1 - gesloten type, lekdichtheid niet gegarandeerd,
1 - gedeeltelijk open type met een effectief afzuigventilatiesysteem.
Bij functionele onderdelen waaraan de evaluatie-index 2 of 4 is toegekend, is de inachtneming
van de grenswaarden niet altijd gewaarborgd. Dergelijke functionele onderdelen zijn:
2. - gedeeltelijk open type, opening zoals bedoeld met een eenvoudig afzuigventilatiesysteem,
2. - open type met een eenvoudig afzuigventilatiesysteem,
4. - open type of gedeeltelijk open type,
4. - natuurlijke ventilatie
De verzameling voorbeelden in tabel 1 behorende bij punt 7.5 van de richtlijn (PbEG
2001, L 225, blz.320 tot en met 332) vergemakkelijkt de indeling van functionele onderdelen.
Functionele onderdelen die niet in de verzameling voorbeelden zijn opgenomen, kunnen
naar analogie met andere onderdelen worden ingedeeld. De installatie of installatie-eenheid
wordt vervolgens ingedeeld volgens de evaluatie-index van het functionele onderdeel
dat de hoogste evaluatie-index heeft gekregen.