Besluit van 14 juni 1994, houdende wijziging van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.,
het Inrichtingsbesluit dagscholen m.b.o., het Inrichtingsbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
en het Besluit staatsexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. 1978 (diploma m.a.v.o.-v.b.o.;
compensatie bij gespreide examinering)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 31 december
1993, nr. 93100061/3657, directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens
Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op de artikelen 22, 23a, 27 en 29 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Gezien het advies van de Onderwijsraad (advies van 19 november 1993, nr. OR 93000310/2A
S);
De Raad van State gehoord (advies van 4 mei 1994, nr. W05.94.0004);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 10 juni
1994, nr. 94026032/3657, directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede
namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan: