Besluit van 20 juni 1994, houdende nadere regels met betrekking tot de informatieverschaffing
en de te verstrekken informatie inzake rampen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 23 december 1993, nr.
EB93/3035, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer
en Rampenbestrijding, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op richtlijn nr. 82/501/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1982 inzake de risico's van
zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten (PbEG L 230), richtlijn nr. 89/618/Euratom van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1989 betreffende
de informatie van de bevolking over de bij stralingsgevaar toepasselijke maatregelen
ter bescherming van de gezondheid en over de alsdan te volgen gedragslijn (PbEG L 357) en richtlijn nr. 90/219/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 april 1990 inzake het ingeperkte
gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (PbEG L 117);
Gelet op de artikelen 2a, vierde lid, 2c, tweede lid, 11a vierde lid, en 11b, derde lid, van de Rampenwet en de artikelen 8.40, eerste lid , en 8.44, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 22 maart 1994, nr. W04.94.0023);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 6 juni 1994,
nr. EB 94/1029, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Brandweer
en Rampenbestrijding, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Hebben goedgevonden en verstaan: