Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (herziening strafrecht voor jeugdigen)

Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-1999 en zichtdatum 22-11-2024.
Geldend van 01-09-1995 t/m heden

Wet van 7 juli 1994, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en andere wetten in verband met de herziening van het strafrecht voor jeugdigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het strafrecht voor jeugdige personen en de strafvordering in zaken betreffende deze personen te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IX

  • 1 Strafzaken waarin de dagvaarding is uitgegaan vóór de inwerkingtreding van deze wet, worden volgens de op dat tijdstip bestaande wettelijke bepalingen afgedaan, behoudens het in het tweede en vierde lid bepaalde.

  • 2 Op de tenuitvoerlegging van de straffen van plaatsing in een tuchtschool en van arrest, alsmede van de maatregelen van terbeschikkingstelling van de regering en plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling zijn de bepalingen omtrent de jeugddetentie onderscheidenlijk de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, van overeenkomstige toepassing.

  • 3 Op de inning van een geldboete is artikel 77l, derde tot en met zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.

  • 4 In geval van een veroordeling tot een straf of een maatregel waarbij de rechter het bevel heeft gegeven dat deze niet zal worden ten uitvoer gelegd, is artikel 77dd van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 7 juli 1994

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

A. Kosto

Uitgegeven de eenentwintigste juli 1994

De Minister van Justitie,

A. Kosto