Regeling oogstschade 1993 Noord-Nederland

[Regeling vervallen per 23-12-2004.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-01-2009 en zichtdatum 30-06-2010.
Geldend van 01-01-1995 t/m 22-12-2004

Regeling oogstschade 1993 Noord-Nederland

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen bij beschikking van 28 juni 1994, nr. SG(94)D/8966;

Gezien het advies van het Landbouwschap;

Besluit:

Paragraaf 1:. algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b. het schadegebied:

de provincies Groningen, Friesland, Drente en Overijssel;

c. aardappelen:

consumptie-aardappelen, pootaardappelen of fabrieksaardappelen;

d. groenten en bloemen:

vollegrondsgroentegewassen of droogbloemen;

e. schadegewassen:

aardappelen, groenten en bloemen;

f. landbouwtelling:

landbouwtelling als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet;

g. referentieperiode:

de jaren 1990, 1991 en 1992;

h. schade:

aantoonbare schade, ontstaan door het niet kunnen oogsten van in 1993 met schadegewassen beteelde oppervlakten in het schadegebied, tengevolge van bovengemiddelde regenval in het najaar van 1993;

i. kwaliteitsverlies:

aantoonbaar geleden verlies, ontstaan door een zodanige vermindering van de kwaliteit tijdens de opslag van in 1993 in het schadegebied geoogste aardappelen welke niet afkomstig zijn van percelen waarvoor aangifte is gedaan, als gevolg van de bovengemiddelde regenval in het najaar van 1993, dat zij nog slechts als afval konden worden verwerkt of gestort dan wel afgezet als veevoer tegen een opbrengstprijs van 2,5 cent per kilogram of minder;

j. rechtspersoon:

rechtspersoon, anders dan een publiekrechtelijke rechtspersoon

k. landbouwbedrijf:

het geheel of gedeelte van produktie-eenheden, bestaande uit een of meer gebouwen of gedeelten daarvan en daarbij behorende cultuurgrond, uitsluitend of onder meer dienende tot de uitoefening van de akkerbouw of vollegrondstuinbouw;

l. aangifte:

aangifte als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling vooraangifte oogstschade 1993 Noord-Nederland;

m. directeur:

de directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in de provincie Groningen;

n. afgekeurde pootaardappelen:

pootaardappelen, welke te velde door de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Zaaizaad- en Plantgoedwet als pootgoed zijn afgekeurd.

o. districtsbureauhouder:

districtsbureauhouder van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in wiens werkgebied het betrokken landbouwbedrijf is geregistreerd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

De minister kan op aanvraag een bijdrage verlenen als tegemoetkoming voor in 1993 in het schadegebied opgetreden schade of kwaliteitsverlies.

Paragraaf 2:. bijdrage ter zake van schade

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Voor een bijdrage ingevolge deze paragraaf komen in aanmerking natuurlijke- of rechtspersonen:

    • a. die in 1993 in het schadegebied een landbouwbedrijf voor eigen rekening en risico exploiteerden,

      • -

        waarop blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1993 tenminste 5 ha aardappelen of 2,5 ha groenten en bloemen zijn geteeld, en

      • -

        waarop blijkens de gegevens van de landbouwtellingen, gehouden in de referentieperiode, in elk jaar van die periode een of meer schadegewassen zijn geteeld;

    • b. die schade hebben geleden doordat van een of meer van de volgende categorieën schadegewassen:

      • -

        consumptie-aardappelen;

      • -

        pootaardappelen;

      • -

        fabrieksaardappelen;

      • -

        groenten en bloemen;

        de oppervlakte welke in 1993 in het schadegebied niet kon worden geoogst meer dan 30% uitmaakt van het totale areaal, dat blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1993 op het betrokken bedrijf met die categorie schadegewassen beteeld is;

    • c. die van de schade aangifte hebben gedaan.

  • 2 Indien in 1993 de teelt van schadegewassen geheel of gedeeltelijk bestaat uit vollegrondsgroenten of droogbloemen, welke niet als zodanig afzonderlijk zijn verantwoord in de landbouwtelling 1993, wordt voor het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, eerste streepje, en onderdeel b, uitgegaan van de bij de aangifte opgegeven geteelde oppervlakten, met dien verstande dat de opgegeven geteelde oppervlakten voor deze gewassen slechts in aanmerking worden genomen tot ten hoogste de blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1993 geteelde oppervlakte ‘overige groenten’ onderscheidenlijk ‘bloemkwekerijgewassen’.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b, worden oppervlakten afgekeurde pootaardappelen in mindering gebracht op het volgens de gegevens van de landbouwtelling in 1993 geteelde areaal pootaardappelen, en toegevoegd aan het areaal dat bij de landbouwtelling 1993 is opgegeven voor consumptie- dan wel fabrieksaardappelen, en worden oppervlakten niet-geoogste afgekeurde pootaardappelen voor de toepassing van deze regeling beschouwd als niet-geoogste consumptie- dan wel fabrieksaardappelen, naar gelang de bestemming die na de afkeuring als pootgoed aan deze aardappelen is gegeven.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 De bijdrage in het kader van deze paragraaf bestaat uit de som van de voor consumptie-aardappelen, pootaardappelen, fabrieksaardappelen en groenten en bloemen steeds afzonderlijk overeenkomstig de volgende formule te berekenen vergoedingen:

    (a – 0.3 * b) * c

    waarbij

    a = de oppervlakte in hectaren, beteeld met de betrokken categorie schadegewassen, welke blijkens de aangifte niet kon worden geoogst;

    b = de totaal in 1993 geteelde oppervlakte in hectaren van de betrokken categorie schadegewassen, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 3;

    c = – voor consumptie-aardappelen: f 6.500,= ;

    • -

      voor pootaardappelen: f 8.500,= ;

    • -

      voor fabrieksaardappelen: f 4.700,= ;

    • -

      voor groenten en bloemen: het bedrag, berekend overeenkomstig het tweede lid.

    Indien uit de aangifte blijkt, dat de oppervlakte van een categorie schadegewassen, welke niet kon worden geoogst, groter is dan het blijkens de landbouwtelling in 1993 geteelde areaal, wordt voor de toepassing van bovenstaande formule b gelijkgesteld aan a.

  • 2 Voor de categorie groenten en bloemen geldt dat c = het bedrag, verkregen door toepassing van de formule

    (x * f 3.000,=) + (y * f 6.000,=) + (z * f 7.500,=),

    w

    waarbij

    w = de oppervlakte in hectaren, beteeld met groenten en bloemen, welke blijkens de aangifte niet kon worden geoogst;

    x = de oppervlakte in hectaren, beteeld met boerenkool, stambonen of spinazie, welke blijkens de aangifte niet kon worden geoogst;

    y = de oppervlakte in hectaren, beteeld met witlofwortelen, welke blijkens de aangifte niet kon worden geoogst;

    z = de oppervlakte in hectaren, beteeld met overige vollegrondsgroenten of droogbloemen, welke blijkens de aangifte niet kon worden geoogst.

  • 3 Indien bij toepassing van de in het eerste lid genoemde formule negatieve bedragen ontstaan, bedraagt de vergoeding voor de betrokken categorie schadegewassen f 0,=.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Aanvragen voor een bijdrage in het kader van deze paragraaf worden ingediend door inzending van een door de directeur vastgesteld aanvraagformulier. Dit formulier wordt vanaf 14 juli 1994 op verzoek verstrekt door de directeur.

  • 2 Door het indienen van de aanvraag verplicht de aanvrager zich tot nakoming van de op het aanvraagformulier gestelde voorwaarden en verplichtingen.

  • 3 Het aanvraagformulier wordt uiterlijk op 10 augustus 1994 gezonden aan de directeur.

Paragraaf 3:. bijdrage ter zake van kwaliteitsverlies

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Artikel 5a

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Voor een bijdrage ter zake van kwaliteitsverlies komen in aanmerking natuurlijke- of rechtspersonen,

    • a. die in 1993 in het schadegebied een landbouwbedrijf voor eigen rekening en risico exploiteerden,

      • -

        waarop blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1993 tenminste 5 ha aardappelen of 2,5 ha groenten en bloemen zijn geteeld, en

      • -

        waarop blijkens de gegevens van de landbouwtellingen, gehouden in de referentieperiode, in elk jaar van die periode een of meer schadegewassen zijn geteeld;

    • b. die kwaliteitsverlies hebben geleden met betrekking tot een hoeveelheid consumptie-, poot- of fabrieksaardappelen, die overeenkomstig het derde lid omgerekend naar oppervlakten meer dan 30% uitmaakt van het totale areaal, dat blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1993 op het betrokken bedrijf met die categorie aardappelen beteeld is, en die in de betrokken categorie geen schade hebben geleden.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b, komen tevens in aanmerking voor een bijdrage natuurlijke- of rechtspersonen,

    • a. die kwaliteitsverlies hebben geleden met betrekking tot een categorie aardappelen ten aanzien waarvan tevens overeenkomstig artikel 3 is vastgesteld dat meer dan 30% van het totale areaal, dat blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1993 op het betrokken bedrijf met die categorie aardappelen beteeld is, niet kon worden geoogst, dan wel

    • b. die kwaliteitsverlies hebben geleden met betrekking tot een categorie aardappelen, waarin zij tevens aantoonbaar schade hebben geleden, indien de hoeveelheid, met betrekking tot welke kwaliteitsverlies is geleden, omgerekend naar oppervlakten overeenkomstig het derde lid, tesamen met de niet-geoogste oppervlakte meer dan 30% uitmaakt van het totale areaal, dat blijkens de gegevens van de landbouwtelling 1993 op het betrokken bedrijf met die categorie aardappelen beteeld is.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, geldt voor de omrekening van hoeveelheden consumptie-, poot- of fabrieksaardappelen naar oppervlakten dat gelijk is met 1 ha:

    • -

      52,5 ton consumptie-aardappelen;

    • -

      47 ton fabrieksaardappelen;

    • -

      35,7 ton pootaardappelen.

  • 4 Voor de toepassing van de voorgaande leden worden oppervlakten afgekeurde pootaardappelen in mindering gebracht op het volgens de gegevens van de landbouwtelling in 1993 geteelde areaal pootaardappelen, en toegevoegd aan het areaal dat bij de landbouwtelling 1993 is opgegeven voor consumptie- dan wel fabrieksaardappelen, naar gelang de bestemming die na de afkeuring als pootgoed aan deze aardappelen is gegeven.

Artikel 5b

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 De bijdrage ter zake van kwaliteitsverlies bestaat uit de som van de voor consumptie-, poot- en fabrieksaardappelen steeds afzonderlijk overeenkomstig de volgende leden te berekenen vergoedingen.

  • 2 Indien artikel 5a, eerste lid, van toepassing is, wordt de vergoeding berekend volgens de formule

    (d - (0.3 * f * e)) * g

    waarbij

    d = de hoeveelheid consumptie-, poot- of fabrieksaardappelen waarvoor het blijkens de aanvraag geleden kwaliteitsverlies is vastgesteld, in tonnen;

    e =

    • -

      52,5 voor consumptie-aardappelen;

    • -

      35,7 voor pootaardappelen;

    • -

      47 voor fabrieksaardappelen;

    f = de totaal in 1993 geteelde oppervlakte in hectaren van de betrokken categorie aardappelen, vastgesteld overeenkomstig artikel 5a;

    g =

    • -

      voor consumptie-aardappelen: fl. 124,=;

    • -

      voor pootaardappelen: fl. 238,=;

    • -

      voor fabrieksaardappelen: fl. 100,=.

    Indien d groter is dan f * e, wordt voor de toepassing van bovenstaande formule d gelijkgesteld aan f * e.

  • 3 Indien artikel 5a, tweede lid, onderdeel a, van toepassing is, wordt de vergoeding berekend volgens de formule d * g.

    Indien d groter is dan (f - a) * e, wordt voor de toepassing van bovenstaande formule d gelijkgesteld aan (f - a) * e, tenzij ten aanzien van een aanvrager bij de vergoeding in het kader van paragraaf 2 toepassing is gegeven aan artikel 4, eerste lid, laatste volzin, in welk geval d gelijkgesteld wordt aan (i - a) * e indien d groter is dan (i - a) * e, waarbij

    a = de oppervlakte in hectaren, beteeld met de betrokken categorie aardappelen, welke blijkens de aangifte niet kon worden geoogst;

    i = de totale oppervlakte akkerbouwgewassen zoals voor het bedrijf opgegeven bij de landbouwtelling 1993.

  • 4 Indien artikel 5a, tweede lid, onderdeel b, van toepassing is, wordt de vergoeding berekend volgens de formule (d - (0.3 f - h) * e) * g

    waarbij

    h = het aantal hectares, beteeld met de betrokken categorie aardappelen, welke blijkens de aanvraag, bedoeld in artikel 5c, niet kon worden geoogst.

    Indien d groter is dan (f - h) * e, wordt voor de toepassing van de bovengenoemde formule d gelijkgesteld aan (f - h) * e.

    Bij toepassing van de bovengenoemde formule wordt (0.3 f - h) gelijkgesteld aan 0 indien deze factor een negatief getal oplevert.

Artikel 5c

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Aanvragen voor een bijdrage in het kader van deze paragraaf worden ingediend door inzending van een door de directeur Uitvoering Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgesteld aanvraagformulier. Dit formulier wordt vanaf 19 december 1994 op verzoek verstrekt door de districtsbureauhouder. Artikel 5, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Bij de aanvraag wordt opgave gedaan van de hoeveelheden consumptie-, poot- of fabrieksaardappelen welke als afval zijn gestort of verwerkt dan wel als veevoeder voor een opbrengstprijs van 2,5 cent per kilogram of minder zijn afgezet. Indien een aanvraag voor een categorie aardappelen wordt ingediend overeenkomstig artikel 5a, tweede lid, onderdeel b, wordt tevens opgave gedaan van het aantal niet-geoogste hectares.

  • 3 Een opgave van een als afval gestorte of verwerkte hoeveelheid aardappelen gaat vergezeld van een verklaring van de Dienst Landbouwvoorlichting of de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen omtrent de juistheid van de opgegeven hoeveelheid.

  • 4 Bij de aanvraag wordt voor elke categorie aardappelen een overzicht gevoegd van de totale oppervlakte welke in 1993 op het bedrijf van aanvrager is geteeld alsmede van de bestemming van de produktie van deze oppervlakte, onderverdeeld naar niet-geoogste hectares, als afval gestorte of verwerkte hoeveelheden, hoeveelheden afgezet als veevoer en regulier afgezette hoeveelheden.

    Dit overzicht gaat vergezeld van een beoordeling door een register-accountant of een accountant-administratieconsulent omtrent de verenigbaarheid van de gegevens van dit overzicht met de gegevens zoals die uit de administratie van het bedrijf blijken.

  • 5 Bij de aanvraag wordt voor elke categorie aardappelen een overzicht gevoegd van de totale oppervlakte welke in 1993 op het bedrijf van aanvrager is geteeld alsmede van de bestemming van de produktie van deze oppervlakte, onderverdeeld naar niet-geoogste hectares, als afval gestorte of verwerkte hoeveelheden, hoeveelheden afgezet als veevoer en regulier afgezette hoeveelheden.

    Dit overzicht gaat vergezeld van een beoordeling door een register-accountant of een accountant-administratieconsulent omtrent de verenigbaarheid van de gegevens van dit overzicht met de gegevens zoals die uit de administratie van het bedrijf blijken.

  • 6 Het aanvraagformulier wordt op uiterlijk 23 januari 1995 gezonden aan de districtsbureauhouder.

Paragraaf 4:. overige bepalingen

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Artikel 5d

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Geen bijdrage wordt verleend als de som van de vergoedingen in het kader van paragrafen 2 en 3 voor alle categorieën schadegewassen minder dan fl. 2000, = bedraagt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in deze regeling zijn belast de ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd:

    • a. elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner voor zover dat ter vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is;

    • b. inlichtingen te verlangen voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is;

    • c. inzage te verlangen van zakelijke gegevens en bescheiden voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is;

    • d. van de gegevens en bescheiden kopieën te maken;

    • e. de gegevens en bescheiden voor het maken van kopieën voor een korte tijd mee te nemen tegen een door hen af te geven schriftelijk bewijs, indien zulks ter plaatse niet kan geschieden.

  • 3 Een ieder is verplicht de in het eerste lid bedoelde ambtenaren alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kunnen verlangen ter uitoefening van hun bevoegdheden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Indien blijkt dat de aanvrager niet alle bij deze regeling vastgestelde voorschriften heeft nageleefd is de aanvrager verplicht reeds uitgekeerde bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van terugvordering tot aan het moment van algehele voldoening te restitueren.

  • 2 Indien blijkt dat de bijdrage is vastgesteld op basis van door aanvrager verstrekte onjuiste informatie, kan de directeur de bijdrage geheel of gedeeltelijk intrekken en is de aanvrager verplicht reeds uitgekeerde bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van terugvordering tot aan het moment van algehele voldoening te restitueren.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling oogstschade 1993 Noord-Nederland.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 juli 1994

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
voor deze:
De

Directeur-Generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

,

G. van der Lely