Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen

[Regeling vervallen per 17-10-2007.]
Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2013.
Geldend van 28-07-2001 t/m 16-10-2007

Besluit van 8 juli 1994, houdende voorschriften omtrent de vakkennis- en vakbekwaamheidseisen inzake bestrijdingsmiddelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 2 februari 1994, No. J. 942053, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 13 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Gezien het advies van de Bestrijdingsmiddelencommissie;

De Raad van State gehoord (advies van 3 mei 1994, No. W11.94.0056);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 30 juni 1994, No. J. 948162, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    wet: Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

    Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    beheerder: degene die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van een bedrijf of instelling;

    landbouwspuitbedrijf: bedrijf dat ten behoeve van derden gewasbeschermingsmiddelen gebruikt;

    handel: als uitoefening van een bedrijf aan- en verkopen van gewasbeschermingsmiddelen;

    een dierplaag:

  • 2 De artikelen 2 tot en met 10 van dit besluit zijn niet van toepassing ten aanzien van

    • a. gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de wet of niet-landbouwbestrijdingsmiddelen;

    • b. gewasbeschermingsmiddelen bestemd om te worden gebruikt bij het machinaal coaten van zaad;

    • c. het gebruiken, voorhanden of in voorraad hebben van gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g , ten tweede, van de wet bestemd om te worden gebruikt in een laboratorium bij weefselkweek in vitro;

    • d. het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stof glyfosaat ter bestrijding van aardappelopslag door middel van handapparatuur mits het gewasbeschermingsmiddel reeds door een houder van een vergunning als genoemd in artikel 2, eerste lid, in deze apparatuur is aangebracht;

    • e. het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stoffen diquat of glyfosaat ten behoeve van het selecteren van bloembollen met apparatuur zoals voorgeschreven in het daarbij behorende wettelijk gebruiksvoorschrift respectievelijk de gebruiksaanwijzing, mits het gewasbeschermingsmiddel reeds door een houder van een vergunning als genoemd in artikel 2, eerste lid, in deze apparatuur is aangebracht;

  • 3 De artikelen 2 tot en met 10 van dit besluit zijn niet van toepassing met betrekking tot het voorhanden hebben, in voorraad hebben of afleveren door een fabrikant, importeur of handelaar indien het bestrijdingsmiddel is bestemd

    • a. ter aflevering aan de handel of

    • b. voor niet beroeps- of bedrijfsmatig gebruik.

§ 2. Vergunningen gewasbeschermingsmiddelen

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Het is met ingang van 1 juli 1996 verboden beroeps- of bedrijfsmatig een gewasbeschermingsmiddel voorhanden of in voorraad te hebben zonder een vergunning uitvoeren gewasbescherming, een vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming of een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

  • 2 Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet voor gewasbeschermingsmiddelen bestemd voor de bestrijding van mollen en woelratten, die de werkzame stof fosforwaterstof bevatten of kunnen opleveren.

  • 3 Het is verboden een gewasbeschermingsmiddel bestemd voor de bestrijding van mollen en woelratten, dat de werkzame stof fosforwaterstof bevat of kan opleveren, beroeps- of bedrijfsmatig voorhanden of in voorraad te hebben zonder een vergunning mollen- en woelrattenbestrijding.

  • 4 Het in het derde lid vermelde verbod geldt niet voor de handel.

  • 5 Het eerste en derde lid zijn niet van toepassing ten aanzien van de ondernemer van een bedrijf of hoofdverantwoordelijke voor een instelling waar een beheerder in dienst is die beschikt over een vergunning als bedoeld in het eerste en derde lid.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Het is met ingang van 1 juli 1996 verboden beroeps- of bedrijfsmatig een gewasbeschermingsmiddel te gebruiken zonder een vergunning uitvoeren gewasbescherming, een vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming of een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

  • 2 Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet voor gewasbeschermingsmiddelen bestemd voor de bestrijding van mollen en woelratten, die de werkzame stof fosforwaterstof bevatten of kunnen opleveren.

  • 3 Het is verboden een gewasbeschermingsmiddel bestemd voor de bestrijding van mollen en woelratten, dat de werkzame stof fosforwaterstof bevat of kan opleveren, beroeps- of bedrijfsmatig te gebruiken zonder een vergunning mollen- en woelrattenbestrijding.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van de ondernemer van een bedrijf of hoofdverantwoordelijke voor een instelling die uitsluitend een gewasbeschermingsmiddel laat gebruiken door:

    • a. een beheerder die in dienst is en die beschikt over een vergunning als bedoeld in het eerste lid of

    • b. een landbouwspuitbedrijf.

  • 5 Het derde lid is niet van toepassing ten aanzien van de ondernemer van een bedrijf of hoofdverantwoordelijke voor een instelling die een gewasbeschermingsmiddel bestemd voor de bestrijding van mollen en woelratten uitsluitend laat gebruiken door:

    • a. een beheerder die in dienst is en die beschikt over een vergunning mollen- en woelrattenbestrijding;

    • b. een persoon die niet in dienst is en die beschikt over een vergunning mollen- en woelrattenbestrijding.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Het is de beheerder van een landbouwspuitbedrijf met ingang van 1 juli 1996 verboden een gewasbeschermingsmiddel voorhanden of in voorraad te hebben of te gebruiken zonder een vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming of een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

  • 2 Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet voor gewasbeschermingsmiddelen bestemd voor de bestrijding van mollen en woelratten, die de werkzame stof fosforwaterstof bevatten of kunnen opleveren.

  • 3 Het is de beheerder van een landbouwspuitbedrijf verboden een gewasbeschermingsmiddel bestemd voor de bestrijding van mollen en woelratten, dat de werkzame stof fosforwaterstof bevat of kan opleveren, voorhanden of in voorraad te hebben of te gebruiken zonder een vergunning mollen- en woelrattenbestrijding.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

Het is met ingang van 1 juli 1996 verboden een gewasbeschermingsmiddel af te leveren of daartoe in voorraad of voorhanden te hebben indien:

  • a. de beheerder van een verkooppunt niet beschikt over een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen en

  • b. degene die verkoopt, niet zijnde de beheerder, niet in het bezit is van een vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming of een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

Onze Minister verleent op aanvraag de vergunning uitvoeren gewasbescherming, de vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming, de vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen onderscheidenlijk de vergunning mollen- en woelrattenbestrijding aan degene die in het bezit is van één van de bij regeling van Onze Minister aangewezen diploma's, certificaten, getuigschriften, verklaringen van vakbekwaamheid of andere bescheiden.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Onze Minister verleent op aanvraag aan degene die aantoont aan een buitenlandse instelling een aan de bij ministeriële regeling, bedoeld in artikel 6, gestelde opleidingsvereisten gelijkwaardig examen met goed gevolg te hebben afgelegd, een daarbij behorende vergunning uitvoeren gewasbescherming, bedrijfsvoeren gewasbescherming, distribueren gewasbeschermingsmiddelen of mollen- en woelrattenbestrijding.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Onze Minister verleent op aanvraag voor de periode van vijf jaren aan degene die op 1 juli 1996 zestig jaren of ouder is de vergunning uitvoeren gewasbescherming.

  • 2 Onze Minister verleent op aanvraag voor de periode van vijf jaren aan de beheerder van een landbouwspuitbedrijf die op 1 juli 1996 zestig jaren of ouder is de vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming, mits ten genoege van Onze Minister wordt aangetoond dat hij reeds op 1 januari 1994 beheerder van het landbouwspuitbedrijf was.

  • 3 Onze Minister verleent op aanvraag voor de periode van vijf jaren aan de beheerder van een verkooppunt van bestrijdingsmiddelen die op 1 juli 1996 zestig jaren of ouder is de vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen, mits ten genoege van Onze Minister wordt aangetoond dat hij reeds op 1 januari 1994 beheerder was.

  • 4 Onze Minister verleent op aanvraag voor een periode van twee jaar tot uiterlijk 1 juli 1998 een vergunning uitvoeren gewasbescherming, een vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming dan wel een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen aan degene die een verklaring overlegt van een Agrarisch Opleidingscentrum. Uit deze verklaring moet blijken dat hij zich vóór 1 juli 1996 bij een Agrarisch Opleidingscentrum voor het betreffende cursusonderwijs gewasbescherming heeft aangemeld, en dat dit centrum niet in staat is de betrokkene de gewenste opleiding te geven vóór 1 juli 1996.

  • 5 De vergunningen, bedoeld in de bovenstaande leden, kunnen niet worden verlengd.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent het indienen van een aanvraag voor een vergunning, de daarbij te verschaffen gegevens, en de wijze van verlening van de vergunning.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 8, vierde lid, zijn de vergunningen uitvoeren gewasbescherming, bedrijfsvoeren gewasbescherming en distribueren gewasbeschermingsmiddelen geldig gedurende vijf jaren vanaf 1 juli 1996 of bij verlening na 1 juli 1996 vanaf de datum van verlening. Onverminderd het bepaalde in artikel 8, vijfde lid, kunnen deze vergunningen telkens met een periode van vijf jaren worden verlengd.

  • 2 De vergunning mollen- en woelrattenbestrijding is geldig gedurende vijf jaren vanaf de datum waarop deze vergunning is verleend. Deze vergunning kan telkens met een periode van vijf jaar worden verlengd.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent het verlengen van de vergunningen, bedoeld in het eerste en tweede lid. Daartoe kunnen tevens voorwaarden aan de verlenging worden gesteld, die mede betrekking kunnen hebben op nascholing.

§ 3. Dierplagen en houtrotverwekkende schimmels

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

Artikel 10a

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Het is verboden beroeps- of bedrijfsmatig een bestrijdingsmiddel te gebruiken voor het afweren of bestrijden van een dierplaag of het bestrijden van een houtrotverwekkende schimmel.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van de gebruiker die in het bezit is van:

    • a. een vakbekwaamheidsdiploma, dat is afgegeven of verlengd door een door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer geregistreerde instelling of geregistreerd bedrijf, waarmee wordt voldaan aan door genoemde minister vastgestelde eindtermen, en dat niet ouder is dan vijf jaren, of

    • b. een op aanvraag door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer afgegeven bewijs van gelijkstelling dan wel verlenging daarvan, dat niet ouder is dan vijf jaren, inhoudende:

      • 1. dat door de gebruiker is aangetoond dat hij met goed gevolg een opleiding heeft gevolgd aan een buitenlandse instelling, die gelijkwaardig is aan een in onderdeel a bedoelde instelling of bedoeld bedrijf, of

      • 2. dat door de gebruiker, zijnde een onderdaan van een Lid-Staat als bedoeld in de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen, is aangetoond op grond van artikel 7 van de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen dat hij over aan onderdeel a gelijkwaardige kwalificaties beschikt.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van de ondernemer van een bedrijf of hoofdverantwoordelijke voor een instelling die een bestrijdingsmiddel laat gebruiken door een persoon die beschikt over een diploma, bewijs van gelijkstelling of verlenging daarvan, als bedoeld in het tweede lid.

  • 5 Het eerste lid is niet van toepassing op een agrarische ondernemer die op het eigen bedrijf bestrijdingsmiddelen gebruikt voor het afweren of bestrijden van een dierplaag of het bestrijden van een houtrotverwekkende schimmel.

  • 6 Het eerste lid is gedurende vijf jaren na 1 juli 1999 niet van toepassing op degene die op 1 januari 1999 zestig jaren of ouder is.

  • 7 Het eerste lid is gedurende twee jaren na 1 juli 1999 niet van toepassing op degene die aantoont dat hij voor ten hoogste de tweede maal aan de opleiding voor het diploma of de verlenging daarvan, bedoeld in het tweede lid onder a, is begonnen.

  • 8 Het eerste lid is gedurende vijf jaren vanaf 1 juli 1999 niet van toepassing op degene die een diploma van de Stichting Vakopleiding Ongediertebestrijding heeft verkregen waarvan de geldigheid niet aan een bepaalde tijdsduur is verbonden.

  • 9 Het eerste lid is gedurende vijf jaren vanaf 1 juli 1999 niet van toepassing op degene die een diploma van Rentokil heeft verkregen.

  • 10 Een registratie als bedoeld in het tweede lid, onder a, wordt in de Staatscourant gepubliceerd. Aan een dergelijke registratie kunnen eisen worden gesteld. Een dergelijke registratie kan worden ingetrokken, wanneer niet meer wordt voldaan aan de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vastgestelde eindtermen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst met uitzondering van artikel 7, tweede lid. Indien het bij koninklijke boodschap van 25 mei 1993 ingediende voorstel van wet houdende regels inzake een algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen in de Europese Gemeenschappen (Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen) (Kamerstukken II, 1992/1993, nr. 23 169) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt artikel 7, tweede lid, op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 juli 1994

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

P. Bukman

Uitgegeven de negende augustus 1994

De Minister van Justitie,

A. Kosto