Stb. 2002, 216, datum inwerkingtreding 01-06-2002, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-04-2002.
1 De ambtenaar ontvangt een tegemoetkoming in ziektekosten over elke kalendermaand waarin
hij een of meer betrekkingen bekleedt, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel
a.
2 De ambtenaar ontvangt voorts een tegemoetkoming voor een gezinslid als bedoeld in
artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 1°.
3 De ambtenaar ontvangt een extra tegemoetkoming voor ten hoogste twee gezinsleden,
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 2°. Indien de ambtenaar en diens echtgenoot beiden aanspraak op deze tegemoetkoming
hebben, elk ten behoeve van een ander kind, wordt deze toegekend aan de ambtenaar
met het oudste kind jonger dan 16 jaar, dat deel uitmaakt van de gemeenschappelijke
huishouding.
4 De ambtenaar ontvangt een extra tegemoetkoming voor elk gezinslid, bedoeld in artikel
1, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, 4° en 5°.
5 De tegemoetkomingen worden over een kalendermaand slechts verleend, indien de ambtenaar
gedurende meer dan de helft van het aantal dagen van die maand als zodanig in dienst
is geweest. De tegemoetkomingen voor gezinsleden worden over een kalendermaand slechts
verleend, indien zij gedurende meer dan de helft van het aantal dagen van die maand
als gezinslid kunnen worden aangemerkt.