Besluit van 5 augustus 1994, in verband met de aanduiding van benoemingen bij koninklijk
besluit bij de politie
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 30 mei 1994, directoraat-generaal
voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs
en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nr. EA94/U1617 gedaan
in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, directoraat-generaal Politie en
Criminaliteitsbestrijding, directie Politie, hoofdafdeling Politieorganisatie en Bedrijfsvoering;
Gelet op de artikelen 25, derde lid, en 52 van de Politiewet 1993;
De Raad van State gehoord (advies van 27 juni 1994, nummer W04.94.0344);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 27 juli 1994,
directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling
Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid,
nr. EA94/2254 uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, directoraat-generaal
Politie en Criminaliteitsbestrijding, directie Politie, hoofdafdeling Politieorganisatie
en Bedrijfsvoering;
Hebben goedgevonden en verstaan: