Er is een Opsporings- en Reddingsdienst in Nederland, die wordt aangehaald als ‘Search
and Rescue’-dienst, dan wel SAR-dienst.
De SAR-dienst maakt deel uit van de Kustwacht, ingesteld bij overeenkomst van 26 februari
1987.
De SAR-dienst is belast met de opsporing en redding van in nood verkerende bemanningen
en passagiers van vliegtuigen, schepen en mijnbouwinstallaties binnen het geografische
gebied waarvan de grens aan de zeezijde is omschreven in de publikatie SAR 2 circulaire
2 van de Internationale Maritieme Organisatie, zijnde de grens van het Nederlandse
deel van het continentale plat, en dat zich aan de landzijde uitstrekt over de Nederlandse
kustwateren, de Waddenzee, het IJsselmeer, met inbegrip van de randmeren, en de Zuidhollandse
en Zeeuwse stromen. Voor incidenten met luchtvaartuigen valt het verantwoordelijkheidsgebied
samen met het in het ‘European Air Navigation Plan’ van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie
(ICAO) omschreven SAR-gebied (‘Search and Rescue Region’ – SSR).
De SAR-dienst beschikt voor de uitvoering van de in artikel 3 genoemde taak te allen tijde over:
-
a. een gecombineerd aëronautisch en maritiem reddingscoördinatiecentrum ([M]RCC);
-
b. vliegende reddingseenheden, bestaande uit een patrouillevliegtuig en een of meer helikopters
van de Koninklijke marine; en
-
c. reddingboten.
Het Kustwachtcentrum in IJmuiden fungeert als het gecombineerde aëronautisch en maritiem
reddingscoördinatiecentrum, bedoeld in artikel 4, onderdeel a, overeenkomstig door de directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst en de directeur-generaal
Goederenvervoer te stellen regels.
De directeur Kustwachtcentrum is, uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid voor het
functioneren van de SAR-dienst, belast met de coördinatie van de opsporing en redding.
Hij stelt hiertoe na overleg met de betrokken diensten en partijen operationele procedures
op en legt deze vast in een operationeel plan (OPPLAN-SAR).
De minister van Defensie stelt, na overleg met de minister van Verkeer en Waterstaat,
de vliegende reddingseenheden beschikbaar.
De directeur Kustwachtcentrum verzekert zich van de beschikbaarheid van de in Nederland
aanwezige benodigde reddingboten.
In aanvulling op de in artikel 4 genoemde middelen kan de directeur Kustwachtcentrum zich verzekeren van de beschikbaarheid
van andere middelen.
De Opsporings- en Reddingscoördinatieregeling in Nederland (SARCOR), zoals vastgesteld
bij gemeenschappelijke regeling van de ministers van Verkeer en Waterstaat en van
Defensie van 21 april 1983, nr. PJ/S 22619, (Stcrt. 1984, 125), en de regeling van
de minister van Defensie, handelende in overeenstemming met de minister van Verkeer
en Waterstaat, van 7 februari 1984, nr. C 83/507/005, (Stcrt. 34), inzake de Opsporings-
en Reddingsdienst, worden ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inzake de SAR-dienst 1994. Deze regeling
zal in de Staatscourant worden geplaatst.