Wijzigingsbesluit Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968 (toegang van de regeling [...] werkzaam bij het Ministerie van Defensie)

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-03-2001.]
Geraadpleegd op 11-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 30-09-1994 t/m heden

Besluit van 2 september 1994, houdende wijziging van de Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968 met betrekking tot de toegang van de regeling voor militaire ambtenaren en burgerambtenaren werkzaam bij het Ministerie van Defensie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 16 juni 1994, nr. PAV6185/94015632;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet en artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931;

De Raad van State gehoord (advies van 25 juli 1994, nr. W07.94.0371);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 29 augustus 1994, nr. PAV6185/94019332;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II

  • 1 De militaire ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Militaire Ambtenarenwet 1931 die vóór 1 januari 1994 op zijn bijzondere spaarrekening in de zin van artikel 4 van de Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968 een op zijn bezoldiging ingehouden bedrag had uitstaan, komt in aanmerking voor de toekenning van een spaarpremie over dat bedrag met overeenkomstige toepassing van die regeling.

  • 2 De militaire ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Militaire Ambtenarenwet 1931 die vóór 1 januari 1994 betalingen heeft verricht in de zin van artikel 5 van de Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968 komt in aanmerking voor de toekenning van een premie met overeenkomstige toepassing van die regeling.

Artikel III

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 september 1994

Beatrix

De Minister van Defensie,

J. J. C. Voorhoeve

Uitgegeven de negenentwintigste september 1994

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager