Tuchtreglement COKZ

[Regeling vervallen per 01-07-2012.]
Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-02-1997 en zichtdatum 25-02-1997.
Geldend van 25-02-1997 t/m 30-06-2012

Tuchtreglement COKZ

Het centraal bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting: COKZ),

gelet op artikel 13, derde lid, van de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971, 371), alsmede artikel 25, tweede lid, en artikel 30 van de statuten van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (Stcrt. 1992, 63),

heeft in zijn vergadering van 15 september 1994 vastgesteld het navolgende reglement:

Definities

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

In dit reglement wordt verstaan onder:

het COKZ: de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel, gevestigd te Leusden;

centraal bestuur: het centraal bestuur van het COKZ;

statuten: de statuten van het COKZ;

tuchtgerecht: tuchtgerecht in eerste aanleg, orgaan van het COKZ, als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de statuten;

raad van beroep: het tuchtgerecht in hoger beroep, orgaan van het COKZ als bedoeld in de artikelen 27, eerste lid en artikel 30 van de statuten;

voorzitter: de voorzitter van een tuchtgerecht, dan wel bij diens ontstentenis of verhindering de vice-voorzitter;

secretaris: de secretaris van een tuchtgerecht, dan wel bij diens ontstentenis of verhindering de adjunct-secretaris:

aangeslotene: aangeslotene van het COKZ als bedoeld in artikel 18 van de statuten;

landbouwkwaliteitsbesluit: algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet (Wet van 8 april 1971, Staatsblad nr. 371);

voorschrift: bij of krachtens een landbouwkwaliteitsbesluit gestelde regel met betrekking tot producten, ten aanzien waarvan toezicht en/of keuring aan het COKZ is opgedragen;

de Minister: de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Bevoegdheid en samenstelling van het tuchtgerecht in eerste aanleg

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Er is een algemeen tuchtgerecht, dat is belast met tuchtrechtspraak in eerste aanleg terzake van overtredingen, door aangeslotenen begaan, van het bij of krachtens een landbouwkwaliteitsbesluit bepaalde.

  • 2 Het algemeen tuchtgerecht is gevestigd te Leusden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het tuchtgerecht is samengesteld uit een lid-voorzitter, een lid-vice-voorzitter en ten minste zes andere leden. Het wordt bijgestaan door een secretaris.

  • 2 Ter zitting dient hetzij de voorzitter, hetzij de fungerend secretaris te voldoen aan de vereisten voor benoeming tot rechter in een arrondissementsrechtbank.

  • 3 Het centraal bestuur benoemt de in het eerste lid bedoelde personen, alsmede de adjunct-secretaris, voor vier jaar; zij zijn terstond herbenoembaar. Leden van het centraal bestuur kunnen niet voor deze benoeming in aanmerking komen.

  • 4 De benoeming van de voorzitter en de vice-voorzitter behoeft de goedkeuring van de Minister.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Echtgenoten, bloedverwanten of aanverwanten tot de derde graad ingesloten, kunnen niet tezamen zijn voorzitter, vice-voorzitter, lid, secretaris of adjunct-secretaris van het tuchtgerecht.

  • 2 Indien een huwelijk mocht worden aangegaan na de benoeming zal de jongst benoemde als gevolg daarvan zijn functie verliezen.

  • 3 Indien zwagerschap mocht ontstaan na de benoeming, zal degene die haar veroorzaakt als gevolg daarvan zijn functie verliezen, tenzij de Minister en de Minister van Justitie goedkeuren dat hij zijn functie behoudt.

    Zwagerschap houdt op door de ontbinding van het huwelijk dat haar veroorzaakte.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het centraal bestuur kan een voorzitter, een vice-voorzitter, een lid, een secretaris of een adjunct-secretaris ontslaan of op non-actief stellen. Tot ontslag of het stellen op non-actief anders dan op eigen verzoek kan slechts worden besloten indien hiertoe ernstige gronden bestaan. Het ontslag of het stellen op non-actief wordt aan betrokkene bij aangetekend schrijven medegedeeld.

  • 2 Tegen een beslissing als bedoeld in de tweede zin van het vorige lid staat binnen vier weken na verzending van het daar bedoeld aangetekend schrijven beroep open op de Minister.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De kosten van het tuchtgerecht komen ten laste van het COKZ.

  • 2 De leden, de secretaris en de adjunct-secretaris van het tuchtgerecht ontvangen een door het centraal bestuur vast te stellen vacatiegeld voor het bijwonen van een zitting; voorts ontvangen zij vergoeding van gemaakte reis- en verblijfskosten.

  • 3 Het centraal bestuur kan aan de voorzitter, de vice-voorzitter, de secretaris en de adjunct-secretaris een verdere vergoeding voor hun werkzaamheden toekennen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de voorzitter bepalen dat het tuchtgerecht zitting houdt buiten de plaats waar het is gevestigd.

  • 2 Het tuchtgerecht houdt zitting met drie leden, de voorzitter daaronder begrepen. Het wordt zowel ter zitting als in raadkamer door de secretaris bijgestaan.

  • 3 De voorzitter bepaalt in welke personele samenstelling het tuchtgerecht zitting houdt en welk lid een voor een zitting aangewezen lid bij diens verhindering zal vervangen.

  • 4 Indien een voor een zitting aangewezen lid verhinderd is de zitting bij te wonen, geeft hij daarvan onverwijld kennis aan de fungerend secretaris, die alsdan het als vervanger aangewezen lid oproept.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het tuchtgerecht kan aan een aangeslotene die een voorschrift heeft overtreden een of meer van de volgende maatregelen opleggen:

    • a. berisping;

    • b. geldboete van ten hoogste f 10 000,–;

    • c. het stellen van een aangeslotene onder verscherpte controle op zijn kosten voor ten hoogste twee jaren;

    • d. openbaarmaking van de tuchtbeschikking op kosten van de aangeslotene.

  • 2 De tuchtrechtelijke maatregel van berisping bestaat uit een schriftelijk of mondeling vermaan tot de betrokkene in verband met de begane overtreding.

  • 3 In gevallen waarin het tuchtgerecht besluit tot de in het eerste lid onder c of d genoemde maatregelen, stelt het tevens het geschatte bedrag van de daaraan verbonden komen vast, welk bedrag door de betrokkene moet worden voldaan. Wordt openbaarmaking van de tuchtbeschikking gelast, dan bepaalt het tuchtgerecht tevens de wijze waarop deze dient te geschieden.

Rechtsgang van het tuchtrechtelijk geding

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een zaak wordt binnen vier maanden na constatering van de ten laste gelegde overtreding door of namens het centraal bestuur bij het tuchtgerecht aanhangig gemaakt door middel van een schriftelijke verklaring, inhoudende:

    een korte omschrijving van de ten laste gelegde overtreding met vermelding van de relevante feiten; naam en adres van de betrokken aangeslotene of aangeslotenen. De schriftelijke verklaring kan vergezeld gaan van een voorstel van of namens het centraal bestuur met betrekking tot de op te leggen tuchtmaatregel.

  • 2 Tezamen met de in het vorige lid bedoelde schriftelijke verklaring dienen alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan het tuchtgerecht te worden overgelegd.

  • 3 Afschriften van de schriftelijke verklaring en van alle op de zaak betrekking hebbende stukken worden gezonden aan de Officier van Justitie bij de rechtbank van het arrondissement waar de overtreding zou zijn gepleegd. Toezending aan de Officier van Justitie geschiedt niet, indien deze heeft laten weten dat daarvan kan worden afgezien.

  • 4 Een zaak wordt niet aanhangig gemaakt dan ingevolge overleg met de Officier van Justitie.

  • 5 Dit overleg wordt door of namens de voorzitter van het centraal bestuur gevoerd.

  • 6 De directeur van het COKZ of diens plaatsvervanger is, voorzover het centraal bestuur niet anders bepaalt, bevoegd ter uitvoering van het eerste lid van dit artikel te handelen namens het centraal bestuur en ter uitvoering van het vijfde lid van dit artikel namens de voorzitter van het centraal bestuur.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een bij het tuchtgerecht aangebrachte zaak kan door de voorzitter worden afgedaan, indien naar zijn oordeel geen andere maatregel dan een berisping of een geldboete van ten hoogste f 5000,– dient te worden opgelegd. In dat geval wordt een afschrift van de in artikel 9, eerste lid, bedoelde verklaring tevoren aan de aangeslotene toegezonden en wordt de aangeslotene in de gelegenheid gesteld schriftelijk verweer te voeren binnen twee weken na verzending van die verklaring.

  • 2 De met toepassing van het eerste lid gegeven tuchtbeschikking bevat de gronden en wijst de voorschriften aan, waarop zij berust, en – zo tot het opleggen van een maatregel wordt besloten – ook deze maatregel. Zij wordt terstond bij aangetekende brief ter kennis van de aangeslotene gebracht, onder mededeling van het bepaalde in het volgende lid. Afschrift van de beschikking wordt gezonden aan het centraal bestuur en degene die de zaak namens het centraal bestuur aanhangig heeft gemaakt en voorts aan de in artikel 9, derde lid, bedoelde Officier van Justitie, tenzij deze heeft laten weten dat daarvan kan worden afgezien.

  • 3 De aangeslotene, het centraal bestuur en degene die de zaak namens het centraal bestuur aanhangig heeft gemaakt, kunnen bij brief, verzonden binnen vier weken na dagtekening van de tuchtbeschikking van de voorzitter, aan het tuchtgerecht mondelinge behandeling verzoeken. In dat geval wordt de tuchtbeschikking van de voorzitter als niet gegeven beschouwd en wordt de zaak verder overeenkomstig de volgende artikelen behandeld.

  • 4 Een beroep als bedoeld in artikel 22 staat tegen een tuchtbeschikking van de voorzitter niet open.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 10, wordt de aangeslotene binnen een termijn van acht weken nadat een zaak tegen hem bij het tuchtgerecht aanhangig is gemaakt onderscheidenlijk binnen acht weken nadat overeenkomstig artikel 10, derde lid, mondelinge behandeling is verzocht, bij aangetekende brief opgeroepen om op een door de voorzitter te bepalen dag en uur ter zitting te verschijnen. De oproeping wordt tenminste twee weken voor de dag ter zitting aan hem toegezonden en vermeldt de plaats van de zitting. Met inachtneming van dezelfde termijn wordt ook het centraal bestuur of degene die de zaak namens het centraal bestuur aanhangig heeft gemaakt ter zitting opgeroepen.

  • 2 De oproeping aan de aangeslotene gaat vergezeld van een afschrift van de in artikel 9, eerste lid, bedoelde verklaring en van alle op de zaak betrekking hebbende stukken.

  • 3 De oproeping aan de aangeslotene houdt in:

    • a. indien getuigen en deskundigen ter zitting zijn opgeroepen, de namen, het beroep en de woonplaats van deze personen;

    • b. de mededeling, dat de aangeslotene bevoegd is getuigen en deskundigen ter zitting mede te brengen;

    • c. de mededeling, dat de aangeslotene bevoegd is zich ter zitting door een raadsman te doen bijstaan.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De zittingen van het tuchtgerecht zijn openbaar, tenzij naar het oordeel van de voorzitter dringende redenen zich daartegen verzetten.

  • 2 Tenzij het tuchtgerecht beslist dat de aangeslotene in persoon moet verschijnen, kan hij zich ter zitting doen vertegenwoordigen door een advocaat, indien deze verklaart daartoe bepaaldelijk gemachtigd te zijn, of wel door een schriftelijk gemachtigde.

  • 3 Het tuchtgerecht kan weigeren bepaalde personen, die niet zijn advocaat, als gemachtigde toe te laten. Alsdan wordt de zaak tot een volgende zitting aangehouden.

  • 4 Het tuchtgerecht stelt bij aangetekende brief de aangeslotene met de aanhouding en de reden daarvan in kennis en roept hem tevens op om op de voor de zaak bepaalde nadere zitting in persoon of vertegenwoordigd door een advocaat of andere schriftelijke gemachtigde te verschijnen.

  • 5 De aangeslotene kan zich te allen tijde door een raadsman doen bijstaan. Het tuchtgerecht kan weigeren bepaalde personen, die niet zijn advocaat, als raadsman toe te laten. Bij zodanige weigering houdt het tuchtgerecht op verzoek van de betrokkende de zaak tot een volgende zitting aan.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Tegen de aangeslotene, die niet is verschenen of, ingeval zijn persoonlijke verschijning niet is gelast, zich niet heeft laten vertegenwoordigen, wordt verstek verleend. De behandeling wordt daarna voortgezet.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een lid van het tuchtgerecht kan zich verschonen en kan worden gewraakt, indien te zijnen aanzien feiten of omstandigheden bestaan, waardoor in het algemeen zijn onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

  • 2 De wraking dient te worden voorgedragen, terstond nadat de behandeling van de zaak is geopend. Redenen van wraking worden alle tegelijk voorgedragen.

  • 3 Over verschoning of wraking wordt ten spoedigste door het tuchtgerecht beslist. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het tuchtgerecht is bevoegd ambtshalve of op verzoek van de betrokken aangeslotene getuigen bij aangetekend schrijven op te roepen.

  • 2 Indien de getuige niet op de oproeping verschijnt, kan het tuchtgerecht de Officier van Justitie bij de arrondissementsrechtbank binnen welker rechtsgebied het tuchtgerecht is gevestigd, verzoeken de getuige ter zitting van het tuchtgerecht te dagvaarden.

  • 4 De voorzitter van het tuchtgerecht kan een getuige de eed of belofte doen afleggen dat hij de waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het tuchtgerecht kan ambtshalve of op verzoek van de betrokken aangeslotene een of meer deskundigen benoemen, zonodig met opdracht een onderzoek in te stellen en daarvan verslag uit te brengen.

  • 2 Het tuchtgerecht roept deskundigen bij aangetekend schrijven op. De voorzitter van het tuchtgerecht kan een deskundige de eed of belofte doen afleggen dat hij zijn taak naar geweten zal vervullen.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Opgeroepen en verschenen getuigen en deskundigen, niet zijnde functionarissen van het COKZ, ontvangen een vergoeding overeenkomstig het tarief in strafzaken.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het tuchtgerecht kan de behandeling ter zitting schorsen onder opgaaf van redenen.

  • 2 Indien bij schorsing geen tijdstip voor hervatting van de behandeling is bepaald, doet de secretaris zo spoedig mogelijk bij aangetekende brief aan de aangeslotene en aan degene, die de zaak aanhangig heeft gemaakt, mededeling van het daarvoor op zo kort mogelijke termijn vastgestelde tijdstip. Het tijdstip van hervatting kan niet liggen binnen 6 dagen na de datum van die mededeling.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde mededeling gaat vergezeld van een afschrift van alle op de zaak betrekking hebbende stukken, voor zover niet reeds toegezonden ingevolge artikel 11, tweede lid.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het is aan de voorzitter en de andere leden verboden buiten de zitting:

    • a. hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen bekend te maken;

    • b. de gevoelens te openbaren, welke in de raadkamer over aanhangige zaken zijn geuit;

    • c. over een voor hen aanhangige zaak of over een zaak die naar zij weten, zouden kunnen weten of vermoeden voor hen aanhangig zal worden, zich uit te laten in enig onderhoud of gesprek met de aangeslotene of zijn raadsman of van dezen enige bijzondere inlichting of schriftelijk stuk aan te nemen.

  • 2 De in het eerste lid omschreven verbodsbepalingen gelden mede voor de secretaris en de adjunct-secretaris voor zover de aard van hun werkzaamheden niet anders vordert.

  • 3 De geheimhoudingsplicht geldt ook na beëindiging van de functie.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het tuchtgerecht beraadslaagt en beslist in raadkamer, zo mogelijk in aansluiting aan de behandeling ter zitting. Terstond na raadkamer wordt ter zitting uitspraak gedaan. Wanneer dat niet mogelijk is, kan de voorzitter een nadere datum voor de uitspraak bepalen, welke binnen drie weken, nadat de behandeling ter zitting is afgesloten, moet plaatshebben.

  • 2 Het tuchtgerecht grondt zijn uitspraak uitsluitend op hetgeen ter zitting is gebleken. De tuchtbeschikking wordt door de voorzitter en secretaris ondertekend, zij bevat de gronden en wijst de voorschriften aan, waarop zij berust, en – zo tot het opleggen van een maatregel is besloten – ook deze maatregel. Afschrift van de beschikking wordt toegestuurd aan de aangeslotene, het centraal bestuur en degene die de zaak namens het centraal bestuur aanhangig heeft gemaakt en voorts aan de in artikel 9, derde lid, bedoelde Officier van Justitie, tenzij deze heeft laten weten, dat daarvan kan worden afgezien. De verzending aan de aangeslotene geschiedt per aangetekende post.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Bij de kennisgeving van de beschikking, als bedoeld in artikel 20, tweede lid, wordt de aangeslotene medegedeeld dat overeenkomstig artikel 22 binnen de in artikel 23, eerste lid, genoemde termijn tegen de tuchtbeschikking beroep kan worden ingesteld bij de raad van beroep.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De aangeslotene, aan wie een maatregel is opgelegd, alsmede het centraal bestuur, kan tegen een tuchtbeschikking beroep instellen bij de te Utrecht gevestigde raad van beroep.

  • 2 De raad van beroep is samengesteld uit een lid-voorzitter, een lid-vice-voorzitter en tenminste drie andere leden. Hij wordt bijgestaan door een secretaris.

  • 3 De voorzitter, de vice-voorzitter en de secretaris van de raad van beroep moeten voldoen aan de vereisten voor benoeming tot rechter in een arrondissementsrechtbank.

  • 4 Leden van het tuchtgerecht kunnen niet worden benoemd als lid van de raad van beroep.

  • 5 Het bepaalde in artikel 3, derde en vierde lid, en in de artikelen 4 tot en met 8 is met betrekking tot de samenstelling, kosten, functionering en bevoegdheid van de raad van beroep van overeenkomstige toepassing, behoudens dat de raad van beroep – anders dan bij artikel 7, eerste lid, is bepaald voor het tuchtgerecht – uitsluitend zitting houdt in de plaats waar hij is gevestigd.

Hoger beroep tegen een tuchtbeschikking

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Hoger beroep wordt ingesteld door een schriftelijke mededeling, welke door de raad van beroep of diens secretaris moet zijn ontvangen binnen vier weken na ter post bezorging van de in artikel 20, tweede lid, bedoelde aangetekende brieven. In geval deze termijn wordt overschreden, kan de raad de appellant niettemin in zijn hoger beroep ontvankelijk verklaren, indien daartoe naar zijn oordeel bijzondere aanleiding bestaat.

  • 2 De schriftelijke mededeling, bedoeld in het vorige lid, vermeldt de naam en het adres van de appellant, en gaat vergezeld van een afschrift van de tuchtbeschikking waartegen het hoger beroep is gericht.

  • 3 De secretaris van de raad van beroep zendt bericht van het ingestelde beroep aan de andere partij, aan de in artikel 9, derde lid, bedoelde Officier van Justitie, tenzij deze heeft laten weten dat daarvan kan worden afgezien, en aan de secretaris van het tuchtgerecht. De secretaris van dit tuchtgerecht zendt de op de zaak betrekking hebbende stukken zo spoedig mogelijk aan de raad van beroep.

  • 4 Op het geding bij de raad van beroep is het bepaalde in artikel 11, eerste en derde lid, en de artikelen 12 tot en met 20 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van ’het tuchtgerecht’ gelezen moet worden: ’de raad van beroep’. Ter zitting van de raad van beroep kan het centraal bestuur of degene die de zaak namens het centraal bestuur aanhangig heeft gemaakt zich doen bijstaan door een raadsman.

  • 5 Indien de appellant ontvankelijk is in zijn beroep, kan de raad van beroep de beschikking waartegen het beroep is gericht, bekrachtigen of vernietigen. In het laatste geval doet de raad de zaak zelf af.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Bij de kennisgeving van de beschikking van de raad van beroep wordt aan de betrokken aangeslotene, aan wie een maatregel is opgelegd, medegedeeld dat tegen die beschikking beroep als bedoeld in Titel IV van de Wet Tuchtrechtspraak Bedrijfsorganisatie openstaat op het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, uitsluitend terzake van de gronden, omschreven in artikel 17 van die wet, en dat dit beroep behoort te worden ingesteld binnen twee weken na verzending van voormelde kennisgeving door een schriftelijke verklaring van of namens de betrokken aangeslotene aan de griffier van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.

Raad van beroep beslissend als tucht-gerecht in eerste aanleg

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Degene die een zaak bij een tuchtgerecht aanhangig heeft gemaakt en de betrokken aangeslotene kunnen schriftelijk overeenkomen dat de zaak rechtstreeks zal worden aanhangig gemaakt bij de raad van beroep. De artikelen 11 tot en met 20 en artikel 24 zijn dan van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat in plaats van ’het tuchtgerecht’ gelezen moet worden ’de raad van beroep’. Tegen een ingevolge van dit lid gegeven beslissing van de raad van beroep staat geen ander beroep open dan op het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, en zulks uitsluitend ter zake van de gronden, omschreven in artikel 17 van de Wet Tuchtrechtspraak Bedrijfsorganisatie.

Tenuitvoerlegging

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De tenuitvoerlegging van beschikkingen van het tuchtgerecht en van de raad van beroep geschiedt op last van het centraal bestuur. Van tenuitvoerlegging kan niet worden afgezien tenzij met goedkeuring van de voorzitter van de raad van beroep.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Een tuchtbeschikking wordt niet ten uitvoer gelegd zolang daartegen beroep openstaat of op een ingesteld beroep nog niet is beslist.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Dit reglement kan worden aangehaald als ’Tuchtreglement COKZ’.