Besluit van de Minister van Justitie van 19 september 1994, nr. 457711/594/NE, houdende
mandaat aan de procureurs-generaal inzake toekenning van politiebevoegdheden aan buitengewoon
opsporingsambtenaren
De Minister van Justitie,
Overwegende, dat de procureurs-generaal in de in artikel 142, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafvordering genoemde gevallen zelfstandig beslissen over toekenning van de opsporingsbevoegdheid
aan buitengewoon opsporingsambtenaren;
dat het gewenst is dat de procureurs-generaal in die gevallen eveneens kunnen beslissen
over toekenning van de in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993 genoemde bevoegdheden (politiebevoegdheden);
Gelet op artikel 142, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafvordering en artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;
Gezien het verslag van de vergadering van procureurs-generaal van 17 augustus 1994,
waarin instemming is betuigd met de mandatering van een deel van de in artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993 omschreven bevoegdheid;