Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van
25 april 1994, no. J. 946683, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken,
gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op richtlijn nr. 91/628/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 betreffende de bescherming
van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de richtlijnen nr. 90/425/EEG en nr. 91/496/EEG (PbEG 1991, L 340) en gelet op de artikelen 38, 44, eerste en tweede lid, 58, 60 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Gezien de adviezen van de Commissie voor de Toetsing van Wetgevingsprojecten (16 november
1993), de Raad voor Dierenaangelegenheden (8 en 15 november 1993, RDA/930065/HJ en
RDA/930067/HJ), de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (14 september
1993, 93.1562/B1403/?RR), het Landbouwschap (31 augustus 1993 en 24 november 1993,
04/2002a.01 en B042200a.W01), het Produktschap voor Vee en Vlees (8 september 1993 en 18 november 1993, tjb/sa/nr.
52844), het Bedrijfschap voor de Handel in Vee (27 augustus 1993, 8411/mp), Air Transport
Association Netherlands (9 augustus 1993 en 10 november 1993, K/AB/ATAN-280 en K/NA/ATAN-409),
Rechten voor al wat leeft (13 september 1993 en 15 november 1993), het Produktschap
voor Pluimvee en Eieren (6 september 1993, 93SAE299), het Bedrijfschap Pluimveehandel
en -industrie (18 augustus 1993, 93SAP534), de SAVEETRA (Samenwerkende Veetransportbedrijven)(25
augustus 1993, SAV068.93/SCH/DH), de FOCWA (Nederlandse vereniging van ondernemers
in het Carosseriebedrijf) (31 augustus 1993, HB/sha), N.V. Luchthaven Schiphol (30
augustus 1993, GH/nj/79167), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde
(17 november 1993, 1163.93/Jsve) en de Nederlandse Vereniging van Noodslachters (13
oktober 1993).
De Raad van State gehoord (advies van 1 augustus 1994, no. W11.94.0260);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 19 oktober 1994, no. J. 9415926, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische
Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan: