Besluit van 29 november 1994, houdende het Warenwetbesluit Gezondheidscontroles levensmiddelen
van dierlijke oorsprong (intraverkeer)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 augustus
1994, nr. DGV92/VVP/L941819, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische
Zaken en Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op Richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire
controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging
van de interne markt (PbEG L 395);
alsmede op artikel 1, vierde lid, artikel 9, onder b, artikel 13 en artikel 14, van de Warenwet;
Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 8 juli 1994 met nummer 14796/(060/4/19/20/21)5;
De Raad van State gehoord (advies van 1 november 1994, nr. W13.94.0548);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
15 november 1994, nr. DGV gz/VVP/L 942358, uitgebracht in overeenstemming met Onze
Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan: