Aanwijzing opsporingsambtenaren voor de Wegenverkeerswet 1994

[Regeling vervallen per 02-01-2005.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2004 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-01-1995 t/m 01-01-2005

Aanwijzing opsporingsambtenaren voor de Wegenverkeerswet 1994

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

  • 1 Personen die op 31 december 1994 bevoegd zijn tot het opsporen van strafbare feiten op basis van de Wegenverkeerswet, zijn na de inwerkingtreding van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd tot opsporing van de feiten die bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 strafbaar zijn gesteld.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

  • 1 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in artikel 1 blijft gelden tot het moment waarop onherroepelijk is beslist op de aanvraag tot beëdiging als buitengewoon opsporingsambtenaar, voor zover die aanvraag vóór 1 april 1995 is ingediend bij de procureur-generaal.

  • 3 Indien voor 1 april 1995 ten behoeve van de in het eerste lid genoemde persoon geen aanvraag tot het beëdigen van de desbetreffende persoon is ingediend, vervalt de in het eerste lid bedoelde opsporingsbevoegdheid op 1 april 1995.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Dit besluit zal worden geplaatst in de Staatscourant en het Algemeen politieblad.

's-Gravenhage, 7 december 1994

De

Minister

vanJustitie,
namens deze,
het

hoofd van de Directie Politie

,

H. P. Wooldrik