Warenwetregeling Melkeiwitten (caseïne en caseïnaten)

[Regeling vervallen per 22-12-2016.]
Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 17-04-2014 en zichtdatum 17-04-2014.
Geldend van 14-02-2000 t/m 12-12-2014

Warenwetregeling Melkeiwitten (caseïne en caseïnaten)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gelet op artikel 4, tweede lid, onder b, van het Warenwetbesluit Zuivel;

Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet (advies van 8 april 1994 met nummer 14721/(21)5);

Besluit:

§ 1:. Definities, reikwijdte en algemene eisen

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. caseïne:

    de gewassen en gedroogde, in water onoplosbare eiwitstof die in de grootste hoeveelheid in melk voorkomt en uit magere melk wordt verkregen door precipitatie door:

    • -

      toevoeging van zuur;

    • -

      microbiële aanzuring;

    • -

      lebstremsel; of

    • -

      andere melkcoagulerende enzymen;

    onverminderd een eventuele voorafgaande toepassing van ionenwisselings- en concentratieprocédés;

    b. caseïnaten:

    de waren die worden verkregen door droging van met neutraliserende middelen behandelde caseïne;

    c. magere melk:

    de melkafgifte van één of meer koeien waaraan niets is toegevoegd en waarvan alleen het vetgehalte is verlaagd;

    d. %:

    massaprocenten.

  • 2 Deze regeling is niet van toepassing op waren die bestemd zijn voor uitvoer naar een land dat:

    • a. niet behoort tot de Europese Unie; of

    • b. geen partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

De in deze regeling bedoelde waren voldoen aan de volgende eisen:

  • a. het loodgehalte bedraagt ten hoogste 1 mg/kg;

  • b. vreemde stoffen zoals houtdeeltjes, metaal, haren of delen van insekten zijn afwezig in 25 g; en

  • c. zij hebben een warmtebehandeling ondergaan.

§ 2:. Verplichte aanduidingen

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

De aanduiding ‘melkeiwit, type voedingszuurcaseïne’ of ‘voedingszuurcaseïne’ mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïne bestemd voor menselijke voeding, die voldoet aan de volgende eisen:

  • a. voor wat betreft essentiële voorschriften inzake de samenstelling:

    • het vochtgehalte bedraagt ten hoogste 10,0%;

    • het gehalte aan melkeiwitten, berekend op de droge stof, bedraagt van ten minste 90%, waarvan het gehalte aan caseïne ten minste 95% bedraagt;

    • het melkvetgehalte, berekend op de droge stof, bedraagt ten hoogste 2,25%;

    • het titreerbaar zuurgehalte, uitgedrukt in ml 0,1 N NaOH-oplossing per gram, bedraagt ten hoogste 0,27;

    • het asgehalte, inclusief P2O5, bedraagt ten hoogste 2,5%;

    • het gehalte aan watervrije lactose bedraagt ten hoogste 1%; en

    • het gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes) bedraagt ten hoogste 22,5 mg per 25 g;

  • b. de waar is verkregen door middel van precipitatie met behulp van uitsluitend een of meer van de volgende proceshulpstoffen en bacteriecultures: melkzuur (E 270), zoutzuur (E 507), zwavelzuur (E 513), citroenzuur (E 330), azijnzuur (E 260), orthofosforzuur (E 338), wei en bacteriecultures die melkzuur voortbrengen; en

  • c. voor wat betreft de organoleptische eigenschappen:

    • vreemde geuren zijn afwezig;

    • de kleur van de waar is wit tot crème; en

    • in de waar komen geen klonten voor die bij een lichte druk niet kapotgaan.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

De aanduiding ‘melkeiwit, type voedingslebcaseïne’ of ‘voedingslebcaseïne’ mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïne bestemd voor menselijke voeding, die voldoet aan de volgende eisen:

  • a. voor wat betreft essentiële voorschriften inzake de samenstelling:

    • het vochtgehalte bedraagt ten hoogste 10,0%;

    • het gehalte aan melkeiwitten, berekend op de droge stof, bedraagt van ten minste 84%, waarvan het gehalte aan caseïne ten minste 95% bedraagt;

    • het melkvetgehalte, berekend op de droge stof, bedraagt ten oogste 2%;

    • het asgehalte, inclusief P2O5, bedraagt ten minste 7,50%;

    • het gehalte aan watervrije lactose bedraagt ten hoogste 1%; en

    • het gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes) bedraagt ten hoogste 22,5 mg per 25 g;

  • b. de waar is verkregen door middel van precipitatie met behulp van uitsluitend stremsel of andere melkcoagulerende enzymen; en

  • c. voor wat betreft de organoleptische eigenschappen:

    • vreemde geuren zijn afwezig;

    • de kleur van de waar is wit tot crème; en

    • in de waar komen geen klonten voor die bij een lichte druk niet kapotgaan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

De aanduiding ‘voedingscaseïnaten’ mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïnaten bestemd voor menselijke voeding, die voldoet aan de volgende eisen:

  • a. voor wat betreft essentiële voorschriften inzake de samenstelling:

    • het vochtgehalte bedraagt ten hoogste 8%;

    • het gehalte aan caseïne-eiwitten van de melk, berekend op de droge stof, bedraagt van ten minste 88%;

    • het melkvetgehalte, berekend op de droge stof, bedraagt ten hoogste 2,0%;

    • het gehalte aan watervrije lactose bedraagt ten hoogste 1,0%; en

    • de pH bedraagt ten minste 6,0 en ten hoogste 8,0; en

    • het gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes) bedraagt ten hoogste 22,5 mg per 25 g;

  • b. de waar is verkregen uit caseïne met behulp van uitsluitend hydroxiden, carbonaten, fosfaten en citraten van natrium, kalium, calcium, ammonium en magnesium; en

  • c. voor wat betreft de sensorische eigenschappen:

    • de waar heeft een zeer licht aroma en vreemde geuren zijn afwezig;

    • de kleur van de waar is wit tot crème;

    • in de waar komen geen klonten voor die bij een lichte druk niet kapotgaan: en

    • de waar is bijna geheel oplosbaar in gedistilleerd water, met uitzondering van de calciumcaseïnaten.

§ 3:. Vermeldingen

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

  • 1 Bij een op de voet van artikel 3, 4 of 5 aangeduide waar wordt gebezigd:

    • a. indien de waar binnen Nederlands grondgebied wordt gebracht vanuit een land dat niet behoort tot de Europese Unie en dat ook geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte: de naam van het land van oorsprong; en

    • b. voor de caseïnaten: een vermelding van het kation of de kationen.

  • 2 Bij een waar die bestaat uit een mengsel van de in deze regeling bedoelde waren, worden de volgende vermeldingen gebezigd:

    • a. ‘mengsel van …’, gevolgd door de aanduidingen van de verschillende waren waaruit het mengsel bestaat, in afnemende gewichtsvolgorde;

    • b. de vermelding van het kation of de kationen voor caseïnaat of caseïnaten; en

    • c. het gehalte aan eiwitten voor de mengsels die caseïnaten bevatten.

§ 4:. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als:

Warenwetregeling Melkeiwitten (caseïne en caseïnaten).

Artikel 8

[Regeling vervallen per 22-12-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers