Erkenningsregeling snelheidsbegrenzers

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 01-01-2013.
Geldend van 04-07-2007 t/m 30-04-2009

Regeling houdende vaststelling regels erkenning tot het inbouwen van snelheidsbegrenzers in motorrijtuigen (Erkenningsregeling snelheidsbegrenzers)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 100, 101, en 102 van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede artikel 6.14 van het Voertuigreglement;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. de Minister:

    de Minister van Verkeer en Waterstaat;

    b. de Directeur:

    de Directeur van de Dienst Wegverkeer;

    c. richtlijn 92/24/EEG:

    richtlijn 92/24/EEG van de Raad van de Europese gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen (PbEG L 129);

    d. importeur:

    door de fabrikant contractueel erkende importeur;

    e. installateur:

    natuurlijke persoon of rechtspersoon die gerechtigd is tot installatie van snelheidsbegrenzers;

    f. installatie:

    het inbouwen en op de juiste snelheid afstellen en verzegelen van snelheidsbegrenzers;

    g. mobiele installatie-eenheid:

    installatie-eenheid waarmee niet steeds in dezelfde werkplaats, doch afwisselend in verscheidene werkplaatsen gewerkt wordt;

    h. RDW:

    Dienst Wegverkeer;

    i. steekproef:

    een steekproefsgewijze controle als bedoeld in artikel 102 van de Wegenverkeerswet 1994 van een voertuig waarin een snelheidsbegrenzer is ingebouwd;

    j. werkplaats:

    overdekte en behoorlijk af te sluiten ruimte, waarin de installatie onder alle weersomstandigheden normaal kan plaatsvinden;

    k. controleapparaat:

    controleapparaat als bedoeld in Bijlage I of Bijlage IB van verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PbEG L 370).

  • 2 Een wijziging van richtlijn 92/24/EEG treedt in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven. De Minister doet mededeling in de Staatscourant van het desbetreffende tijdstip van inwerkingtreding.

Hoofdstuk 2. Erkenningseisen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De erkenning wordt verleend voor de door de natuurlijke persoon of rechtspersoon gevoerde merken snelheidsbegrenzer ten aanzien waarvan deze voldoet aan de in dit hoofdstuk gestelde eisen.

  • 2 Een erkenning voor één of meer mobiele installatie-eenheden kan worden verleend aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon voor de door deze gevoerde merken snelheidsbegrenzer ten aanzien waarvan wordt voldaan aan de in artikel 9 gestelde eisen.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde mobiele installatie-eenheid wordt ten behoeve van de identificatie gekoppeld aan:

    • a. de naam van de persoon die de werkzaamheden als mobiele installatie-eenheid verricht, dan wel

    • b. het kenteken van het voertuig van waaruit de werkzaamheden als mobiele installatie-eenheid worden verricht.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De aanvrager van een erkenning moet beschikken over:

  • a. een verzegelinrichting en verzegelmateriaal dat geschikt is voor de gevoerde merken snelheidsbegrenzer,

  • b. apparatuur voor het afstellen en het controleren van de afstelling van de gevoerde merken snelheidsbegrenzers in een stilstaand voertuig, en

  • c. gereedschappen, werkplaatshandboeken en documentatie welke noodzakelijk zijn voor de installatie van de gevoerde merken snelheidsbegrenzer.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De aanvrager van een erkenning moet beschikken over een register waarvan de registerkaarten overeenkomen met het model zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De aanvrager van een erkenning dan wel het door hem aangewezen personeel moet met goed gevolg een cursus hebben doorlopen met betrekking tot:

    • a. het installeren en het functioneren van de in het kader van de erkenning te voeren merken snelheidsbegrenzers;

    • b. het functioneren van controleapparaten met betrekking tot aspecten die van belang zijn bij de installatie van snelheidsbegrenzers;

    • c. het functioneren van voertuigen met betrekking tot aspecten die van belang zijn bij de installatie van snelheidsbegrenzers;

    • d. de wettelijke voorschriften ten aanzien van snelheidsbegrenzers alsmede ten aanzien van controleapparaten voor zover van belang voor de installatie van snelheidsbegrenzers.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde cursus moet zijn georganiseerd door de fabrikant of importeur van de in het kader van de erkenning te voeren merken snelheidsbegrenzer dan wel door de fabrikant van het betrokken motorrijtuig.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De in artikel 5 bedoelde personen moeten door middel van een bewijs van deelname aantonen dat zij met goed gevolg de cursus hebben doorlopen.

  • 2 Deze personen moeten door de aanvrager van de erkenning bij de RDW worden aangemeld.

  • 3 Het bewijs van deelname moet in de werkplaats aanwezig zijn.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 6 moet de aanvrager van een erkenning dan wel het door hem aangewezen personeel beschikken over actuele kennis omtrent de in het kader van de erkenning te voeren merken snelheidsbegrenzer.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De aanvrager van een erkenning moet beschikken over een voorziening voor het door middel van datacommunicatie melden van de installatie aan de RDW. Deze voorziening moet geschikt zijn voor de toegangsstructuur van een door de Directeur geaccepteerd netwerk.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De aanvrager van een erkenning voor één of meer mobiele installatie-eenheden moet beschikken over het in artikel 4 bedoelde register.

  • 2 De aanvrager draagt er zorg voor dat:

    • a. elke mobiele installatie-eenheid is voorzien van de in artikel 3 voorgeschreven apparatuur;

    • b. bij elke mobiele installatie-eenheid een tot installatie bevoegd persoon als bedoeld in artikel 5, aanwezig is.

Hoofdstuk 3. Aanvraag erkenning

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De aanvraag voor een erkenning wordt gedaan door een aanvraagformulier waarvan het model in bijlage 2 bij deze regeling is opgenomen, in te dienen bij de RDW.

  • 2 De aanvrager van een erkenning overlegt tegelijk met het aanvraagformulier de volgende bescheiden:

    • a. voor zover inschrijving in het handelsregister ingevolge de Handelsregisterwet 1996 verplicht is, een niet eerder dan één jaar vóór het tijdstip van indiening van de aanvraag door de secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, waarbij de aanvrager of een onderneming waarop de aanvraag betrekking heeft, is ingeschreven, verstrekt uittreksel, afschrift, fotografische reproduktie of schriftelijke mededeling, waaruit blijkt dat de aanvrager of de onderneming op het tijdstip van afgifte van dat geschrift was ingeschreven in het handelsregister;

    • b. voor zover inschrijving in het handelsregister ingevolge boek 2 van het Burgerlijk Wetboek verplicht is of inschrijving in het handelsregister ingevolge artikel 30, derde lid, van Boek 2 van genoemd wetboek is geschied, een niet eerder dan één jaar vóór het tijdstip van indiening van de aanvraag door de secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken waarbij de aanvrager is ingeschreven, verstrekte afdruk of schriftelijke mededeling, waaruit blijkt dat de aanvrager op het tijdstip van afgifte van die afdruk of mededeling was ingeschreven in het handelsregister;

    • c. indien de aanvraag namens de aanvrager door een ander wordt ingediend, een gewaarmerkt afschrift van een geschrift waaruit blijkt dat die ander tot de vertegenwoordiging bevoegd is.

Hoofdstuk 4. Erkenningsvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

§ 1. Algemene erkenningsvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De met de installatie verband houdende werkzaamheden mogen slechts geschieden in de werkplaats welke in de erkenning is vermeld.

  • 2 Vanaf de buitenkant van elke werkplaats waarvoor de erkenning geldt is op een door de Dienst Wegverkeer vastgestelde en in de Staatscourant bekendgemaakte wijze zichtbaar dat de erkenning is verleend.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien het een erkenning voor een mobiele installatie-eenheid betreft.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De erkenninghouder moet voortdurend blijven voldoen aan de in hoofdstuk 2 opgenomen erkenningseisen.

  • 2 De installatie moet plaatsvinden overeenkomstig de in paragraaf 2 opgenomen voorschriften voor installatie.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De installatie mag alleen worden uitgevoerd door de in artikel 5 bedoelde personen, waarvan de namen ingevolge artikel 6 zijn aangemeld bij de RDW.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De erkenninghouder draagt er zorg voor dat de bij hem in gebruik zijnde verzegelinrichting alsmede de aan hem verstrekte toegangscodes niet toegankelijk zijn voor onbevoegden.

§ 2. Voorschriften voor installatie

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Bij installatie mag slechts gebruik worden gemaakt van snelheidsbegrenzers die voldoen aan het bepaalde in richtlijn 92/24/EEG en die voorzien zijn van een goedkeuringsmerk, zoals opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Er mag slechts tot installatie worden overgegaan indien:

    • a. de omtrek van de banden van de aangedreven wielen van het betrokken motorrijtuig niet meer dan 2,5% afwijkt van de bandenomtrek, vermeld op het in artikel 37, eerste lid, van de Regeling controleapparaten 2005, bedoelde installatieplaatje;

    • b. blijkt dat de verzegeling als bedoeld in hoofdstuk V, paragraaf 4, van bijlage I of als bedoeld in hoofdstuk V, paragraaf 3, van bijlage IB van verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PbEG L 370) van het controleapparaat aanwezig en niet verbroken is.

  • 2 Het eerste lid is slechts van toepassing indien het snelheidssignaal ten behoeve van de snelheidsbegrenzer afkomstig is van het controleapparaat.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Onverminderd artikel 16, eerste lid, onder b, mag voor de installatie een verzegeling van het controleapparaat verbroken worden, mits het verbreken van deze verzegeling noodzakelijk is voor de aansluiting van de snelheidsbegrenzer op het controleapparaat.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De snelheidsbegrenzer moet worden geïnstalleerd met inachtneming van:

    • a. de door de fabrikant of importeur van de snelheidsbegrenzer ten aanzien van het desbetreffende merk gegeven installatie-instructies,

    • b. de door de fabrikant of importeur van het controleapparaat gegeven instructies ten aanzien van de installatie van een snelheidsbegrenzer, alsmede

    • c. de door de fabrikant of importeur van het betrokken voertuig gegeven instructies ten aanzien van de installatie van een snelheidsbegrenzer.

  • 2 De snelheidsbegrenzer moet worden geïnstalleerd met behulp van de in artikel 3 bedoelde gereedschappen en apparatuur.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De snelheidsbegrenzer moet worden afgesteld op de in artikel 5.3.15, derde lid, van het Voertuigreglement, bepaalde snelheid.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De snelheidsbegrenzer moet in overeenstemming met het ter zake bepaalde in richtlijn 92/24/EEG worden verzegeld overeenkomstig het door de fabrikant van de desbetreffende snelheidsbegrenzer opgestelde verzegelplan.

  • 2 De verzegeling van de verbinding tussen de snelheidsbegrenzer en de brandstofpomp mag door een erkende installateur worden aangebracht ongeacht het merk snelheidsbegrenzer waarvoor deze is erkend, waarbij de melding als bedoeld in artikel 23 achterwege kan blijven.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Van iedere installatie moeten de volgende gegevens in het register worden vastgelegd:

    • a. met betrekking tot de installateur:

      • 1º. de naam, het adres, de postcode en plaats van de installateur,

      • 2º. de naam van de persoon die de installatie heeft verricht;

    • b. met betrekking tot het voertuig:

      • 1º. het kenteken, of

      • 2º. indien het voertuig nog niet is voorzien van een kenteken, het chassisnummer,

      • 3º. het merk en type, en

      • 4º. de bandenomtrek van de aangedreven wielen in mm;

    • c. met betrekking tot de snelheidsbegrenzer:

      • 1º. het merk en type,

      • 2º. het goedkeuringsmerk, en

      • 3º. de ingestelde maximum snelheid;

    • d. met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden:

      • 1º. de datum van de installatie,

      • 2º. de handtekening van de in onderdeel a, onder 2° bedoelde persoon, en

      • 3º. het tijdstip van melding van de installatie, en

      • 4º. het resultaat van de installatie.

  • 2 De registerkaart moet door de erkenninghouder voor een periode van ten minste twee jaar vanaf het moment van installatie worden bewaard.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In de bestuurdersruimte moet op een duidelijk zichtbare plaats een installatieplaatje worden aangebracht waarop de ingestelde snelheid op onuitwisbare wijze is vermeld.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Nadat de installatie is voltooid en, indien de verzegeling van het controleapparaat overeenkomstig het gestelde in artikel 17 is verbroken, nadat deze door een erkende installateur van snelheidsbegrenzers of controleapparaten opnieuw is aangebracht, moeten door middel van datacommunicatie de volgende gegevens aan de RDW worden gemeld:

    • a. indien het voertuig is voorzien van een kenteken:

      • het kenteken en de meldcode gevormd door de laatste vier cijfers van het chassisnummer;

    • b. indien het voertuig nog niet is voorzien van een kenteken:

      • het volledige chassisnummer.

  • 2 In geval van een mobiele installatie-eenheid moet in aanvulling op het eerste lid tevens het adres en de postcode van de werkplaats waar de installatie is verricht, worden gemeld.

  • 3 De door de directeur gegeven aanwijzingen met betrekking tot de melding moeten in acht worden genomen.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Indien het voertuig blijkens mededeling van de RDW ten aanzien van de snelheidsbegrenzer aan een steekproef moet worden onderworpen, gelden voor de erkenninghouder de in de volgende leden genoemde verplichtingen.

  • 2 De erkenninghouder mag in de staat van een voertuig dat aan een steekproef moet worden onderworpen, gedurende negentig minuten na de in artikel 23 bedoelde melding geen wijziging aanbrengen of laten aanbrengen.

  • 3 Aan een steekproef moet alle medewerking worden verleend. Onder alle medewerking wordt in ieder geval verstaan:

    • a. dat de persoon die ingevolge artikel 13 bevoegd is tot installeren, aanwezig is;

    • b. dat indien de keuring verricht is door een mobiele installatie-eenheid, deze eenheid bij de steekproef aanwezig is;

    • c. feitelijke assistentie wordt verleend bij het uitvoeren van de steekproef. Voorts moeten de ter zake door de Directeur gegeven aanwijzingen in acht worden genomen.

  • 4 Indien bij de steekproef wordt vastgesteld dat de snelheidsbegrenzer niet overeenkomstig de voorschriften voor installatie is ingebouwd, afgesteld en verzegeld, wordt door de functionaris van de RDW een steekproefcontrolerapport opgemaakt welke door deze wordt ondertekend, alsmede door de persoon die de installatie heeft verricht.

  • 5 De eigenaar of houder van een voertuig, waarvoor een steekproef wordt vereist:

    • a. moet voorafgaande aan de steekproef deel I A dan wel deel I van het kentekenbewijs, behorende bij het desbetreffende voertuig, aan de daartoe aangewezen functionaris van de RDW, overleggen,

    • b. mag in de in het tweede lid, bedoelde periode van 90 minuten geen wijzigingen brengen of laten brengen in de staat van het voertuig.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De erkenninghouder mag geen handelingen verrichten dan wel laten verrichten die er toe leiden dat de snelheidsbegrenzer, nadat het voertuig ingevolge artikel 23 bij de RDW is gemeld, niet langer op de voorgeschreven wijze is afgesteld of verzegeld.

Hoofdstuk 5. Toezicht

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De in dit hoofdstuk opgenomen regels ten aanzien van het toezicht op werkplaatsen zijn, voor zover niet anders bepaald, tevens van toepassing op het toezicht op mobiele installatie-eenheden.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Het bepaalde in de paragrafen 2 en 3 laat de bevoegdheid tot intrekking, wijziging en schorsing van de erkenning, zoals omschreven in artikel 103 van de wet, in andere gevallen dan de in paragrafen 2 en 3 beschreven gevallen, onverlet.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Onverminderd het bepaalde in artikel 24, derde lid, moet in het kader van het toezicht alle medewerking aan de daartoe aangewezen functionarissen van de RDW worden verleend. Hieronder wordt onder andere verstaan:

  • a. het verlenen van toegang tot de werkplaats,

  • b. het verstrekken van inlichtingen, en

  • c. het overleggen van bescheiden.

De door de Directeur aangegeven aanwijzingen moeten in acht worden genomen.

§ 2. Toezicht op erkenningseisen en algemene erkenningsvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 29

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Nadat een erkenning is verleend wordt ten minste één maal per twee jaar door middel van een herschouwing onderzocht of de erkenninghouder alsmede de werkplaats nog voldoen aan de in hoofdstuk 2 opgenomen erkenningseisen en of de in hoofdstuk 4 opgenomen erkenningsvoorschriften worden nageleefd. Deze controle kan tevens plaatsvinden in het kader van een steekproef van het voertuig.

Artikel 30

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Indien aan één of meer erkenningseisen of erkenningsvoorschriften niet wordt voldaan, is ingevolge artikel 103, tweede lid, van de wet intrekking of wijziging van de erkenning voor de betrokken werkplaats mogelijk.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde intrekking of wijziging van de erkenning zal, indien de erkenningseis of het erkenningsvoorschrift waaraan niet wordt voldaan slechts betrekking heeft op het installeren van bepaalde merken snelheidsbegrenzers, beperkt blijven tot die merken.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde intrekking of wijziging van de erkenning zal, in het geval dat de erkenninghouder een erkenning heeft voor meerdere werkplaatsen, indien een van deze werkplaatsen niet voldoet aan de erkenningseisen of erkenningsvoorschriften, beperkt blijven tot die desbetreffende werkplaats.

Artikel 31

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Indien er sprake is van een in het eerste lid van artikel 29 bedoelde situatie die echter op korte termijn hersteld kan worden, kan, in plaats van intrekking of wijziging van de erkenning, overgegaan worden tot schorsing van de erkenning voor een termijn van ten hoogste twaalf weken.

  • 2 Wordt binnen de in het eerste lid genoemde termijn niet aangetoond dat wederom aan de erkenningseisen wordt voldaan, dan volgt alsnog intrekking of wijziging van de erkenning.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In geval van niet-naleving door de erkenninghouder van:

  • a. de in artikel 23 neergelegde verplichtingen ten aanzien van het melden van een voertuig, of

  • b. de in artikel 24, tweede en derde lid, opgenomen voorschriften, wordt terstond intrekking van de erkenning overwogen.

§ 3. Toezicht op voorschriften voor installatie

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 33

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De steekproef wordt uitgevoerd door een door de Directeur aangewezen functionaris van de RDW en vindt plaats in de werkplaats waar de installatie is verricht.

  • 2 Bij de steekproef wordt onderzocht of de snelheidsbegrenzer overeenkomstig de installatievoorschriften is geïnstalleerd.

Artikel 34

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Het resultaat van de steekproef telt mee in een door de Directeur vastgesteld systeem van bonus- en strafpunten, dat bekendgemaakt wordt in de Staatscourant. Aan de hand van dit systeem wordt vastgesteld of de kwaliteit van de door de erkenninghouder verrichte inbouwen van dien aard is dat verminderd toezicht, verscherpt toezicht dan wel intrekking van de erkenning mogelijk dan wel noodzakelijk is.

  • 2 De kennisgeving van het verscherpen van het toezicht kan plaatsvinden door middel van datacommunicatie. In dat geval wordt de kennisgeving na daartoe strekkend verzoek van de belanghebbende in een beschikking vastgelegd.

Hoofdstuk 6. Overgangs-en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 35

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling bestaande erkenningen als installateur van snelheidsbegrenzers die zijn verleend op basis van artikel 66, onderdeel ij, van het Wegenverkeersreglement, worden aangemerkt als te zijn verleend op grond van artikel 101 van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 36

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de artikelen 100, 101 en 102 van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede artikel 6.14 van het Voertuigreglement in werking treden.

Artikel 37

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Erkenningsregeling snelheidsbegrenzers.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Bijlage 1. behorende bij artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

REGISTER VOOR INSTALLATEURS VAN SNELHEIDSBEGRENZERS

1.

Gegevens installateur

3.

Gegevens snelheidsbegrenzer

Naam:

Merk en type:

Adres:

Goedkeuringsmerk:

Postcode en

Plaats:

Ingestelde maximum snelheid:

km/h

Naam uitvoerder werkzaamheden:

2.

Voertuiggegevens

4.

Diversen

Kenteken:1

Installatie goedgekeurd: ja/neen2

Chassisnummer:

Installatiedatum:

Merk en type:

Tijdstip melding:

Bandenomtrek van de aangedreven wielen:

mm

Handtekening:

Bijlage 2. behorende bij artikel 10

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Aanvraag erkenning als installateur en/of reparateur van tachografen of installateur van snelheidsbegrenzers

Rijksdienst voor het Wegverkeer

Postbus 777

2700 AT Zoetermeer

     

Algemene gegevens

   

Gegevens aanvrager (natuurlijk persoon of rechtspersoon)

Lees eerst de toelichting voordat u begint met invullen

1. Naam

 

Postrekeningnummer

 

Adres

 

Bank en rekeningnummer

 

Postcode en Plaats

 

Postrekeningnummer van de bank

 

Telefoonnummer

 

Heeft de aanvrager al een andere erkenning via de RDW?

ja

nee

   

Zo ja, het nummer van de erkenning vermelden

 
   

Gegevens van degene die de aanvraag namens de rechtspersoon indient

 

2. Naam

 

Telefoonnummer

 

Functie

     
 

Aantal door de aanvrager geëxploiteerde werkplaatsen of mobiele installatie-eenheden waarvooer (uitbreiding van de) erkenning wordt aangevraagd

 

3. Aantal werkplaatsen

Aantal mobiele installatie-eenheden

 
   

Gegevens van de aanvrager (natuurlijk persoon of rechtspersoon) in een register bij de Kamer van Koophandel

 

4. Adres Kamer van Koophandel

 

In welk register heeft de inschrijving plaatsgevonden?

  • handelsregister

  • verenigingsregister

  • stichtingenregister

Postcode en plaats

 

Dossiernummer

 

Datum inschrijving

 
   

Categorieën en merken waarvoor de erkenning wordt aangevraagd

 

5. Erkenning wordt aangevraagd als

6. Gevoerde merken

   
  • installateur van tachografen

  • reparateur van tachografen

  • installateur van snelheidsbegrenzers

 

c.

f.

a.

d.

g.

b.

e.

h.

       

 Ondertekening

 

Datum

 

Handtekening

 

Plaats

   
   

model RDW/R-93-0890

blad 1

Aanvraag erkenning als installateur en/of reparateur van tachografen of installateur van snelheidsbegrenzers

Rijksdienst voor het Wegverkeer

Postbus 777

2700 AT Zoetermeer

 

Gegevens per werkplaats/mobiele eenheid

Algemeen

7. Adres werkplaats

8. Welke van de categorieën is voor de werkplaats/mobiele installatie-eenheid van toepassing

  • installateur van tachografen

  • reparateur van tachografen

  • installateur van snelheidsbegrenzers

Postcode en plaats

 

Telefoonnummer

 

7a Kenteken mobiele installatie-eenheid

 
 

Apparatuur en hulpmiddelen tachograaf

9. Wegdraaitalmeetapparatuur

ja

nee

15 Onderzoeksjablone

ja

nee

Goedgekeurd

ja

nee

16 Aangepaste rollentestbank of aangepaste remmentestbank

ja

nee

10 Impulsenteller

ja

nee

Hulpapparatuur goedgekeurd

ja

nee

Goedgekeurd

ja

nee

11 Verzegelinrichting + verzegelmateriaal

ja

nee

17 Meetbaan

ja

nee

Verzegelnummer + identificatie

   

18 Overige per merk door de importeur voorgeschreven apparatuur en gereedschappen aanwezig volgens specificaties

ja

nee

12 Bandenpomp + bandenspanningsmeter

ja

nee

13 Testapparatuur voor snelheids- en afstandsmeting

ja

nee

19 Werkplaatshandboeken en dokumentatie per merk

ja

nee

Goedgekeurd

ja

nee

   

14 Apparatuur voor het onderzoeken van registratiebladen voorzien van loep

ja

nee

       

Apparatuur en hulpmiddelen snelheidsbegrenzer

   

20 Verzegelinrichting + verzegelmateriaal

ja

nee

22 Werkplaatshandboeken en dokumentatie per merk

ja

nee

Verzegelnummer of identificatie

 

23 Overige per merk noodzakelijke gereedschappen aanwezig

ja

nee

21 Apparatuur voor afstelling en controle van de afstelling van de gevoerde merken snelheidsbegrenzers in een stilstaand voertuig

ja

nee

   
     

Administratie en afmelden

     

24 Zijn er voor de werkplaats of de mobiele installatoe-eenheid registerkaarten beschikbaar vlgens het vertraagde model

ja

nee

25 Heeft de aanvrager een voorziening voor melden door middel van datacommunicatie ter beschikking

ja

nee

   

model RDW/R-93-0890

blad 2

Aanvraag erkenning als installateur en/of reparateur van tachografen of installateur van snelheidsbegrenzers

Rijksdienst voor het Wegverkeer

Postbus 777

2700 AT Zoetermeer

 

Gegevens per werkplaats/mobiele eenheid

Personeel

26 in de werkplaats of de mobiele installaatie-eenheid zijn de hieronder ingevulde personen werkzaam welke beschikken over een bewijs van deelname aan een door de fabrikant of importeur georganiseerde cursus. Plaats een kruisje voor elke gevolgde cursus.3

Zie blad 1 voor de merken

NAAM:

Merk »

a

b

c

d

e

f

g

h

 

IT

               

RT

               

IS

               
 

IT

               

RT

               

IS

               
 

IT

               

RT

               

IS

               
 

IT

               

RT

               

IS

               
 

IT

               

RT

               

IS

               
 

IT

               

RT

               

IS

               
 

IT

               

RT

               

IS

               
 

IT

               

RT

               

IS

               

 Ondertekening

 

Datum

 

Handtekening

 
 

Plaats

   

model RDW/R-93-0890

blad 3

Bijlage 4. behorende bij artikel 15

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Goedkeuringsmerk van een snelheidsbegrenzer

Het goedkeuringsmerk voor een snelheidsbegrenzer als bedoeld in artikel 15 bestaat uit:

  • -

    een rechthoek waarbinnen een kleine letter “e” is aangebracht, gevolgd door een onderscheidingsnummer of onderscheidingsletters van het land dat de goedkeuring van de snelheidsbegrenzer heeft verleend, waarbij de volgende karakters toegepast kunnen worden:

    • Duitsland 1

    • Frankrijk 2

    • Italië 3

    • Nederland 4

    • België 6

    • Spanje 9

    • Verenigd Koninkrijk 11

    • Luxemburg 13

    • Denemarken 18

    • Portugal 21

    • Griekenland EL

    • Ierland IRL

  • -

    een goedkeuringsnummer, dat in een willekeurige stand in de nabijheid van de rechthoek is aangebracht.

Voorbeeld:

Bijlage 33770.png

De cijfers 4 en 001241 zijn slechts bij wijze van voorbeeld aangegeven.

Het hierboven afgebeelde goedkeuringsmerk geeft aan dat de snelheidsbegrenzer in Nederland (e4) is goedgekeurd met als goedkeuringsnummer 001241.

  1. Behoeft niet ingevuld te worden indien het voertuig nog niet van een kenteken is voorzien. ^ [1]
  2. doorhalen wat niet van toepassing is ^ [2]
  3. IT = installateur tachografen RT = reparateur tachografen IS = installateur snelheidsbegrenzer ^ [3]