Bijlage bedoeld in artikel 23c, eerste lid, van de Wet inzake de wisselkantoren
[Regeling vervallen per 19-07-2002]
Artikel 2.
[Regeling vervallen per 19-07-2002]
1. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van een bepaling als genoemd
in tabel 1, is bij de vaststelling van de hoogte van deze boete de volgende categorie-indeling
naar opbrengst respectievelijk balanstotaal van toepassing met de daarbij behorende
factor:
Categorie-indeling normgeadresseerden
Categorie I: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van minder dan € 45 400;
Factor: 0,25;
Categorie II: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van ten minste € 45 400
maar minder dan € 90 800; Factor: 0,5;
Categorie III: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van ten minste € 90 800
maar minder dan € 226 900, alsmede kredietinstellingen en financiële instellingen
opgenomen in het register, bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van minder dan € 45 378 000; Factor: 1;
Categorie IV: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van ten minste € 226 900
maar minder dan € 453 800, alsmede kredietinstellingen en financiële instellingen
opgenomen in het register, bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van ten minste € 45 378 000 maar minder dan € 453 780 000;
Factor: 2;
Categorie V: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van ten minste € 453 800,
alsmede kredietinstellingen en financiële instellingen opgenomen in het register,
bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van ten minste € 453 780 000 maar minder dan € 4 537 800.000;
Factor: 3;
Categorie VI: kredietinstellingen en financiële instellingen opgenomen in het register,
bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van ten minste € 4 537 800.000 maar minder dan € 45 378 020.000;
Factor: 4;
Categorie VII: kredietinstellingen en financiële instellingen opgenomen in het register,
bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van ten minste € 45 378 020.000; Factor: 5.
2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, bedoeld in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor behorende bij de categorie naar opbrengst respectievelijk
balanstotaal, bedoeld in het eerste lid.
3. Indien de gegevens omtrent de opbrengst respectievelijk balanstotaal niet aan de
Bank beschikbaar zijn gesteld, kan de Bank aan degene aan wie de boete wordt opgelegd
verzoeken deze gegevens binnen een door hem te stellen termijn te verstrekken. Indien
de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling
van de hoogte van de boete categorie VII van toepassing.