Wijziging Regeling tijdelijke vrijstelling verplichting tot inhouding ziekenfondspremie

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006 en zichtdatum 01-01-2006.
Geldend van 01-01-1995 t/m 31-12-2005

Wijziging Regeling tijdelijke vrijstelling verplichting tot inhouding ziekenfondspremie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 14, vierde lid, onder a en b, en 14a, derde lid, van het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet;

Gezien het advies van de Ziekenfondsraad (advies van 18 oktober 1994, kenmerk VERZ/34401/94);

Besluit:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

[Red: Wijzigt de Regeling tijdelijke vrijstelling van de verplichting tot inhouding ziekenfondspremie]

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In afwijking van artikel 1a van de Regeling tijdelijke vrijstelling van de verplichting tot inhouding ziekenfondspremie is het orgaan dat niet direct in staat is ziekenfondspremie in te houden over de door dat orgaan betaalbaar gestelde uitkering, bedoeld in artikel 14, vierde lid, onder a en b, van het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet, voor ten hoogste twaalf maanden niet belast met de inhouding van de verschuldigde ziekenfondspremie voor degenen die bij de inwerkingtreding van de Wet van 9 juni 1994 (Stb. 465) tot wijziging van de Ziekenfondswet en enige andere wetten in verband met uitbreiding van de personele werkingssfeer van de Ziekenfondswet met een bepaalde categorie van AOW-gerechtigden (verplichte ziekenfondsverzekering AOW-gerechtigden) en aanpassing van AOW-rechten in verband met te betalen premie ziektekostenverzekering, ingevolge de bepalingen van die wet verplicht verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet zijn geworden.

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 1994.

Deze Regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voornoemd,

E. Borst-Eilers