Wijzigingswet Wet op de omzetbelasting 1968 (invoering van een bijzondere regeling [...] voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten)

[Regeling vervallen per 01-09-2003.]
Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-06-2003 en zichtdatum 07-11-2024.
Geldend van 01-01-1995 t/m 31-08-2003

Wet van 23 december 1994, tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een bijzondere regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wetgeving inzake omzetbelasting dient te worden aangepast aan richtlijn nr. 94/5/EG van de Raad van de Europese Unie van 14 februari 1994 tot aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG - Bijzondere regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten (PbEG L 60);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld, die zonodig afwijken van de Wet op de omzetbelasting 1968 zoals die luidt nadat deze wet in werking is getreden, ter zake van leveringen aan ondernemers door andere ondernemers uit een lid-staat die één van de bijzondere overgangsbepalingen toepast van artikel 28 sexdecies van de Zesde Richtlijn als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel a, van die wet.

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

De artikelen 28b, 28c en 28d van de Wet op de omzetbelasting 1968 zijn niet van toepassing op leveringen van de in die artikelen bedoelde goederen die voor 1 januari 1995 aan een wederverkoper zijn geleverd met toepassing van artikel 8, derde lid, van die wet, zoals dat artikellid luidde voor die datum.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 23 december 1994

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de achtentwintigste december 1994

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager