Wet van 23 december 1994, tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband
met de invoering van een bijzondere regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen,
voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wetgeving inzake omzetbelasting dient
te worden aangepast aan richtlijn nr. 94/5/EG van de Raad van de Europese Unie van 14 februari 1994 tot aanvulling van het gemeenschappelijk
stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG - Bijzondere regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen
en antiquiteiten (PbEG L 60);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: