-
a. halfzware olie, gasolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas: hetgeen ingevolge de artikelen 26 en 28 van de Wet op de accijns onder deze begrippen wordt verstaan;
-
b. L: een liter bij een temperatuur van 15°C;
-
c. weg, motorrijtuig en pleziervaartuig: hetgeen ingevolge artikel 27, vijfde lid, van de Wet op de accijns onder deze begrippen wordt verstaan;
-
d. invoer: invoer in de zin van de Wet op de accijns;
-
e. uitslag: uitslag in de zin van de Wet op de accijns;
-
f. aansluiting: een aansluiting van een in Nederland gelegen onroerende zaak als bedoeld
in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken op een Nederlands distributienet waaruit elektriciteit of aardgas aan de verbruiker
wordt geleverd; een aansluiting kan bestaan uit een of meer leveringspunten;
-
g. installatie voor warmtekrachtkoppeling: een installatie waarin aardgas wordt verstookt
voor de gecombineerde opwekking van warmte en kracht met een totaal energetisch rendement
van minimaal 60%, gebaseerd op de calorische onderwaarde van het gas. Onder het totaal
energetisch rendement wordt verstaan de som van het rendement van de elektriciteitsopwekking
en tweederde deel van het rendement van de productie van nuttig aan te wenden warmte,
berekend op de onderste verbrandingswaarde van aardgas;
-
h. installatie voor blokverwarming: een gemeenschappelijke voorziening, niet zijnde een
installatie voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in onderdeel g, voor de verwarming van meer dan een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende zaken;
-
i. hernieuwbare energiebronnen: wind, zonne-energie, aardwarmte, golfenergie, getijdenenergie,
waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas;
-
j. biomassa: de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen
van de landbouw, met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen, de bosbouw en
aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel
en huishoudelijk afval;
-
k. zuivere biomassa: producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw, met inbegrip
van plantaardige en dierlijke stoffen, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken die
geheel biologisch afbreekbaar zijn, alsmede industrieel en huishoudelijk afval dat
geheel biologisch afbreekbaar is;
-
l. Nm3: een normaalkubiekemeter;
-
m. aardgas: producten van de GN-codes 2711 11 00 en 2711 21 00;
-
n. overige gassen: hoogovengas, cokesovengas, kolengas, raffinaderijgas en KV-gas als
bedoeld in de GN-code 2705;
-
o. elektriciteit: elektrische energie van de GN-code 2716;
-
p. brandstof: een stof – met inbegrip van alle daaraan toegevoegde stoffen – dienende
voor verbranding met het doel de daarbij ontstane energie te benutten, bij welke verbranding
verontreinigende stoffen in de buitenlucht kunnen geraken;
-
q. energie-intensief bedrijf: een zakelijke eenheid als bedoeld in artikel 36i, zevende lid, waar de kosten van de aankoop van energieproducten en elektriciteit ten minste 3,0%
van de productiewaarde uitmaken, of waar de verschuldigde energiebelasting en accijns
op minerale oliën ten minste 0,5% van de toegevoegde waarde bedraagt;
-
r. kosten van aankoop van energieproducten en elektriciteit, productiewaarde en toegevoegde
waarde: hetgeen ingevolge artikel 17, eerste lid, onderdeel a, van Richtlijn 2003/96/EG
van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling
voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PbEG L 283) onder deze begrippen
wordt verstaan;
-
s. CNG: aardgas dat na compressie geschikt is voor de aanwending in motorrijtuigen;
-
t. CNG-vulstation: een rechtstreeks op het distributienet van aardgas aangesloten inrichting
waar uitsluitend aardgas wordt samengeperst tot CNG, dat wordt afgeleverd aan motorrijtuigen.