Besluit van 31 januari 1995, tot vaststelling van regels voor het na gebruik innemen
en verwerken van batterijen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 4 juli 1994, nr. MJZ04794019, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 3, 4 en 5 van richtlijn nr. 91/157/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 maart 1991 betreffende batterijen
en accu's die gevaarlijke stoffen bevatten (PbEG L 78) en de artikelen 10.4, eerste lid, tweede lid, onder a en e, en zesde lid, 10.6
en 10.8, onder a, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 21 november 1994, no. W08.94.0426);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 25 januari 1995, no. MJZ 25195050, Centrale Directie Juridische
Zaken, afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: