Wet van 16 maart 1995, houdende regelen met betrekking tot de vervaardiging, het in
de handel brengen en de in-, uit- en doorvoer van bepaalde chemicaliën ter voorkoming
van misbruik
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van richtlijn 92/109/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1992 inzake de vervaardiging
en het in de handel brengen van bepaalde stoffen die worden gebruikt voor de illegale
vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (PbEG L 370) en in verband met de uitvoering van verordening (EEG) nr. 3677/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1990, houdende maatregelen
om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging
van verdovende middelen en psychotrope stoffen (PbEG L 357) noodzakelijk is bij de wet regelen te stellen ten aanzien van de vervaardiging
en het in de handel brengen van bepaalde chemicaliën alsmede ten aanzien van de op
het terrein van in-, uit- en doorvoer te verlenen vergunningen en de sanctionering
van de overtreding van de bepalingen van de verordening;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: