Wet van 23 maart 1995, houdende regeling van de organisatie belast met de inning van
onderhoudsbijdragen voor kinderen en met de vaststelling en inning van ouderbijdragen
voor jeugdhulpverlening
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de uitoefening van de
taken met betrekking tot de inning van onderhoudsbijdragen voor kinderen en de vaststelling
en inning van ouderbijdragen jeugdhulpverlening door de dependance Gouda van de raad
voor de kinderbescherming Den Haag en door de daar gedetacheerde werkeenheid van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te verzelfstandigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: