Besluit van 26 april 1995, houdende vaststelling van regels omtrent de hoogte van
de ouderbijdrage en omtrent het inkomen en de hoogte van de eigen bijdrage in de kosten
van justitiële kinderbescherming en vrijwillige jeugdhulpverlening
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, gedaan
mede namens de Staatssecretaris van Justitie, van 22 maart 1995, DJB/FEA-95315;
Gelet op artikel 41a, tweede lid, en 41b, derde lid, van de Wet op de jeugdhulpverlening;
De Raad van State gehoord (advies van 13 april 1995, no. W13.95.0160);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
in overeenstemming met de Staatssecretaris van Justitie van 24 april 1995, DJB-951560;
Hebben goedgevonden en verstaan: