Hoofdstuk II. Archiefbescheiden in het algemeen
De overheidsorganen zijn verplicht de onder hen berustende archiefbescheiden in goede,
geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, alsmede zorg te dragen
voor de vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden.
-
1 Een regeling, waarbij overheidsorganen worden opgeheven, samengevoegd of gesplitst,
dan wel waarbij een of meer taken van een overheidsorgaan worden overgedragen aan
een ander overheidsorgaan, houdt een voorziening in omtrent hun archiefbescheiden.
-
3 Een regeling, waarbij taken van een overheidsorgaan geheel of gedeeltelijk worden
overgedragen aan een rechtspersoon houdt een voorziening in omtrent de terbeschikkingstelling
aan die rechtspersoon van de op die taken betrekking hebbende archiefbescheiden, voor
zover deze niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, voor een tijdvak van
ten hoogste twintig jaar. Deze voorziening houdt tenminste in een nadere bepaling
van het in de eerste volzin bedoelde tijdvak, alsmede een bepaling omtrent het toezicht
op het beheer van de desbetreffende archiefbescheiden, overeenkomstig het bij of krachtens
deze wet bepaalde.
Tot vernietiging van in een rijksarchiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden
mag Onze minister slechts overgaan na machtiging van degene, op wiens last deze archiefbescheiden
zijn overgebracht.
De zorgdrager is bevoegd archiefbescheiden te vervangen door reprodukties, teneinde
de aldus vervangen bescheiden te vernietigen.
Indien archiefbescheiden ten onrechte berusten onder een ander overheidsorgaan dan
dat waaronder zij behoren te berusten, zien de betrokken zorgdragers erop toe, dat
die bescheiden te bestemder plaatse geraken.
-
1 Ieder die archiefbescheiden onder zich heeft, is verplicht deze binnen vier weken,
nadat hij een daartoe strekkende kennisgeving heeft ontvangen, aan het overheidsorgaan,
waaronder zij volgens de bepalingen van deze wet zouden behoren te berusten, voor
rekening en risico van dit overheidsorgaan af te staan, teneinde het in de gelegenheid
te stellen hiervan een reproduktie te vervaardigen.
-
2 Het overheidsorgaan geeft de archiefbescheiden binnen vier weken na ontvangst terug
aan degene, die deze heeft afgestaan, ook al kan de overheid op die bescheiden uit
anderen hoofde rechten doen gelden.
-
3 Indien archiefbescheiden ouder dan twintig jaar door het overheidsorgaan nog veelvuldig
worden gebruikt of geraadpleegd kan op verzoek van de zorgdrager machtiging tot opschorting
van de overbrenging van die archiefbescheiden worden verleend door Onze minister dan
wel, indien het archiefbescheiden betreft voor de bewaring waarvan een andere dan
een rijksarchiefbewaarplaats of een provinciale archiefbewaarplaats is aangewezen,
door gedeputeerde staten.
-
4 De in het derde lid bedoelde machtiging, waaraan voorwaarden kunnen worden verbonden,
wordt verleend voor een periode van ten hoogste tien jaar, na afloop waarvan verlenging
kan worden verkregen.
De archiefbescheiden die in een archiefbewaarplaats berusten zijn, behoudens het bepaalde
in de artikelen 15, 16 en 17, openbaar. Ieder is, behoudens de beperkingen die voortvloeien uit het in die artikelen
bepaalde, bevoegd die archiefbescheiden kosteloos te raadplegen en daarvan of daaruit
afbeeldingen, afschriften, uittreksels en bewerkingen te maken of op zijn kosten te
doen maken.
-
1 Bij de overbrenging van de in artikel 1, onder c 1° en 2°, bedoelde archiefbescheiden kan de zorgdrager, na advies van de beheerder van de
archiefbewaarplaats, slechts beperkingen aan de openbaarheid stellen voor een bepaalde
termijn en met het oog op:
-
a. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
-
b. het belang van de Staat of zijn bondgenoten;
-
c. het anderszins voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken
natuurlijke personen of rechtspersonen danwel van derden.
Voor zover de beheerder van een archiefbewaarplaats een rijksarchivaris is als bedoeld
in artikel 26, tweede lid, wordt het advies, bedoeld in de eerste volzin, gevraagd aan de algemene rijksarchivaris,
bedoeld in artikel 25, eerste lid.
-
2 De zorgdrager ten aanzien van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden
kan, na de in het eerste lid bedoelde overbrenging, niet alsnog beperkingen als bedoeld
in het eerste lid stellen, tenzij zich na het tijdstip van overbrenging omstandigheden
hebben voorgedaan die, waren zij op dat tijdstip bekend geweest, tot het stellen van
beperkingen aan de openbaarheid ingevolge het eerste lid zouden hebben geleid.
-
3 De zorgdrager ten aanzien van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden,
kan, gehoord degene op wiens last de archiefbescheiden zijn overgebracht, de ingevolge
het eerste of het tweede lid aan de openbaarheid gestelde beperkingen opheffen, dan
wel ten aanzien van een verzoeker buiten toepassing laten, indien het belang van de
gestelde beperking niet opweegt tegen diens belang tot raadpleging of gebruik van
de archiefbescheiden.
-
4 Ingevolge het eerste of het tweede lid aan de openbaarheid gestelde beperkingen hebben
geen betrekking op archiefbescheiden die ouder zijn dan vijfenzeventig jaar, tenzij
door Onze minister dan wel, indien het archiefbescheiden betreft voor de bewaring
waarvan een andere dan een rijksarchiefbewaarplaats of een provinciale archiefbewaarplaats
is aangewezen, door gedeputeerde staten anders wordt beslist.
-
4 Indien de aard of de mate van raadpleging of gebruik van archiefbescheiden een ernstige
bedreiging vormt voor hun toestand, is de beheerder bevoegd te bepalen dat in de plaats
van die archiefbescheiden reprodukties, niet zijnde archiefbescheiden als bedoeld
in artikel 1, onder c 4°, ter beschikking worden gesteld.
-
1 De beheerder van een archiefbewaarplaats is verplicht archiefbescheiden voor een bepaalde
tijd uit te lenen aan het overheidsorgaan, waaronder de bescheiden, indien zij niet
naar een archiefbewaarplaats waren overgebracht, zouden berusten, tenzij naar zijn
oordeel de toestand van de archiefbescheiden zich daartegen verzet.
-
2 De beheerder van een archiefbewaarplaats is, met inachtneming van de aan de openbaarheid
gestelde beperkingen, bevoegd archiefbescheiden voor een bepaalde tijd uit te lenen
aan een instelling, mits een deskundig beheer en een veilige bewaring zijn gewaarborgd.
Aan een zodanige uitlening kunnen voorwaarden worden verbonden.
De beheerder van een archiefbewaarplaats is bevoegd afschriften af te geven van een
authentieke akte die volgens deze wet door hem bewaard moet worden.
-
1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking
tot de duurzaamheid van door overheidsorganen op te maken archiefbescheiden, omtrent
de bouw, verbouwing, inrichting en verandering van inrichting van archiefruimten en
archiefbewaarplaatsen, alsmede omtrent de ingebruikneming van gebouwen of gedeelten
van gebouwen als archiefruimte of archiefbewaarplaats.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de opleiding
tot en het verkrijgen van diploma's in de archivistiek.
Hoofdstuk IX. Overgangs- en slotbepalingen
De Archiefwet 1962 (Stb. 313) wordt ingetrokken.
De voor de inwerkingtreding van deze wet op grond van de artikelen 7a en 7b van de Archiefwet 1962 aan de openbaarheid gestelde beperkingen blijven van kracht.
De onder de overheidsorganen berustende archiefbescheiden die op het moment van de
inwerkingtreding van deze wet ouder zijn dan twintig jaar, worden op last van de zorgdrager
binnen een tijdvak van tien jaar na inwerkingtreding van deze wet naar een archiefbewaarplaats
overgebracht.
-
1 De op grond van het koninklijk besluit van 28 augustus 1919 (Stb. 547) tussen het Rijk en gemeenten getroffen regelingen met betrekking tot de inbewaringgeving
van archiefbescheiden van de rechtbanken in eerste aanleg en van de vredegerechten
blijven gehandhaafd, totdat deze regelingen na overleg met burgemeester en wethouders
van de desbetreffende gemeente worden beëindigd.
-
2 De op grond van de koninklijke besluiten van 19 april 1929 (Stb. 171), 31 mei 1929 (Stb. 269), 6 juli 1929 ( Stb. 381) en 24 november 1932 (Stb. 560) tussen het Rijk en de gemeenten getroffen regelingen met betrekking tot de inbewaringgeving
van de in die besluiten bedoelde archiefbescheiden blijven gehandhaafd, totdat deze
regelingen zijn vervangen door een regeling tot de vervreemding van die archiefbescheiden.
-
3 De ingevolge de in het tweede lid genoemde koninklijke besluiten naar een rijksarchiefbewaarplaats
overgebrachte archiefbescheiden worden, op verzoek van de desbetreffende gemeente
tot vervreemding van die archiefbescheiden, aan die gemeente overgedragen, indien
zij dientengevolge komen te berusten in een ingevolge artikel 33, tweede lid, goedgekeurde archiefbewaarplaats, beheerd door een gemeentearchivaris die is benoemd
overeenkomstig het in artikel 32, derde lid, bepaalde.
Andere dan de in artikel 46 bedoelde inbewaringgevingen blijven in stand tot het moment dat zij na overleg tussen
de betrokken overheidslichamen zijn beëindigd.
De ingevolge artikel 3 van het Archiefbesluit (Stb. 1968, 200), zoals dit luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, vastgestelde
lijsten van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden blijven gehandhaafd
totdat zij zijn vervangen door op grond van artikel 5 van deze wet vastgestelde selectielijsten.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Bij plaatsing in het Staatsblad wordt de in deze wet voorkomende aanduiding "19.." vervangen door het jaartal van
het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en worden de drie puntjes in de in deze wet voorkomende
aanduiding (Stb. ...) vervangen door het nummer van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet kan worden aangehaald als Archiefwet met vermelding van het jaartal van het
Staatsblad waarin zij zal worden geplaatst.