Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995

Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-03-2005.
Geldend van 10-07-2003 t/m 23-06-2006

Verordening inzake de aanwijzing van regionale loodsstations, alsmede inzake de vaststelling van de bevoegdheden van registerloodsen (Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995)

De ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie;

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 15 en 16 van de Loodsenwet (Stb. 1988, 353);

Besluit:

De verordening, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet wordt als volgt vastgesteld:

Hoofdstuk 1. Regionale loodsstations

Artikel 1

De volgende regionale loodsstations worden vastgesteld:

  • a. voor de regionale loodsencorporatie Noord:

    • 1. Delfzijl,

    • 2. Harlingen/Terschelling;

  • b. voor de regionale loodsencorporatie Amsterdam-IJmond:

    • 1. Den Helder,

    • 2. IJmuiden/Amsterdam;

  • c. voor de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond:

    • 1 Rijnmond,

  • d. voor de regionale loodsencorporatie Scheldemonden:

    • 1. Schelde,

    • 2. Schelde Zee,

    • 3. Schelde Rivier,

    • 4. Terneuzen.

Artikel 2

  • 3 Tot het regionale loodsstation Den Helder behoren de scheepvaartwegen, genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onderdeel A, onder punt I, de nummers 2, -althans de Rede van Texel en 3, -althans de trajecten tussen de Rede van Texel, Oude Schild, en Den Oever, en de trajecten tussen die gebieden of plaatsen en Kornwerderzand en Harlingen en de Vlierede, alsmede de trajecten van en naar de loodskruispost IJmuiden, Maasmond en Stortemelk.

  • 9 Tot het regionale loodsstation Terneuzen behoren de scheepvaartwegen genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onderdeel A, onder punt IV, nummer 2, met inbegrip van de rede van Vlissingen tot de meridiaan over het lichtopstand van Margarehtapolder, en nummer 3.

  • 10 De scheepvaartwegen, aangewezen krachtens artikel 11, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet, behoren tot het regionale loodsstation, waaraan zij door de algemene raad zijn toegedeeld. De aanloop van Scheveningen en de haven van Scheveningen behoren zowel tot het regionale loodsstation IJmuiden/Amsterdam als het regionale loodsstation Rijnmond.

Hoofdstuk 2. Loodsbevoegdheden

Artikel 3

  • 1 De registerloods is bevoegd tot het verrichten van loodsdienst binnen zijn admittage-gebied.

  • 2 Het admittage-gebied van de registerloods omvat:

    • a. het gebied waarvoor hij als adspirant-registerloods met goed gevolg het regionale examen heeft afgelegd, en waarvoor hij als registerloods in het register is ingeschreven; en

    • b. het gebied waarvoor hij een examen, vastgesteld door het bestuur van de regionale loodsencorporatie met goed gevolg heeft afgelegd; en

    • c. in geval hij tot een andere regionale loodsencorporatie gaat behoren, het gebied waarvoor hij een examen, vastgesteld door het bestuur van de regionale loodsencorporatie, met goed gevolg heeft afgelegd.

  • 3 Voor de toepassing van de navolgende artikelen van deze verordening wordt in plaats van ’lengte over alles’ gelezen ’lengte’ indien de lengte over alles niet uitdrukkelijk aan de registerloods bekend is gesteld.

Artikel 4

  • 1 De registerloods is bevoegd voor de categorieën schepen en scheepvaartwegen volgens het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 11.

  • 2 Voor de in de artikelen 5 tot en met 11 genoemde specialisaties is de registerloods eerst bevoegd nadat hij heeft voldaan aan de eisen met betrekking tot een aanvullende opleiding, ervaring, training of vaardigheid, vastgesteld door het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie. Het bestuur van een regionale loodsencorporatie kan dergelijke eisen ook vaststellen voor de toelating tot een hogere bevoegdheid.

  • 3 Indien de eisen als bedoeld in het tweede lid een aanvullende opleiding betreffen dient de registerloods een daarbij behorend examen, vastgesteld door het bestuur van de regionale loodsencorporatie, met goed gevolg te hebben afgelegd.

Artikel 5

  • 1 De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Delfzijl is op die scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 90 m, of met een diepgang tot 67 dm;

    • b. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 110 m, of met een diepgang tot 67 dm;

    • c. vanaf 36 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m, of met een diepgang tot 76 dm;

    • d. vanaf 60 maanden na inschrijving in het register, voor alle schepen.

  • 2 Voor de registerloods zijn op de scheepvaartwegen als bedoeld in het eerste lid de specialisaties:

    • a. schepen met een lengte over alles van 180 m of meer;

    • b. schepen met een diepgang van 90 dm of meer.

Artikel 6

  • 1 De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Harlingen/Terschelling is op die scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 90 m, of met een diepgang tot 40 dm;

    • b. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m, of met een diepgang tot 50 dm;

    • c. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 110 m, of met een diepgang tot 60 dm of met een breedte tot 20 m;

    • d. vanaf 72 maanden na inschrijving in het register, voor alle schepen.

  • 2 Voor de registerloods zijn op de scheepvaartwegen als bedoeld in het eerste lid de specialisaties:

    • a. schepen met een lengte over alles van 125 m of meer;

    • b. schepen met een breedte van 25 m of meer;

    • c. schepen met een diepgang van 65 dm of meer;

    • d. bijzondere transporten.

Artikel 7

De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Den Helder is op die scheepvaartwegen bevoegd:

  • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot en met 80 m;

  • b. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot en met 100 m;

  • c. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor alle schepen.

Artikel 8

  • 1 De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation IJmuiden/Amsterdam is op die scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 95 m;

    • b. vanaf 6 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 125 m;

    • c. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m;

    • d. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 175 m;

    • e. vanaf 42 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 200 m;

    • f. vanaf 60 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 245 m;

    • g. vanaf 84 maanden na inschrijving in het register, voor alle schepen.

  • 2 Voor de registerloods geldt op de scheepvaartwegen, bedoeld in het eerste lid, als specialisatie de bevoegdheid tot het verrichten van de loodsdienst voor schepen die de IJgeul bevaren, voor zover het betreft schepen die door hun diepgang bij of krachtens wettelijk voorschrift verplicht zijn gebruik te maken van de gehele IJgeul.

Artikel 9

  • 1 De bevoegdheid van de registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot één of meer gebieden van het regionale loodsstation Rijnmond wordt onderscheiden in één of meer van de volgende bevoegdheidscategorieën:

    • a. R-loods (Rivier);

    • b. E-loods (Europoort);

    • c. S-loods (Stad);

    • d. D-loods (Dordrecht);

    • e. V-loods (Scheveningen).

  • 2 Voor de bevoegdheidscategorieën als genoemd in het eerste lid geldt de volgende maximale bevoegdheid:

    • a. R-loods: op de scheepvaartwegen gelegen in de gebieden 2 en 3, op de Oude Maas bovenstrooms de Spijkenisserbrug tot aan de Dordtse bruggen, de Krabbengeul, het Mallegat, de Dordtse Kil, het Holland Diep tot aan de Sassenplaat en het Zuid-Hollands Diep voor schepen met een lengte tot 125 m; op de Oude Maas bovenstrooms de Spijkernisserbrug tot aan de Dordtse bruggen, de Krabbengeul en het Mallegat met een diepgang tot 70 dm; op de Kordtse Kil, het Hollands Diep tot aan de Sassenplaat en het Zuid-Hollands Diep met een diepgang tot 65 dm en op de overige scheepvaartwegen in gebied 1 voor zover die niet tevens zijn gelegen in de gebieden 2 en 3, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m, of met een diepgang tot 60 dm;

    • b. E-loods: als R-loods, doch op de scheepvaartwegen in gebied 2, voor alle schepen;

    • c. S-loods: als R-loods, doch op de scheepvaartwegen in gebied 3, voor alle schepen;

    • d. D-loods: op de scheepvaartwegen in gebied 4, voor alle schepen;

    • e. V-loods: op de scheepvaartwegen in gebied 5, voor alle schepen.

  • 3 Onverminderd het bepaalde in het tweede lid is de registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot één of meer gebieden van het regionale loodsstation Rijnmond, op de scheepvaartwegen die behoren tot de bevoegdheidscategorie R-loods, bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 85 m;

    • b. vanaf 9 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m;

    • c. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 125 m.

  • 4 De plaatsing in de bevoegdheidscategorieën E-loods, S-loods, D-loods of V-loods en de plaatsing als bedoeld in het zevende lid onderscheidenlijk het negende lid, vindt plaats door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond, uitsluitend op grond van:

  • 5 Onverminderd het bepaalde in het vierde lid wordt de registerloods uiterlijk 12 maanden na het verkrijgen van de bevoegdheid, genoemd in onderdeel c van het derde lid, door het bestuur van de regionale loodsencorporatie geplaatst in ten minste één andere bevoegdheidscategorie.

  • 6 De registerloods die is geplaatst in de bevoegdheidscategorie E-loods is op de tot die bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m;

    • b. vanaf 9 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 175 m;

    • c. vanaf 18 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 200 m.

  • 7 De registerloods die gedurende ten minste 9 maanden over de bevoegdheid, genoemd in onderdeel c van het zesde lid, beschikt kan in de bevoegdheidscategorie E-loods worden geplaatst met de bevoegdheid voor schepen met een lengte over alles van 200 m en meer. Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 225 m;

    • b. vanaf 9 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 250 m;

    • c. vanaf 18 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 275 m;

    • d. vanaf 27 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 300 m;

    • e. vanaf 36 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 325 m;

    • f. vanaf 45 maanden na die plaatsing, voor alle schepen.

  • 8 De registerloods die is geplaatst in de bevoegdheidscategorie S-loods is op de tot die bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m;

    • b. vanaf 9 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 170 m;

    • c. vanaf 18 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 200 m.

  • 9 De registerloods die gedurende ten minste 9 maanden over de bevoegdheid, genoemd in onderdeel c van het achtste lid, beschikt kan in de bevoegdheidscategorie S-loods worden geplaatst met de bevoegdheid voor schepen met een lengte over alles van 200 m en meer.

    Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 225 m;

    • b. vanaf 9 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 250 m;

    • c. vanaf 18 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 275 m;

    • d. vanaf 27 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 300 m;

    • e. vanaf 36 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 325 m;

    • f. vanaf 45 maanden na die plaatsing, voor alle schepen.

  • 10 De registerloods die is geplaatst in de bevoegdheidscategorie D-loods is op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 125 m;

    • b. vanaf 9 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m;

    • c. vanaf 18 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 175 m;

    • d. vanaf 27 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 200 m;

    • e. vanaf 36 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor alle schepen.

  • 11 De registerloods die is geplaatst in de bevoegdheidscategorie V-loods is op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 85 m;

    • b. vanaf 12 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m;

    • c. vanaf 24 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 125 m;

    • d. vanaf 36 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor schepen met een lengte over alles tot 145 m;

    • e. vanaf 45 maanden na plaatsing in deze bevoegdheidscategorie, voor alle schepen.

  • 12 Voor de registerloods zijn de schepen, onderscheidenlijk genoemd in het zevende, negende, tiende en elfde lid, op de in die onderscheidenlijke leden bedoelde scheepvaartwegen, alsmede schepen met een diepgang van 143 dm of meer, specialisaties.

Artikel 10

  • 1 De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Schelde, onderscheidenlijk de regionale loodsstations Schelde zee, Schelde rivier en Schelde Terneuzen, is op betreffende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m;

    • b. vanaf 6 maanden na inschrijving in het register en een minimum van 80 loodsreizen, voor schepen met een lengte over alles tot 125 m;

    • c. vanaf 18 maanden na inschrijving in het register en een minimum van 240 loodsreizen, voor schepen met een lengte over alles tot 140 m;

    • d. vanaf 30 maanden na inschrijving in het register en een minimum van 400 loodsreizen, voor schepen met een lengte over alles tot 160 m;

    • e. vanaf 48 maanden na inschrijving in het register en een minimum van 640 loodsreizen, voor schepen met een lengte over alles tot 180 m;

    • f. vanaf 72 maanden na inschrijving in het register en een minimum van 960 loodsreizen, voor schepen met een lengte over alles tot 210 m;

    • g. vanaf 96 maanden na inschrijving in het register en een minimum van 1280 loodsreizen, voor alle schepen.

  • 2 Voor de registerloods als bedoeld in het eerste lid zijn de specialisaties:

    • a. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Buitenhaven Vlissingen, schepen met een lengte over alles van 210 m of meer of een diepgang van 100 dm of meer;

    • b. op de scheepvaartwegen die behoren tot:

      • 1°. de Sloehaven/Totalsteiger Borssele;

      • 2°. de Sloehaven-Kaloothaven; schepen met een lengte over alles van 235 m of meer of een diepgang van 125 dm of meer;

    • c. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Everingen, schepen met een lengte over alles van 300 m of meer of met een diepgang van 125 dm of meer;

    • d. op de scheepvaartwegen die behoren tot:

      • 1°. de Braakmanhaven;

      • 2°. de Westbuitenhaven Terneuzen; of

      • 3°. het Kanaal van Gent naar Terneuzen; schepen met een lengte over alles van 225 m of meer of een diepgang van 115 dm of meer, alsmede autoschepen waaraan voor de vaart door de bevoegde autoriteit bijzondere eisen zijn gesteld;

    • e. op de scheepvaartwegen die behoren tot:

      • 1º. de Put van Terneuzen;

      • 2°. de Schelde te Antwerpen; schepen met een lengte over alles van 235 m of meer of een diepgang van 125 dm of meer.

Artikel 11

Voor de registerloods zijn eveneens specialisaties:

Artikel 12

De registerloods, die een opleiding als bedoeld in de artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4 wenst te volgen, behoeft hiervoor de goedkeuring van het bestuur van de regionale loodsencorporatie.

Artikel 13

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 4, tweede lid, is, indien in bijzondere omstandigheden voor een bepaalde categorie van schepen geen bevoegde registerloods beschikbaar is, voor een schip uit die bepaalde categorie van schepen bevoegd, de registerloods die van de beschikbare registerloodsen in de naastgelegen voorafgaande lagere bevoegdheid de langste tijd bevoegd is binnen die categorie.

Artikel 14

  • 1 Indien daartoe naar het oordeel van het bestuur van de regionale loodsencorporatie aanleiding bestaat, kan in individuele gevallen in beperkende zin worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 11.

  • 2 Indien een registerloods gedurende een door het bestuur van de regionale loodsencorporatie vast te stellen termijn geen reizen als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Loodsenregisterbesluit (Stb. 1988, 394) heeft gemaakt op een scheepvaartweg of een gedeelte daarvan, waarvoor hij krachtens deze verordening een bevoegdheid heeft, kan dat bestuur de bevoegdheid van die registerloods voor die scheepvaartweg of een gedeelte daarvan overeenkomstig beperken. Deze beperking kan door het bestuur eveneens geheel of gedeeltelijk worden beëindigd.

    Voor het beëindigen van een beperking kan het bestuur nadere voorwaarden stellen ten aanzien van ervaring en vaardigheid.

  • 3 In de gevallen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdelen b en c, kan het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie de termijnen genoemd in de artikelen 5 tot en met 10 voor de betrokken registerloods lager vaststellen. Deze vaststelling wordt zoveel moge- lijk afgestemd op de als registerloods reeds elders verkregen bevoegdheid.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Artikel 15

  • 1 Als startpunt voor de opbouw van bevoegdheden geldt ten aanzien van hen die in het register zijn ingeschreven op grond van artikel 63, eerste lid, van de Loodsenwet (Stb. 1988, 353) in plaats van het moment van inschrijving in het register, het moment waarop zij bevoegd werden zelfstandig te loodsen in het betreffende regionale loodsstation.

  • 2 Het bestuur van de regionale loodsen- corporatie Rotterdam-Rijnmond plaatst de tot die regionale loodsencorporatie behorende registerloodsen, met ingang van de datum waarop deze verordening van kracht is, in de in artikel 9 genoemde bevoegdheden, zodanig dat de krachtens artikel 9 toegekende bevoegdheid zoveel mogelijk overeenkomt met de bevoegdheid van de registerloods op de dag voorafgaande aan de inwerkingtredingsdatum van deze verordening.

  • 3 Behoudens het bepaalde in het tweede lid wordt de bevoegdheid van een registerloods, verkregen krachtens de van toepassing zijnde Bevoegdhedenverordening registerloodsen op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze verordening, geacht te zijn verkregen krachtens deze verordening.

  • 4 Na inwerkingtreding van deze verordening berusten de op grond van artikel 5, tweede lid, van de Bevoegdhe-denverordening registerloodsen door de besturen van de regionale loodsencorporaties vastgestelde reglementen op artikel 4, tweede lid, van deze verordening.

Artikel 16

Deze verordening kan worden aangehaald als: Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van plaatsing in de Staatscourant.

Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie op 16 mei 1995 te Utrecht.

Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 31 mei 1995, DGSM/J-12.743/95.