Besluit wijziging salarissen van het personeel van de sector Rijk en regeling van een distorsietoeslag

Geraadpleegd op 02-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002.
Geldend van 04-10-1995 t/m heden

Besluit van 1 september 1995, houdende in hoofdzaak wijziging van de salarissen van het personeel van de sector Rijk en de regeling van een distorsietoeslag voor dit personeel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 14 juli 1995, nr. AD95/U653, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid;

Gelet op:

De Raad van State gehoord (advies van 4 augustus 1995, nr. WO4.95.0376);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 23 augustus 1995, nr. AD95/788, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 in verband met artikel 34 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP, alsmede in verband met een algemene salarisverhoging voor het personeel van de sector Rijk

Artikel II

Artikel III

  • 1 Behoudens voor wat betreft de pensioenen dragen de bij artikel I, onder B en C, aangebrachte wijzigingen in de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel een algemeen karakter.

  • 2 [Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

  • 3 [Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

  • 4 [Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Hoofdstuk II. Distorsietoeslag voor het personeel van de sector Rijk

Artikel IV

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a. betrokkene: degene die op basis van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken of het Ambtenarenreglement Staten-Generaal in burgerlijke rijksdienst werkzaam is en tevens ambtenaar is in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet, met uitzondering van degene voor wie een salaris geldt dat bij een volledige werktijd meer bedraagt dan f 5.777,34 [Red: Bij Stcrt. 1996/248 is dit bedrag m.i.v. 1 januari 1997 vastgesteld op f 5.904,43.] per maand;

  • b. berekeningsbasis: de inkomensbestanddelen van een betrokkene als zodanig voor zover deze niet behoren tot het ambtelijk inkomen in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet maar wel worden gerekend tot het begrip loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, met uitzondering van:

    • 1°. voorschotbetalingen;

    • 2°. de uitbetaalde bedragen van de vakantie-uitkering;

    • 3°. de tegemoetkoming op grond van het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel;

    • 4°. de inkomenstoeslag op grond van het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel;

    • 5°. de in artikel V van dit besluit bedoelde distorsietoeslag.

Artikel V

Aan de betrokkene wordt bij de uitbetaling van tot de berekeningsbasis behorende inkomensbestanddelen over die inkomensbestanddelen een distorsietoeslag toegekend welke over de jaren 1995, 1996 en 1997 onderscheidenlijk 5,7%, 4,4% en 2,2% bedraagt.

Artikel VI

De in artikel V van dit besluit bedoelde distorsietoeslag is geen ambtelijk inkomen in de zin van artikel C 1 van de Algemene burgerlijke pensioenwet.

Artikel VII

Bij wijziging van de maximum premieinkomensgrens van de werknemersverzekeringen past Onze Minister van Binnenlandse Zaken het bedrag f 5 743,77, genoemd in artikel IV, onder a, aan deze wijziging aan.

Hoofdstuk III. Inwerkingtredingsbepaling

Artikel VIII

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1995.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 1 september 1995

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de derde oktober 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager