Besluit uitvoering artikel 66 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP

Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2013 en zichtdatum 30-09-2024.
Geldend van 23-05-2003 t/m heden

Besluit van 26 september 1995, houdende uitvoering van artikel 66 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 19 juli 1995, nr. PAV 6204/95013668;

Gelet op artikel 66 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP;

De Raad van State gehoord (advies van 28 augustus 1995, nr. W07.95.0413);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 19 september 1995, nr. PAV6204/95017114;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

De inhouding die de militair verschuldigd is, wordt geheven over zijn inkomsten en komt voorts overeen met het bedrag van het ingevolge de artikelen 18 en 19 in verband met artikel 16, eerste lid, van de wet bepaalde vut-bijdrageverhaal.

Artikel 3

De inhouding is niet verschuldigd door de militair die na het vervullen van de militaire dienstplicht, anders dan als beroepsmilitair, vrijwillig nadient en uit dien hoofde wordt bezoldigd in de zin van de voor de militair geldende bezoldigingsregeling, bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder b, onder 3° van de wet.

Artikel 4

De inhouding die verschuldigd is over een nabetaling aan een ontslagen militair, wordt op dezelfde wijze berekend als de inhouding over de laatste uitbetalingstermijn voor het ontslag.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1995.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 september 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Uitgegeven de zevenentwintigste oktober 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager