U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 03-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-03-2005 en zichtdatum 05-06-2005. Geldend van 01-01-1996 t/m heden
Tijdelijke beleidsregeling bijdragen vaarwegaansluitingen
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
aansluiting van een bedrijfsterrein of haventerrein op het vaarwegennet via een niet-openbare terminal waar overslag plaatsvindt uitsluitend ten behoeve van één of enkele verladers;
Minister van Verkeer en Waterstaat;
Besluit Infrastructuurfonds;
bijdrage voor een investering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit.
voorzieningen die ten behoeve van een vaarwegaansluiting moeten worden gerealiseerd, niet zijnde overslagfaciliteiten
De Minister kan bijdragen verstrekken in de investeringskosten ten behoeve van vaarwegaansluitingen, waaronder mede begrepen de uitbreiding of verbetering van bestaande vaarwegaansluitingen of het reactiveren van in onbruik geraakte vaarwegaansluitingen in het kader van de stimulering van intermodaal en multimodaal vervoer. De bijdrage kan worden verstrekt voor zowel investeringen ten behoeve van de infrastructuur als ten behoeve van de vast geïnstalleerde en mobiele uitrusting die nodig is voor de overslag van en naar de vaarweg.
1 Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 1996 f 5.000.000,‐.
2 De Minister stelt in het meerjarenprogramma, bedoeld in artikel 1 van de Wet Infrastructuurfonds, het subsidieplafond vast voor het eerstvolgende kalenderjaar, beginnend met het jaar 1997.
1 De aanvraag om een bijdrage wordt ingediend door tussenkomst van de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat in de betrokken regio.
2 Bij een aanvraag verstrekt de aanvrager, onverminderd artikel 4, eerste lid, van het Besluit:
a. een onderbouwing van het project;
b. een overzicht van de financiering van het project;
c. een overzicht van alle maatregelen die voor de totstandkoming van de vaarwegaansluiting moeten worden getroffen;
d. een opgave van het jaar waarin het project wordt voltooid; en
e. de voorgenomen garantie, bedoeld in artikel 7, derde lid.
3 Indien een aanvraag niet volledig is, stelt de Minister de aanvrager in de gelegenheid binnen vier weken de aanvraag aan te vullen. Indien na ommekomst van deze termijn de aanvraag niet volledig is, besluit de Minister de aanvraag niet te behandelen.
De Minister beslist niet op de aanvraag zolang op een verzoek tot surséance van betaling of faillissement van de aanvrager de rechter niet onherroepelijk heeft beslist.
De Minister wijst de aanvraag in ieder geval af, indien:
a. niet is voldaan aan het bepaalde bij of krachtens de Wet Infrastructuurfonds of aan deze beleidsregeling;
b. door toepassing van artikel 5 van deze regeling de beslistermijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Besluit zou worden overschreden;
c. de aanvrager niet heeft aangetoond, dat hem met inbegrip van de aangevraagde bijdrage voldoende gelden ter beschikking zullen staan om het voorgenomen project uit te voeren;
d. door inwilliging het subsidieplafond, bedoeld in artikel 3, zou worden overschreden;
e. de aanvraag betrekking heeft op een ander jaar dan waarvoor een subsidieplafond is vastgesteld;
f. met de uitvoering van het project reeds een aanvang is gemaakt, of
g. het project niet voor ten minste 50% met niet van overheidswege verstrekte middelen wordt gefinancierd.
1 De bijdrage voor een project bedraagt ten hoogste 50% van de geraamde kosten van infrastructuur en van de vast geïnstalleerde en mobiele uitrusting die nodig is voor de overslag van en naar de vaarweg, doch niet meer dan f 1.500.000,-.
2 De Minister kan aan de verlening van een bijdrage nadere voorschriften verbinden.
3 Bij de vaststelling van de bijdrage bepaalt de Minister tevens de hoeveelheid goederen die de aanvrager redelijkerwijs via de te subsidiëren vaarwegaansluiting ten minste moet overslaan. Deze vervoersgarantie wordt van kracht op het tijdstip dat het betrokken project in gebruik wordt genomen en geldt voor een periode van vijf jaar.
De aanvrager:
a. draagt zorg voor een overzichtelijke en doelmatige administratie met betrekking tot het project, welke een juist en actueel inzicht geeft in de voortgang van het project, in de projectkosten en in de besteding van de bijdrage;
b. bewaart de bewijsstukken van de projectkosten gedurende ten minste vijf jaar na de afloop van het project;
c. toont op verzoek van de Minister de bescheiden op één adres;
d. neemt andere aanwijzingen van de Minister in acht ter zake van de administratie;
e. verleent op verzoek van de Minister medewerking aan de openbaarmaking van de resultaten van het project;
f. verleent op verzoek van de Minister medewerking aan een evaluatie van deze regeling;
g. doet onverwijld aan de Minister mededeling van de indiening van een verzoek als bedoeld in artikel 5;
h. doet onverwijld aan de Minister mededeling van overige omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de bijdrage; en
i. doet de Minister jaarlijks rapportage van de hoeveelheid lading die via de betrokken vaarwegaansluiting is overgeslagen.
1 De Minister wijst toezichthouders aan, die bevoegd zijn inlichtingen te verlangen en inzage te verlangen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.
2 Zij zijn bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.
3 Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, zijn zij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel gedurende korte tijd mee te nemen tegen een bewijs van ontvangst.
1 De door de Minister aangewezen toezichthouders zijn bevoegd elke plaats te betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.
2 Zij zijn bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hen zijn aangewezen, voor zover dit voor het doel van het betreden redelijkerwijs noodzakelijk is.
1 De Minister stelt de definitieve bijdrage vast binnen vier weken na de indiening van de stukken, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van het Besluit.
2 De Minister betaalt de in het eerste lid bedoelde bijdrage uit binnen tien weken na de vaststelling onder verrekening van de reeds betaalde bedragen (slotdeclaratie).
3 Voor zover de reeds betaalde bedragen de vastgestelde bijdrage overschrijden, zijn deze terstond en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar.
4 Vaststelling vindt niet plaats zolang op een verzoek tot surséance van betaling of faillissement van de aanvrager niet onherroepelijk is beslist door de rechter.
Het project kan met toestemming van de Minister tussentijds worden beëindigd. Aan deze toestemming kan de Minister nadere voorwaarden verbinden.
1 In ieder geval kan de Minister de bijdrage geheel of gedeeltelijk intrekken, indien:
a. niet is voldaan aan het bepaalde bij of krachtens de Wet Infrastructuur-fonds of aan deze beleidsregeling;
b. hij de bijdrage heeft verleend op basis van zodanig onjuiste of onvolledige informatie, dat hij een andere beslissing op de aanvraag zou hebben genomen, indien hem de juiste gegevens waren verstrekt;
c. het project tussentijds wordt beëindigd;
d. de aanvrager onherroepelijk failliet is verklaard; of
e. de vervoersgarantie, bedoeld in artikel 7, derde lid, niet is nagekomen.
2 De reeds betaalde bedragen zijn bij intrekking van de bijdrage terstond en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar.
In 2001 brengt de Minister een rapport uit, houdende evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze regeling.
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.
2 De Minister geeft voor het laatst in 2000 toepassing aan § 3.
Deze beleidsregeling wordt aangehaald als: Tijdelijke beleidsregeling bijdragen vaarwegaansluitingen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
A. Jorritsma-Lebbink
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Tijdelijke beleidsregeling bijdragen vaarwegaansluitingen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.