Besluit van 12 december 1995, houdende wijziging van het Besluit homeopatische farmaceutische
produkten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juni
1995, GMV/G 952674;
Gelet op
- Richtlijn 92/73/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 september 1992 tot uitbreiding
van het toepassingsgebied van de Richtlijnen 65/65/EEG en 75/319/EEG betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake
geneesmiddelen en tot vaststelling van aanvullende bepalingen voor homeopatische geneesmiddelen
(PbEG L 297);
- artikel 14, vijfde lid, van Richtlijn 93/39/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993 tot wijziging van de
Richtlijnen 65/65/EEG, 75/318/EEG en 75/319/EEG inzake geneesmiddelen (PbEG L 214); en
- de artikelen 1, derde lid, 3, zevende lid, en 26, onder f, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening;
Gezien het advies van de Geneesmiddelencommissie (advies van 11 juli 1994, nr Geco
4795);
De Raad van State gehoord (advies van 15 augustus 1995, no. W13.95.0340);
Gezien het nader rapport van voornoemde Minister van 6 december 1995, GMV/G 954527;
Hebben goedgevonden en verstaan: