Regeling aanwijzing bewijsstukken van bedrijfstechniek Vestigingsbesluit bedrijven

[Regeling vervallen per 18-07-2007.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2003 en zichtdatum 23-11-2024.
Geldend van 02-06-2000 t/m 31-01-2004

Regeling aanwijzing bewijsstukken van bedrijfstechniek Vestigingsbesluit bedrijven

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 19 van het Vestigingsbesluit bedrijven;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 2 Waar in deze regeling als voorwaarde is gesteld dat een diploma of getuigschrift is mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister, geldt die voorwaarde alleen voor diploma’s en getuigschriften die vóór 1 januari 1996 zijn afgegeven.

Artikel 2. Bouwbedrijf

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 1 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van bedrijfstechniek voor het bouwbedrijf moet blijken, worden aangewezen:

    • a. het diploma Bedrijfstechniek voor het bouwbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES), en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat; en

    • b. het diploma van vakbekwaamheid burgerlijke- en utiliteitsbouw of grond-, water- en wegenbouw, afgegeven door de stichting Raad van Bestuur voor het Bouwbedrijf of het Algemeen Verbond Bouwbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • c. het diploma hoger technisch onderwijs, dan wel het getuigschrift hoger beroepsonderwijs van het afsluitend examen van de studierichting Bouwtechnische Bedrijfskunde, afgegeven ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op het hoger beroepsonderwijs of de Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek door de R.K. Hogere technische school of de Hogeschool Midden-Brabant te Tilburg.

  • 2 Als bewijsstukken van bedrijfstechniek voor het bouwbedrijf worden mede aangewezen:

    • a. het bewijsstuk, afgegeven door een door de minister ingestelde dan wel aangewezen commissie van deskundigen, waaruit blijkt, dat de houder na het bereiken van de 40-jarige leeftijd met gunstig gevolg een proef inzake vakbekwaamheid voor het aannemersbedrijf op het gebied van de burgerlijke- en utiliteitsbouw of de grond-, water- en wegenbouw heeft afgelegd, mits mede ondertekend door een vertegenwoordiger van de minister;

    • b. een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet voor de bedrijven, genoemd onder a;

    • c. een verklaring van bedrijfstechniek voor het bouwbedrijf als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet; en

    • d. de verklaring Bedrijfstechniek voor het bouwbedrijf, waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het bouwbedrijf, bedoeld in het Vestigingsbesluit bedrijven, mits deze verklaring mede is ondertekend door een gecommitteerde van STEVES dan wel door de directeur van STEVES en mits op de verklaring is vermeld dat STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

Artikel 3. Installatiebedrijf

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 1 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf moet blijken, worden aangewezen de hierna genoemde diploma’s, mits, met uitzondering van onderdeel a, mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister:

    • a. het diploma Bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES), en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat;

    • b. het diploma Elektrotechnisch installateur, afgegeven door de Vereniging (tot bevordering van) Elektrotechnisch Vakonderwijs (in Nederland);

    • c. de diploma’s, afgegeven door de Stichting Examens Gawalo of de Stichting Examens Installatietechniek (SEI), betreffende het ondernemersdiploma GAWALO-Sanitairinstallateur Detaillist, het diploma detaillist installatietechniek, het diploma inzake vakbekwaamheid voor het loodgietersbedrijf, het diploma Patroon loodgieter, het diploma inzake vakbekwaamheid voor het waterfittersbedrijf, het diploma Patroon waterfitter, het diploma Gawalo sanitair installateur, het diploma watertechnisch installateur, het diploma inzake vakbekwaamheid voor het gasfittersbedrijf, het diploma Patroon gasfitter, het diploma gastechnisch installateur, het diploma Luchtbehandelingsinstallateur en het diploma Centrale Verwarmingsinstallateur;

    • d. de diploma’s, afgegeven door de Algemene Vereniging voor de Centrale Verwarmings- en Luchtbehandelingsindustrie, betreffende het diploma Luchtbehandelingstechniek, (Centrale) Verwarmingstechniek of Kasverwarmingstechniek, het diploma van vakbekwaamheid voor het Luchtbehandelingsbedrijf, het (Centrale) verwarmingsbedrijf of het Kasverwarmingsbedrijf;

    • e. het diploma Bedrijfsvoering Elektrotechniek, afgegeven door de Vereniging (tot bevordering van) Elektrotechnisch Vakonderwijs (in Nederland).

  • 2 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf moet blijken, worden mede aangewezen de volgende diploma’s ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs:

    • a. het diploma middelbaar technisch onderwijs, afdeling Werktuigbouwkunde, studierichting Installatietechniek, afgegeven na 1992, mits voor het vak Bedrijfskunde tenminste het cijfer zes is behaald en mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • b. het diploma middelbaar technisch onderwijs, afdeling elektrotechniek, studierichting Elektrische Installatietechniek, mits uit een op het diploma gestelde verklaring, die mede is ondertekend door een gecommitteerde van de minister, blijkt dat is voldaan aan de eisen van vakbekwaamheid voor het elektrotechnisch installateursbedrijf;

    • c. het diploma middelbaar technisch onderwijs, afdeling Elektrotechniek, studierichting Elektrische Installatietechniek, mits uit een op het diploma gestelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • d. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Elektrotechniek, mits uit een op het diploma vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen voor het elektrotechnisch installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • e. het certificaat middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Elektrotechniek, mits uit een op het certificaat vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • f. het diploma middelbaar technisch onderwijs, studierichting Installatietechniek Werktuigbouwkunde, mits uit een op het diploma vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen voor het installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • g. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Installatietechniek, mits uit een op het diploma vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen voor het installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • h. het certificaat middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Installatietechniek, mits uit een op het certificaat vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven; en

    • i. het diploma van de opleiding Middenkaderfunctionaris Elektrotechnische installatietechniek, kwalificatiecode 10237, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificatie Elektrotechnisch ondernemen en het examen voor de genoemde deelkwalificatie is onderworpen aan externe legitimering als bedoeld in artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

  • 3 Als bewijsstukken van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf worden mede aangewezen:

    • a. het bewijsstuk, afgegeven door een door de minister ingestelde dan wel aangewezen commissie van deskundigen, mits mede ondertekend door een vertegenwoordiger van de minister, waaruit blijkt dat de houder na het bereiken van de 40-jarige leeftijd met gunstig gevolg een proef inzake vakbekwaamheid heeft afgelegd voor het elektrotechnisch installateursbedrijf, het gasfitters-, waterfitters- of loodgietersbedrijf of het luchtbehandelings-, centrale verwarmings- of kasverwarmingsbedrijf;

    • b. een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet voor de bedrijven, genoemd onder a;

    • c. een verklaring van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet; en

    • d. de verklaring Bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf, waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf, bedoeld in het Vestigingsbesluit bedrijven, mits deze verklaring mede is ondertekend door een gecommitteerde van STEVES dan wel door de directeur van STEVES en mits op de verklaring is vermeld dat STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

Artikel 4. Vervoermiddelenbedrijf

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 1 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf moet blijken, worden aangewezen de hierna genoemde diploma’s, mits, met uitzondering van onderdeel a, mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister:

    • a. het diploma Bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES) en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat;

    • b. het patroonsdiploma of het diploma van vakbekwaamheid voor het autobedrijf dan wel het motorfietsbedrijf, uitgereikt door de Stichting ’VAM’;

    • c. de diploma’s, afgegeven door of namens de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Carrosseriebedrijf (FOCWA), betreffende Meester-carrosseriebouwer, Meester-autoplaatwerker, Patroonsdiploma voor het Carrosseriebouwbedrijf en Patroonsdiploma voor het Autoschadeherstelbedrijf; en

    • d. het diploma van vakbekwaamheid voor het landbouwmechanisatiebedrijf, afgegeven door de Stichting Examens Landbouwmechanisatie, de Stichting Opleidingsfonds SOM of de Stichting Opleidingen Metaal.

  • 2 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf moet blijken, worden mede aangewezen de volgende diploma’s ingevolge de Wet op het leerlingwezen, de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs:

    • a. het diploma van de voortgezette opleiding voor (middelbaar) Bedrijfstechnicus voor de motorvoertuigenbranche, afgegeven door de Stichting Beroepsopleiding VAM, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • b. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de afdeling Autotech-niek, de afdeling Motorvoertuigentechniek of de afdeling Bedrijfsmanagement voertuigen, afgegeven door de MTS-Autotechniek te Apeldoorn, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • c. het diploma middelbaar technisch onderwijs, afgegeven door de middelbare technische school voor de autotechniek te Apeldoorn, betreffende de éénjarige voortgezette dagopleiding voor bedrijfskunde en bedrijfsmechanisatie;

    • d. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de afdeling Motorvoertuigentechniek, studierichting Landbouwwerktuigentechniek, afgegeven door het Apeldoorns College (MTS-Autotechniek te Apeldoorn), mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • e. het diploma middelbaar technisch onderwijs, van de éénjarige voortgezette opleiding, afdeling motorvoertuigentechniek, afgegeven na 1 januari 1973;

    • f. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de afdeling (vervolg)opleiding motorvoertuigentechniek, mits, indien afgegeven na 1 januari 1985, uit een op het diploma gestelde verklaring, die is ondertekend door een gecommitteerde van de minister blijkt, dat de houder heeft voldaan aan de eisen van vakbekwaamheid voor het autobedrijf;

    • g. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de 2-jarige vervolgcursus motorvoertuigentechniek, mits, indien afgegeven nà 1 januari 1985, uit een op het diploma gestelde verklaring die is ondertekend door een gecommitteerde van de minister, blijkt dat de houder heeft voldaan aan de eisen van vakbekwaamheid voor het autobedrijf;

    • h. het h.t.s.-diploma of het eindgetuigschrift hoger beroepsonderwijs van de studierichting Autotechniek van de HTS-Autotechniek te Apeldoorn, afgegeven ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op het hoger beroepsonderwijs dan wel de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

    • i. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de vervolgopleiding-, de tweejarige vervolgcursus-, dan wel de lange opleiding motorvoertuigentechniek, mits uit een op het diploma vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen (van bedrijfstechniek) voor het vervoermiddelenbedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • j. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Motorvoertuigen- en Carrosserietechniek, mits uit een op het diploma vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen voor het vervoermiddelenbedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • k. het certificaat middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Motorvoeruigen- en Carrosserietechniek, mits uit een op het certificaat vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • l. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de opleiding Bedrijfsmanagement motorvoertuigen, dan wel de opleiding Landbouwwerktuigentechniek van de afdeling motorvoertuigentechniek, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het vervoermiddelenbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • m. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Commercieel bedrijfsleider/ ondernemer middelgroot bedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het vervoermiddelenbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • n. het diploma leerlingwezen voor het beroep Middenkaderfunctionaris Autoschadeherstel- of Carrosseriebouwbedrijf, afgegeven door de Stichting Vakopleiding Carrosseriebedrijf, mits uit een op het diploma vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven en mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES); en

    • o. het diploma van de opleiding Commercieel bedrijfsleider/ondernemer middelgroot bedrijf, kwalificatiecode 10183.

  • 3 Als bewijsstukken van bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf worden mede aangewezen:

    • a. het bewijsstuk, afgegeven door een door de minister ingestelde, dan wel aangewezen commissie van deskundigen, mits mede ondertekend door een vertegenwoordiger van de minister, waaruit blijkt dat de houder na het bereiken van de 40-jarige leeftijd met gunstig gevolg een proef inzake vakbekwaamheid heeft afgelegd voor het auto- en motorfietsbedrijf, carrosseriebouw-, carrosserieherstel- en autoplaatwerkbedrijf of het landbouwmechanisatiebedrijf;

    • b. een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet voor de bedrijven, genoemd onder a;

    • c. een verklaring van bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet; en

    • d. de verklaring Bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf, waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf, bedoeld in het Vestigingsbesluit bedrijven, mits deze verklaring mede is ondertekend door een gecommitteerde van STEVES dan wel door de directeur van STEVES en mits op de verklaring is vermeld dat STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

Artikel 5. Levensmiddelenbedrijf

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 1 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf moet blijken, worden aangewezen de hierna genoemde diploma’s, mits, met uitzondering van onderdeel a, mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister:

    • a. het diploma Bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES), en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat;

    • b. het diploma Vakbekwaamheid voor het banketbakkersbedrijf, afgegeven door de Vereniging tot Bevordering van (Vak)Opleiding in het Banketbakkersbedrijf;

    • c. het ondernemersdiploma voor het banketbakkersbedrijf van de Vereniging tot Bevordering van Opleiding in het Banketbakkersbedrijf;

    • d. het diploma Vakbekwaamheid Broodbakkersbedrijf, afgegeven door de Stichting voor Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf;

    • e. het diploma Vakbekwaamheid voor het brood-banketbakkersbedrijf, afgegeven door of namens de Stichting voor Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf en de Vereniging tot Bevordering van (Vak)Opleiding in het Banketbakkersbedrijf tezamen;

    • f. het einddiploma voor het brood- en banketbakkersbedrijf, afgegeven door de Vereniging Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen;

    • g. het Vakdiploma (Paarden)Slagersbedrijf, afgegeven door of namens de Vereniging tot Bevordering van Slagersvakonderwijs (S.V.O.);

    • h. het diploma Vakbekwaamheid en Handelskennis (ondernemersdiploma slagersbedrijf), afgegeven door de Vereniging tot Bevordering van Slagersvakonderwijs (S.V.O.); en

    • i. het einddiploma van de Eerste Nederlandse Slagersvakschool te Utrecht.

  • 2 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf moet blijken, worden mede aangewezen de volgende diploma’s ingevolge de Wet op het leerlingwezen, de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs:

    • a. het diploma middelbaar technisch onderwijs, afgegeven door de afdeling bakkerij of de afdeling brood- en/of banketbakken van de Vakschool van de Vereniging Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen, dan wel afgegeven door de Middelbare Vakschool ’Wageningen’;

    • b. het diploma middelbaar middenstandsonderwijs, afgegeven door de Nederlandse Slagersvakschool te Utrecht, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • c. het diploma middelbaar middenstandsonderwijs, afgegeven door de middelbare dagopleiding voor de vleessector te Utrecht, mits een uit op het diploma vermelde verklaring, die mede is ondertekend door een gecommitteerde van de minister, blijkt, dat is voldaan aan de eisen van vakbekwaamheid voor het slagersbedrijf;

    • d. het diploma van de voortgezette opleiding voor Chefslager, Chefslager-worstmaker, Chefslager-specialiteitenslager of Worstmaker-specialiteitenslager, afgegeven ingevolge de Wet op het leerlingwezen dan wel de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs door de SVO, opleiding voor de vleessector;

    • e. het diploma van vakbekwaamheid voor het brood- of banketbakkersbedrijf, afgegeven door de Bisschoppelijke Nijverheidsschool ’St. Gerardus Majella’ dan wel de Katholieke Technische School te Voorhout, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • f. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de Middelbare Bakkerijschool (MTS voor Brood- en Banketbakken), mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het bakkersbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • g. het diploma middelbaar middenstandsonderwijs van de SVO middelbare dagopleiding voor de vleessector, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het slagersbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • h. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Ondernemer Midden- en Kleinbakkersbedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het bakkersbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • i. het certificaat middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Ondernemer Midden- en Kleinbakkersbedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • j. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Produktieleider Industrieel Bakkersbedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • k. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector economie, van de lange opleiding Ondernemer Slagersbedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het slagersbedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • l. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector economie, van de lange opleiding Leidinggevende in de Vleesverwerkende industrie, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het slagersbedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • m. het diploma van de opleiding Leidinggevende vleesbe- en -verwerkende industrie, kwalificatiecode 10509;

    • n. het diploma van de opleiding Manager Vleesdetailhandel, kwalificatiecode 10516;

    • o. het diploma van de opleiding Islamitisch slager, kwalificatiecode 10513;

    • p. het diploma van de opleiding Chef vleesdetailhandel, kwalificatiecode 10517, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificaties Maatschappelijk Culturele Vorming 3A+B, Algemeen beheer/leidinggeven en Bedrijfsinrichting/productieprocesbeheersing en mits de examens voor de genoemde deelkwalificaties zijn onderworpen aan externe legitimering als bedoeld in artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs; en

    • q. het diploma van de opleiding Leidinggevende, kwalificatiecode 10778, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificatie Algemene ondernemersvaardigheden en Bedrijfstechniek voor het levensmiddelencluster.

  • 3 Als bewijsstukken van bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf worden mede aangewezen:

    • a. het bewijsstuk, afgegeven door een door de minister ingestelde dan wel aangewezen commissie van deskundigen, mits mede ondertekend door een vertegenwoordiger van de minister, waaruit blijkt dat de houder na het bereiken van de 40-jarige leeftijd met gunstig gevolg een proef inzake vakbekwaamheid heeft afgelegd voor het broodbakkersbedrijf, banketbakkersbedrijf, paardenslagersbedrijf of slagersbedrijf;

    • b. een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet voor de bedrijven, genoemd onder a;

    • c. een verklaring van bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet; en

    • d. de verklaring Bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf, waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf, bedoeld in het Vestigingsbesluit bedrijven, mits deze verklaring mede is ondertekend door een gecommitteerde van STEVES dan wel door de directeur van STEVES en mits op de verklaring is vermeld dat STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bewijsstukken van bedrijfstechniek Vestigingsbesluit bedrijven.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 december 1995

De

Minister

van Economische Zaken,

G.J. Wijers