Regeling aanwijzing bewijsstukken van vaktechniek Vestigingsbesluit bedrijven

[Regeling vervallen per 18-07-2007.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-06-2002 en zichtdatum 23-11-2024.
Geldend van 02-06-2000 t/m 31-01-2004

Regeling aanwijzing bewijsstukken van vaktechniek Vestigingsbesluit bedrijven

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 19 van het Vestigingsbesluit bedrijven;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 2 Waar in deze regeling als voorwaarde is gesteld dat een diploma of getuigschrift is mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister, geldt die voorwaarde alleen voor diploma’s en getuigschriften die vóór 1 januari 1996 zijn afgegeven.

Artikel 2. Elektrotechnisch installatiebedrijf

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 1 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf moet blijken, worden aangewezen:

    • a. het diploma Vaktechniek voor het Elektrotechnisch installatiebedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES), en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat; en

    • b. de diploma’s Elektrotechnisch Installateur, Elektrotechnisch Reparateur en middelbaar installatietechnicus (sterkstroomtechniek), afgegeven door de Vereniging (tot bevordering van) Elektrotechnisch Vakonderwijs (in Nederland), mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister.

  • 2 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf moet blijken, worden mede aangewezen de diploma’s, afgegeven ingevolge de Wet op het leerlingwezen door de Vereniging (tot bevordering van) Elektrotechnisch Vakonderwijs (in Nederland) of ingevolge de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs door de Stichting Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs-Elektrotechniek, betreffende:

    • a. Technicus sterkstroominstallaties of Technicus elektrische bedrijfsinstallaties;

    • b. Eerste monteur sterkstroominstallaties, Eerste monteur elektrische bedrijfsinstallaties, Eerste monteur elektrische panelen, Eerste monteur laagspanningsinstallaties, Eerste monteur elektrische besturingsinstallaties, of Eerste monteur in de praktijk van de sterkstroomtechniek; en

    • c. Assistent technicus sterkstroominstallaties of Assistent technicus bedrijfsinstallaties.

  • 3 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf moet blijken, worden mede aangewezen de volgendediploma’s afgegeven ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs:

    • a. het diploma middelbaar technisch onderwijs, afdeling elektrotechniek, studierichting Elektrische Installatietechniek, mits uit een op het diploma gestelde verklaring, die mede is ondertekend door een gecommitteerde van de minister, blijkt dat is voldaan aan de eisen van vakbekwaamheid voor het elektrotechnisch installateursbedrijf;

    • b. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de Elektrotechnische School te Amsterdam;

    • c. het diploma middelbaar technisch onderwijs, afdeling Elektrotechniek, studierichting Elektrische Installatietechniek, mits uit een op het diploma gestelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen van vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • d. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Elektrotechniek, mits uit een op het diploma vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen voor het elektrotechnisch installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • e. het certificaat middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Elektrotechniek, mits uit een op het certificaat vermelde verklaring blijkt, dat is voldaan aan de eisen van vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • f. het diploma van de opleiding Middenkaderfunctionaris automatiserings energietechniek, kwalificatiecode 10235;

    • g. het diploma van de opleiding Middenkaderfunctionaris elektrotechnische installatietechniek (MK-EIT), kwalificatiecode 10237; en

    • h. het diploma van de opleiding Eerste Monteur Sterkstroominstallaties (EMSI), kwalificatiecode 10249, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificaties Veilig Werken en Meten in de Elektrotechniek, Installeren Buisinstallaties Woningbouw en Utiliteit, Installeren Kabelinstallaties Woningbouw en Utiliteit, Installeren en Onderhouden Elektrische Woning- en Utiliteitsinstallaties en In Bedrijf Stellen Woning- en Utiliteitsinstallaties, en mits de examens voor de genoemde deelkwalificaties zijn onderworpen aan externe legitimering als bedoeld in artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

  • 4 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf moet blijken, worden mede aangewezen de volgende diploma’s, afgegeven ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op het hoger beroepsonderwijs of de Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek:

    • a. het diploma van de lerarenopleiding hoger beroepsonderwijs, van de afdeling elektrotechniek, afgegeven door het Nederlands Genootschap tot Opleiding van Leraren voor het Beroepsonderwijs, dan wel het getuigschrift hoger (beroeps)onderwijs van het afsluitend examen van de (deeltijdse) lerarenopleiding Elektrotechniek I en Elektrotechniek II, afgegeven door de Pedagogisch Technische Hogeschool Nederland;

    • b. het diploma hoger technisch onderwijs, van de afdeling elektrotechniek of elektrotechnische bedrijfstechniek;

    • c. het getuigschrift hoger beroepsonderwijs van het afsluitend examen in de studierichting elektrotechniek; en

    • d. het diploma of getuigschrift van het doctoraal examen voor Elektrotechnisch ingenieur, afgegeven door een Nederlandse technische hogeschool of -universiteit.

  • 5 Als bewijsstukken van vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf worden mede aangewezen:

    • a. het bewijsstuk, afgegeven door een door de minister ingestelde dan wel aangewezen commissie van deskundigen, waaruit blijkt, dat de houder na het bereiken van de 40-jarige leeftijd met gunstig gevolg een proef inzake vakbekwaamheid voor het elektrotechnisch installateursbedrijf heeft afgelegd, mits mede ondertekend door een vertegenwoordiger van de minister;

    • b. een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet, voor het elektrotechnisch installateursbedrijf;

    • c. een verklaring van vaktechniek als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet, voor het elektrotechnisch installatiebedrijf;

    • d. de verklaring Vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf, waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van Vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf, bedoeld in het Vestigingsbesluit bedrijven, mits deze verklaring mede is ondertekend door de directeur van STEVES en op de verklaring is vermeld dat STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

Artikel 3. Slagersbedrijf

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 1 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van vaktechniek voor het slagersbedrijf moet blijken, worden aangewezen:

    • a. het diploma Vaktechniek voor het slagersbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES), en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat;

    • b. het ’Vakdiploma (Paarden)Slagers-bedrijf’, afgegeven door of namens de Vereniging tot Bevordering van Slagersvakonderwijs (S.V.O.), mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • c. het diploma Vakbekwaamheid en Handelskennis (ondernemersdiploma slagersbedrijf), afgegeven door de Vereniging tot Bevordering van Slagersvakonderwijs (S.V.O.), mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister; en

    • d. het einddiploma van de Eerste Nederlandse Slagersvakschool te Utrecht, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister.

  • 2 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van vaktechniek voor het slagersbedrijf moet blijken, worden mede aangewezen de volgende diploma’s ingevolge de Wet op het leerlingwezen, de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs:

    • a. het diploma middelbaar middenstandsonderwijs, van de Nederlandse Slagersvakschool te Utrecht, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • b. het diploma middelbaar middenstandsonderwijs, van de middelbare dagopleiding voor de vleessector te Utrecht, mits uit een op het diploma vermelde verklaring, die mede is ondertekend door een gecommitteerde van de minister, blijkt dat is voldaan aan de eisen van vakbekwaamheid voor het slagersbedrijf;

    • c. het diploma van de voortgezette opleiding voor Chefslager, Chefslager-worstmaker, Chefslager-specialiteitenslager of Worstmaker-specialiteitenslager, afgegeven ingevolge de Wet op het leerlingwezen dan wel de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs door de SVO, opleiding voor de vleessector;

    • d. het diploma middelbaar middenstandsonderwijs van de SVO middelbare dagopleiding voor de vleessector, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het slagersbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • e. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector economie, van de lange opleiding Ondernemer Slagersbedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het slagersbedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • f. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector economie, van de lange opleiding Leidinggevende in de Vleesverwerkende industrie, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen voor het slagersbedrijf, omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • g. het diploma van de opleiding Leidinggevende vleesbe- en -verwerkende industrie, kwalificatiecode 10509;

    • h. het diploma van de opleiding Manager Vleesdetailhandel, kwalificatiecode 10516;

    • i. het diploma van de opleiding Islamitisch slager, kwalificatiecode 10513, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificaties Vleesbewerking en Islamitische vleesbewerking en mits de examens voor de genoemde deelkwalificaties zijn onderworpen aan externe legitimering als bedoeld in artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • j. het diploma van de opleiding Traiteur, kwalificatiecode 10518, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificaties Basisvaardigheden vleesbewerking, Basisberoepsvaardigheden vleesbe- en verwerkende detailhandel en Culinaire technieken en mits de examens voor de genoemde deelkwalificaties zijn onderworpen aan externe legitimering als bedoeld in artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • k. het diploma van de opleiding Vleeswarenbereider, kwalificatiecode 10519, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificaties Basisvaardigheden vleesbewerking, Basisberoepsvaardigheden vleesbe- en verwerkende detailhandel, Vleeswarenbereiding en Worstmakerij en mits de examens voor de genoemde deelkwalificaties zijn onderworpen aan externe legitimering als bedoeld in artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • l. het diploma van de opleiding Vleesbewerker, kwalificatiecode 10520, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificaties Basisvaardigheden vleesbewerking, Basisberoepsvaardigheden vleesbe- en verwerkende detailhandel en Vleesbewerking en mits de examens voor de genoemde deelkwalificaties zijn onderworpen aan externe legitimering als bedoeld in artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs; en

    • m. het diploma van de opleiding Winkelslager, kwalificatiecode 10521, mits met goed gevolg examen is afgelegd in de deelkwalificaties Basisvaardigheden vleesbewerking, Basisberoepsvaardigheden vleesbe- en verwerkende detailhandel, Vlees- en vleeswarenverkoop en Winkelwerk en mits de examens voor de genoemde deelkwalificaties zijn onderworpen aan externe legitimering als bedoeld in artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

  • 3 Als bewijsstukken van vaktechniek voor het slagersbedrijf worden mede aangewezen:

    • a. het bewijsstuk, afgegeven door een door de minister ingestelde dan wel aangewezen commissie van deskundigen, waaruit blijkt, dat de houder na het bereiken van de 40-jarige leeftijd met gunstig gevolg een proef inzake vakbekwaamheid voor het (paarden)-slagersbedrijf heeft afgelegd, mits mede ondertekend door een vertegenwoordiger van de minister;

    • b. een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, tweede lid,

      van de wet, voor het (paarden)slagersbedrijf;

    • c. een verklaring van vaktechniek als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet, voor het slagersbedrijf;

    • d. de verklaring vaktechniek voor het slagersbedrijf, waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van Vaktechniek voor het slagersbedrijf, bedoeld in het Vestigingsbesluit bedrijven, mits deze verklaring mede is ondertekend door de directeur van STEVES en op de verklaring is vermeld dat STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

Artikel 4. Bakkersbedrijf

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

  • 1 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van vaktechniek voor het bakkersbedrijf moet blijken, worden aangewezen:

    • a. het diploma Vaktechniek voor het bakkersbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES), en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat;

    • b. het diploma ’Vakbekwaamheid voor het banketbakkersbedrijf’, afgegeven door de Vereniging tot Bevordering van (Vak)Opleiding in het Banketbakkersbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • c. het ’ondernemersdiploma voor het banketbakkersbedrijf’ van de Vereniging tot Bevordering van Opleiding in het Banketbakkersbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • d. het diploma ’Vakbekwaamheid Broodbakkersbedrijf’ afgegeven door de Stichting voor Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • e. het diploma ’vakbekwaamheid voor het brood-banketbakkersbedrijf’, afgegeven door of namens de Stichting voor Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf en de Vereniging tot Bevordering van (Vak)Opleiding in het Banketbakkersbedrijf tezamen, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister;

    • f. het einddiploma voor het brood- en banketbakkersbedrijf, afgegeven door de Vereniging Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister en;

    • g. het diploma van vakbekwaamheid voor het brood- of banketbakkersbedrijf, afgegeven door de Bisschoppelijke Nijverheidsschool ’St. Gerardus Majella’ dan wel de Katholieke Technische School te Voorhout, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de minister.

  • 2 Als bewijsstukken waaruit het voldoen aan de gestelde eisen van vaktechniek voor het bakkersbedrijf moet blijken, worden mede aangewezen de volgende diploma’s ingevolge de Wet op het leerlingwezen, de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs:

    • a. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de afdeling bakkerij of de afdeling brood- en/of banketbakken van de Vakschool van de Vereniging Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen of van de Middelbare Vakschool ’Wageningen’;

    • b. het diploma middelbaar technisch onderwijs van de Middelbare Bakkerijschool (MTS voor Brood- en Banketbakken), mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van vaktechniek voor het bakkersbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • c. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Ondernemer Midden- en Kleinbakkersbedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van vaktechniek voor het bakkersbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • d. het certificaat middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Ondernemer Midden- en Kleinbakkersbedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van vaktechniek voor het levensmiddelenbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • e. het diploma leerlingwezen van de voortgezette opleiding voor het beroep van broodbakker of brood/banketbakker, afgegeven door de Stichting voor Vakopleiding en Examens in het Bakkersbedrijf;

    • f. het diploma leerlingwezen van de voortgezette opleiding voor het beroep van 1e banketbakkersbediende, afgegeven door VBOB, opleidingsinstituut voor de banketbakkersbranche;

    • g. het diploma leerlingwezen van de voortgezette opleiding Brood-/banketbakker, afgegeven door de Stichting Opleidingen Brood en Banket;

    • h. het diploma middelbaar beroepsonderwijs, sector techniek, van de lange opleiding Produktieleider Industrieel Bakkersbedrijf, mits voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van vaktechniek voor het bakkersbedrijf als omschreven in het Vestigingsbesluit bedrijven;

    • i. het diploma van de opleiding Leidinggevende, kwalificatiecode 10494;

    • j. het diploma van de opleiding All-Round Banketbakker, kwalificatiecode 10496;

    • k. het diploma van de opleiding All-Round Brood- en Banketbakker, kwalificatiecode 10497;

    • l. het diploma van de opleiding All-Round Broodbakker, kwalificatiecode 10498;

    • m. het diploma van de opleiding All-Round Broodbakker Grootbedrijf, kwalificatiecode 10725; en

    • n. het diploma van de opleiding Leidinggevende, kwalificatiecode 10778.

  • 3 Als bewijsstukken van vaktechniek voor het bakkersbedrijf worden mede aangewezen:

    • a. het bewijsstuk, afgegeven door een door de minister ingestelde dan wel aangewezen commissie van deskundigen, waaruit blijkt, dat de houder na het bereiken van de 40-jarige leeftijd met gunstig gevolg een proef inzake vakbekwaamheid voor het brood- of banketbakkersbedrijf heeft afgelegd, mits mede ondertekend door een vertegenwoordiger van de minister;

    • b. een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet, voor het brood- of banketbakkersbedrijf;

    • c. een verklaring van vaktechniek als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet, voor het bakkersbedrijf; en

    • d. de verklaring Vaktechniek voor het bakkersbedrijf, waaruit blijkt dat is voldaan aan de eisen van Vaktechniek voor het bakkersbedrijf, bedoeld in het Vestigingsbesluit bedrijven, mits deze verklaring mede is ondertekend door de directeur van STEVES en op de verklaring is vermeld dat STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 18-07-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bewijsstukken van vaktechniek Vestigingsbesluit bedrijven.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 december 1995

De

Minister

van Economische Zaken,

G.J. Wijers