Artikel 1
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
In het gestelde bij of krachtens deze wet wordt verstaan onder:
"Onze Minister": Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
"dijkringgebied": een gebied dat door een stelsel van waterkeringen beveiligd moet
zijn tegen overstroming, in het bijzonder bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater
van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of bij een combinatie
daarvan;
"primaire waterkering": een waterkering, die beveiliging biedt tegen overstroming
doordat deze ofwel behoort tot het stelsel dat een dijkringgebied - al dan niet met
hoge gronden omsluit, ofwel vóór een dijkringgebied is gelegen;
"buitenwater": het oppervlaktewater waarvan de waterstand direct invloed ondergaat
bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water
van het IJsselmeer of bij een combinatie daarvan;
"beheerder": de overheid waarbij de primaire waterkering in beheer is.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Artikel 3
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Op een bij deze wet behorende bijlage II is voor elk dijkringgebied de veiligheidsnorm aangegeven als gemiddelde overschrijdingskans
- per jaar - van de hoogste hoogwaterstand waarop de tot directe kering van het buitenwater
bestemde primaire waterkering moet zijn berekend, mede gelet op overige het waterkerend
vermogen bepalende factoren.
-
2 In overeenstemming met en ter vervanging van de overschrijdingskans in de zin van
het eerste lid, wordt bij algemene maatregel van bestuur voor elk dijkringgebied de
veiligheidsnorm nader aangegeven als de gemiddelde kans per jaar op een overstroming
door het bezwijken van een primaire waterkering.
-
3 Primaire waterkeringen, niet bestemd tot directe kering van het buitenwater, moeten,
zolang voor het dijkringgebied waartoe zij behoren geen veiligheidsnorm krachtens
het tweede lid is vastgesteld, tenminste gelijke veiligheid bieden als op de datum
van inwerkingtreding van deze wet.
-
4
Artikel 2, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de wijziging van de in het eerste lid bedoelde
bijlage en op de vaststelling of wijziging van de in het tweede lid bedoelde algemene
maatregel van bestuur.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Artikel 5
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Onze Minister draagt zorg voor de totstandkoming en verkrijgbaarstelling van technische
leidraden voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van primaire waterkeringen
en voor de beoordeling van de veiligheid daarvan. Deze strekken tot aanbeveling ten
behoeve van degenen die met het beheer onderscheidenlijk het toezicht zijn belast.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Gedeputeerde staten hebben het toezicht op alle primaire waterkeringen in hun provincie.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 De aanleg van een primaire waterkering en de wijziging in richting, vorm, afmeting
of constructie van een primaire waterkering geschieden overeenkomstig een door de
beheerder vastgesteld en door gedeputeerde staten goedgekeurd plan.
-
2 Het plan bevat:
-
a. de te treffen voorzieningen, gericht op de uitvoering van het werk ten aanzien van
een primaire waterkering;
-
b. de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige
gevolgen van de uitvoering van het werk, voor zover die voorzieningen rechtstreeks
verband houden met de uitvoering van het werk;
-
c. de te treffen voorzieningen ter bevordering van het belang van landschap, natuur of
cultuurhistorie, voor zover zij rechtstreeks verband houden met de uitvoering van
het werk.
-
3 Bij het totstandbrengen van het plan wordt rekening gehouden met alle bij de uitvoering
van het plan betrokken belangen, waaronder die van landschap, natuur, cultuurhistorie,
volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu, overeenkomstig de aanbevelingen
van de Commissie Toetsing Uitgangspunten Rivierdijkversterkingen (Boertien I).
Artikel 8
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
De beheerder betrekt bij de voorbereiding van het plan in ieder geval gedeputeerde
staten van de provincie en burgemeester en wethouders van de gemeenten op wier grondgebied
het plan wordt uitgevoerd.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Iedere vijf jaren brengt de beheerder, in het bijzonder vanwege de zorg die op hem
rust voor de handhaving van de veiligheidsnorm in de zin van artikel 3, verslag uit aan gedeputeerde staten over de algemene waterstaatkundige toestand
van de primaire waterkering. Gedeputeerde staten brengen over dezelfde periode verslag
uit aan Onze Minister over elk van de dijkringgebieden in hun gebied, met dien verstande
dat ten aanzien van een dijkringgebied dat in meer dan één provincie is gelegen gedeputeerde
staten van de betreffende provincies gezamenlijk verslag uitbrengen aan Onze Minister.
Onze Minister zendt de verslagen van gedeputeerde staten met zijn bevindingen daaromtrent
aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
-
2 De in het eerste lid bedoelde verslagen bevatten een beoordeling van de veiligheid.
Die beoordeling geschiedt onder meer in het licht van de ingevolge artikel 3, eerste of tweede lid, vastgestelde veiligheidsnorm, de ingevolge artikel 4, eerste lid, vastgestelde factoren, de in artikel 5, eerste lid, bedoelde technische leidraden en de in artikel 13, onder b, bedoelde legger.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Door en op kosten van het Rijk worden tot het voorkomen of tegengaan van een landwaartse
verplaatsing van de kustlijn de werken uitgevoerd die naar het oordeel van Onze Minister
noodzakelijk zijn vanwege de ingevolge deze wet te handhaven veiligheidsnorm. Onze
Minister stelt de noodzaak, de plaats en het doel van de werken, alsmede de termijn
van uitvoering vast.
-
4 Onze Minister geeft toepassing aan het eerste en het tweede lid uit eigen beweging
dan wel op een hem schriftelijk gedaan verzoek van de beheerder of van gedeputeerde
staten. Dit geschiedt niet dan nadat het desbetreffend voornemen of verlangen is behandeld
in een overlegorgaan, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de provincie, de beheerders
en het Rijk en dat in ieder der provincies Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland
en Zeeland door gedeputeerde staten wordt ingesteld.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Aan de beheerder van een primaire waterkering, niet zijnde het Rijk, wordt door gedeputeerde
staten ten laste van de provincie een bijdrage verleend in de kosten van beheer en
onderhoud, volgens bij provinciale verordening te stellen regels.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Aan de beheerder van een tot directe kering van het buitenwater bestemde primaire
waterkering, niet zijnde het Rijk, die gehouden is tot het uitvoeren van nieuwe of
versterkingswerken om daarmede voor de eerste maal te voldoen aan de veiligheidsnorm
bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt, tenzij het werken betreft in de zin van artikel 1 onder II van de Deltawet, door gedeputeerde staten ten laste van de provincie op
aanvraag een bijdrage verleend in de kosten volgens bij provinciale verordening te
stellen regels.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van:
-
a. een overzichtskaart waarop de ligging van de primaire waterkering staat aangegeven;
-
b. een legger waarin is omschreven waaraan die waterkering moet voldoen naar richting,
vorm, afmeting en constructie;
-
c. een technisch beheersregister waarin de voor het behoud van het waterkerend vermogen
kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand nader zijn omschreven.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Provinciale staten der provincies waarin een of meer dijkringgebieden zijn gelegen
stellen met betrekking tot het onderwerp van deze wet een verordening vast, waarin
in elk geval de in artikel 13 omschreven verplichting van de beheerder - en de termijn waarop daaraan moet zijn
voldaan nader worden geregeld.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
2 Alarmeringspeilen, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden door Onze Minister telkens voor vijf jaren vastgesteld bij in de Staatscourant bekend te maken besluit.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Artikel 17
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 7 en 8, zijn de artikelen 18 tot en met 31 van toepassing ten aanzien van primaire waterkeringen die bestemd zijn tot directe
kering van het buitenwater, voor zover ter zake:
Artikel 18
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Artikel 19
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 De in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure is van toepassing
met betrekking tot de voorbereiding van het plan en van de in artikel 18, eerste lid, bedoelde besluiten, met dien verstande dat:
-
a. de ten aanzien van het ontwerp-plan en de aanvragen tot het nemen van die besluiten
ingevolge artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht vereiste kennisgevingen worden samengevoegd in één kennisgeving, welke wordt gedaan
door gedeputeerde staten;
-
b. de termijn van terinzagelegging vier weken bedraagt.
Artikel 20
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Gedeputeerde staten bevorderen een gecoördineerde voorbereiding van het plan en van
de in artikel 18, eerste lid, bedoelde besluiten. Ingeval een plan betrekking heeft op een primaire waterkering
die in meer dan één provincie is gelegen, kunnen gedeputeerde staten van de betreffende
provincies besluiten dat de coördinatie van de voorbereiding van dat plan en van de
in artikel 18, eerste lid, bedoelde besluiten aan gedeputeerde staten van een van die provincies wordt opgedragen.
Artikel 21
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Artikel 22
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Het besluit omtrent goedkeuring wordt binnen zes weken na de verzending ter goedkeuring
bekendgemaakt. In afwijking van artikel 10:31, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan het nemen van het besluit omtrent goedkeuring niet worden verdaagd. Het niet
tijdig bekendmaken van een besluit omtrent goedkeuring heeft niet tot gevolg dat een
besluit tot goedkeuring geacht wordt te zijn genomen.
Artikel 23
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 De in artikel 18, eerste lid, bedoelde bestuursorganen nemen de daar bedoelde besluiten binnen drie weken nadat
het besluit omtrent goedkeuring is bekendgemaakt en zenden deze besluiten onmiddellijk
toe aan gedeputeerde staten.
-
3 Indien een bestuursorgaan dat in eerste aanleg bevoegd is te beslissen op een aanvraag
als bedoeld in artikel 18, eerste lid, niet of niet tijdig een ontwerp-besluit op de aanvraag aan gedeputeerde staten zendt,
dan wel niet, niet tijdig of niet in overeenstemming met het plan beslist, kunnen
gedeputeerde staten een beslissing op de aanvraag nemen. In het laatste geval treedt
hun besluit in de plaats van het besluit van het in eerste aanleg bevoegde bestuursorgaan.
Indien gedeputeerde staten voornemens zijn zelf een beslissing op de aanvraag te nemen,
plegen zij overleg met het bestuursorgaan dat in eerste aanleg bevoegd is op de aanvraag
te beslissen.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Tegen een besluit op grond van artikel 7, voor zover dit is genomen met toepassing van de artikelen 17 tot en met 23, en de artikelen 18 tot en met 23 kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State.
Artikel 25
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
De Afdeling bestuursrechtspraak beslist binnen twaalf weken na afloop van de beroepstermijn.
In bijzondere omstandigheden kan de Afdeling deze termijn met ten hoogste zes weken
verlengen.
Artikel 26
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Indien bij de toepassing van artikel 23, derde lid, de beslissing op een aanvraag tot het nemen van een besluit als in dat artikel bedoeld,
wordt genomen door gedeputeerde staten, draagt het bestuursorgaan dat in eerste aanleg
bevoegd was te beslissen op de aanvraag de ter zake ontvangen leges over aan gedeputeerde
staten.
Artikel 27
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Onteigening ingevolge titel II dan wel titel II in samenhang met titel IIa van de onteigeningswet geschiedt in dier voege dat:
-
a. in afwijking van de artikelen 62 en 72a van die wet over het daar bedoelde besluit de Raad van State niet wordt gehoord;
-
b. in afwijking van artikel 63, eerste lid, van die wet de daar bedoelde commissie door
Onze Minister wordt ingesteld, en bestaat uit een door Onze Minister aangewezen voorzitter,
een vertegenwoordiger van het bestuur van de provincie en van de gemeente op wier
grondgebied de te onteigenen onroerende zaken en onroerende zaken waarop te onteigenen
rechten rusten, zijn gelegen;
-
c. in afwijking van artikel 10, derde lid, van die wet de in onderdeel b bedoelde commissie binnen een week na het verstrijken van de termijn van terinzagelegging
van het in artikel 6 van die wet bedoelde plan ter zake advies uitbrengt aan Onze
Minister;
-
d. de termijn van terinzagelegging van de aanvraag tot het nemen van het in onderdeel
a bedoelde besluit vier weken bedraagt.
Artikel 29
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Artikel 30
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
-
1 Indien onverwijlde inbezitneming van onroerende zaken ten behoeve van de uitvoering
van het plan volstrekt noodzakelijk wordt geacht, kan deze, voor zover die onroerende
zaken in het plan zijn aangewezen, op last van de beheerder geschieden. De artikelen 73, vijfde en zesde lid, 74, 75 en 76 van de onteigeningswet zijn van toepassing.
-
2 Indien onroerende zaken als bedoeld in het eerste lid zijn aangewezen in het ontwerp-plan,
geschiedt daarvan kennisgeving aan degenen die in de kadastrale registratie staan
vermeld als eigenaren van die onroerende zaken of als rechthebbenden op een beperkt
recht waaraan die onroerende zaken onderworpen zijn. De kennisgeving maakt deel uit
van de in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, bedoelde kennisgeving.
Artikel 31
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Ten aanzien van het plan en de in artikel 18, eerste lid, bedoelde besluiten, die reeds zijn vastgesteld of goedgekeurd voor het tijdstip
van inwerkingtreding van deze wet en die nog niet onherroepelijk zijn geworden, blijft
het recht zoals het gold voor dat tijdstip van toepassing.
Artikel 32
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 33
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 34
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal
een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel 35
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Artikel 36
[Regeling vervallen per 22-12-2009]
Deze wet kan worden aangehaald als Wet op de waterkering.