Wet van 21 december 1995, houdende algemene regels ter verzekering van de beveiliging
door waterkeringen tegen overstromingen door het buitenwater en regeling van enkele
daarmee verband houdende aangelegenheden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de beveiliging tegen overstroming door
het buitenwater - in het bijzonder bij hoge stormvloeden, bij hoog opperwater van
de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of bij een combinatie daarvan
- een wezenlijk vereiste is voor de bewoonbaarheid van ons land;
dat het gewenst is algemene regels te stellen omtrent de mate van beveiliging die
in onderscheidene gebieden moet zijn gewaarborgd, alsmede procedurele voorzieningen
te treffen om een versnelde uitvoering van nieuwe of versterkingswerken - met het
oog op het zo spoedig mogelijk bereiken van die mate van beveiliging - te kunnen verzekeren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: