Bijlage 1. behorende bij Subsidieregeling welzijnsbeleid, artikel 6
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Activiteitenplan en beleidsplan bij de aanvraag van een instellingssubsidie
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
In het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid is in de artikelen 6 en 9 bepaald, dat een aanvraag van een jaarlijkse resp. meerjarige instellingssubsidie
voorzien dient te zijn van onder meer een activiteiten- resp. beleidsplan. In de Subsidieregeling
welzijnsbeleid is in artikel 6, eerste lid, bepaald dat in de bedoelde plannen ten minste de in bijlage 1 genoemde onderwerpen
aan de orde komen. Onderstaand treft u de bedoelde onderwerpen aan.
Opgemerkt zij, dat het niet de bedoeling is te volstaan met trefwoordsgewijze aanduidingen,
maar dat op de verschillende onderwerpen, voor zover mogelijk, inhoudelijk en beschrijvend
wordt ingegaan. Globaal kan worden gesteld dat een activiteiten- c.q. beleidsplan
antwoord moet kunnen geven op vragen als: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe, hoeveel,
waartoe, enz.
Algemeen
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
-
1. Correspondentiegegevens: (naam instelling, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer,
naam contactpersoon, objectnummer, bank- of gironummer);
-
2. Het jaar (bij meerjarige instellingssubsidies: de periode) waarop de subsidie-aanvraag
betrekking heeft;
-
3. Per iedere activiteit afzonderlijk:
-
a. naam/titel/omschrijving van de activiteit
-
b. beschrijving van het probleem/de aanleiding tot de activiteit
-
c. doelstelling van de activiteit
-
d. groep van mensen/de situatie waarop de activiteit gericht is
-
e. werkzaamheden en methode/aanpak waarmee men het doel wil bereiken
-
f. de verschillende fasen/stappen binnen de activiteit
-
g. samenwerking met overheden, instellingen en andere(n)
-
h. betrokkenheid van/overleg met/inspraak van doelgroep dan wel derden (bijv vrijwilligers)
-
i. vermelden waar ook nog voor dezelfde activiteit subsidie is aangevraagd, voor hoeveel
en wat de stand van zaken is
-
j. uitvoering/looptijd van de activiteit
-
k. tijdsinvestering/personele inzet
-
l. plaats van deze activiteit in het kader van het beleid/de voor die periode van toepassing
zijnde welzijnsnota
-
m. factoren die de uitvoering/realisering van de activiteit negatief kunnen beïnvloeden/risicofactoren
voor de haalbaarheid
-
n. beoogd/te verwachten resultaat
-
o. evaluatie/effectmeting
-
p. wat gebeurt er met het resultaat/hoe is de overdracht geregeld
-
4. Indien sprake is van uitvoerend werk resp. steunfunctiewerk in de zin van de Welzijnswet 1994 (zie artikel 1, onder c resp. onder d) moet tevens worden voldaan aan het gestelde in artikel 7, eerste lid, van de Welzijnswet 1994. Derhalve dient in het plan beschreven te worden op welke wijze zorg gedragen wordt
voor verantwoorde kwaliteit zoals bedoeld in de wet.
Landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Ten aanzien van de volgende activiteiten van landelijke sportorganisaties en bijzondere
landelijke sportorganisaties dienen in de activiteiten- en beleidsplannen ten minste
de volgende onderwerpen aan de orde te komen:
-
A. Een subsidie in de kosten van topsportbeleid wordt slechts verstrekt indien de activiteiten
zijn omschreven in een topsport beleidsplan. In dit topsportbeleidsplan dienen in
ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde te komen:
-
B. Een subsidie in de kosten van sportmedisch beleid wordt slechts verstrekt indien de
activiteiten zijn omschreven in een sportmedischbeleidsplan. In dit sportmedischbeleidsplan
dienen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde te komen:
- -
het te voeren dopingbeleid
- -
de medische begeleiding van topsporters
- -
de zorgbehoefte en zorgnoodzaak van topsporters
- -
het bewaken en verbeteren van de veiligheid van sporters
- -
de deskundigheidsbevordering van trainers en begeleiders met betrekking tot de veiligheids-
en gezondheidsaspecten
- -
het noodzakelijk en gewenste onderzoek ter verhoging van de veiligheid, de vermindering
van blessures en de verbetering van de gezondheid.
-
C. Een subsidie in de kosten van deskundigheidsbevordering wordt slechts verstrekt indien
de activiteiten zijn omschreven in een deskundigheidsbevorderingsplan als onderdeel
van het kaderbeleidsplan. In dit kaderbeleidsplan dienen in ieder geval de volgende
onderwerpen aan de orde te komen:
Algemeen
Specifiek m.b.t. sportopleidingen en sportbijscholingen
- -
opsomming van de soorten en aantallen opleidingen en bijscholingen die voorgenomen
zijn te worden gehouden in het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd
- -
opgave van het aantal onderwijscontacturen per opleiding en bijscholing
- -
de status van de opleiding (erkend, experimenteel).
Vorming, training en advies
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
De onderwerpen genoemd onder ’algemeen’ zijn niet op deze wijze van toepassing op
de activiteitenplannen bij de aanvraag voor een instellingssubsidie als bedoeld in
artikel 19. In deze plannen dienen ten minste de volgende onderwerpen aan de orde te komen:
-
a. een samenvattende beschrijving van het beleid van de instelling;
-
b. een samenvattende beschrijving van de resultaten van het jaar, voorafgaande aan het
jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede een indicatie van het aantal aspirant-vrijwilligers
dat vrijwilliger is geworden;
-
c. een verkenning van de markt inzake de vraag naar programma’s voor het jaar waarvoor
subsidie wordt aangevraagd;
-
d. de voorgenomen programma’s voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitgesplitst
naar:
- -
de beleidsterreinen waarop de programma’s betrekking hebben
- -
het totaal te verwachten aantal geslaagde deelnemers uitgesplitst naar aantal vrijwilligers
en aspirant-vrijwilligers
- -
de organisatie(s) waaruit de deelnemers afkomstig zijn
- -
de doelgroep(en) welke door de (aspirant-)vrijwilligers worden ondersteund
- -
de leerdoelen/de resultaten die de deelnemers willen bereiken
- -
het aantal programma’s uitgesplitst naar eendaags, meerdaags of conferentie;
-
e. een schematisch totaaloverzicht van de voorgenomen programma’s waarin opgenomen:
- -
het totaal aantal te verwachten geslaagde deelnemers
- -
de verdeling van de deelnemers over doelgroepen/prioriteitsgebieden
- -
de omvang van de groepen
- -
de gemiddelde groepsgrootte
- -
de gemiddelde aantal dagdelen
- -
de gemiddelde eigen bijdrage;
-
f. de wijze waarop voldaan wordt aan artikel 7 van de wet;
-
g. de wijze waarop voorzien is in een registratiesysteem.
Bijlage 2. Controleprotocol subsidieregeling welzijnsbeleid
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Controleprotocol Subsidieregeling welzijnsbeleid
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Instellingssubsidie
Bij de controle op basis waarvan de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen,
bedoeld in het tweede lid van artikel 36 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, plaatsvindt, besteedt de accountant aan de naleving van de hierna genoemde artikelen
van dat besluit en van deze subsidieregeling de daarbij aangegeven aandacht.
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Artikel
|
Soort aandacht
|
19
|
normale aandacht
|
20
|
normale aandacht
|
22
|
normale aandacht
|
23
|
normale aandacht
|
26
|
speciale aandacht
|
27, eerste lid
|
speciale aandacht
|
28
|
speciale aandacht
|
29
|
speciale aandacht
|
34
|
normale aandacht
|
35
|
normale aandacht
|
Subsidieregeling welzijnsbeleid
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Alle instellingen:
3a
|
speciale aandacht
|
7
|
speciale aandacht
|
7
|
speciale aandacht
|
9
|
normale aandacht
|
Vorming, training en advies:
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
3/3a
|
geen verplichting
subsidie-overschotten te reserveren, voor zover het gaat om de subsidie als bedoeld
in artikel 19
|
19, eerste lid
|
normale aandacht (de controle dient zodanig te zijn dat een verklaring kan worden
gegeven bij het aan de minister opgegeven aantal gerealiseerde cursus dagdelen, overeenkomstig
de definitie in artikel 18)
|
20, onder c
|
normale aandacht (de controle dient zodanig te zijn dat een verklaring kan worden
gegeven bij het aan de minister opgegeven aantal deelnemers)
|
20, onder d
|
procedurele aandacht
|
Kinderen of pleegkinderen van binnenschippers en kermisexploitanten
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
29
|
speciale aandacht
|
29a
|
normale aandacht
|
29b
|
speciale aandacht
|
Landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
3/3a
|
geen verplichting subsidie-overschotten te reserveren, voorzover het gaat om de subsidie
als bedoeld in artikel 38
|
40
|
normale aandacht (de controle dient zodanig te zijn dat een verklaring kan worden
gegeven bij het aan de minister opgegeven aantal gerealiseerde onderwijscontacturen)
|
41
|
procedurele aandacht
|
Onder procedurele aandacht wordt verstaan: controle waarbij erop wordt toegezien of
procedures in het leven zijn geroepen om te waarborgen dat aan de desbetreffende voorschriften
wordt voldaan, of het volgen van die procedures leidt tot naleving van die voorschriften
en of die procedures in feite zijn gevolgd.
Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met dezelfde diepgang die de accountant
in acht neemt bij de controle van een jaarrekening.
Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij de accountant nadrukkelijk
beziet of de desbetreffende subsidiebepalingen zijn nageleefd. In dit geval moet dus
verder worden gegaan dan bij de controle die normaal op een jaarrekening wordt uitgeoefend.
Aan de niet genoemde artikelen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Subsidieregeling welzijnsbeleid behoeft bij de controle geen aandacht te worden
besteed, met dien verstande dat teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen
goed te kunnen verrichten kennisneming van de Welzijnswet 1994 en de niet genoemde artikelen van het besluit en de subsidieregeling noodzakelijk
is.
In de beschikking waarbij de instellingssubsidie is verleend, kunnen afwijkende en
aanvullende subsidiebepalingen zijn opgenomen. De accountant neemt van de inhoud van
deze beschikking kennis en betrekt de naleving van de eventueel opgenomen nadere subsidiebepalingen
in de controle. Indien de vaststelling van de instellingssubsidie gebeurt op basis
van aantallen gerealiseerde prestaties, dient de controle zodanig te zijn dat een
verklaring kan worden gegeven bij de aan de minister opgegeven aantallen gerealiseerde
prestaties.
Met betrekking tot de aandacht die de accountant aan artikel 19 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid moet besteden, is het geenszins de bedoeling dat de accountant op grond van dit protocol
een doelmatigheidsonderzoek verricht. Bij zijn oordeelsvorming laat de accountant
zich leiden door binnen het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaardbare uitgangspunten
met betrekking tot het financieel beheer, met andere woorden hij beoordeelt of de
instelling zich als ’een goed huisvader’ over de toegewezen gelden heeft ontfermd.
De accountant stelt zijn verklaring op in overeenstemming met het in bijlage 3 opgenomen model.
In de verklaring noemt de accountant de beschikking(en) waarbij het subsidie is verleend.
Als in de subsidiedeclaratie/jaarrekening al melding wordt gemaakt van deze beschikkingen,
mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.
Voor zover de instelling subsidiebepalingen niet heeft nageleefd maakt de accountant
daarvan melding in zijn verklaring.
Als de leiding van de instelling in de subsidiedeclaratie/jaarrekening al melding
maakt van de subsidiebepalingen die niet zijn nageleefd, mag de accountant daarnaar
verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Model accountantsverklaring instellingssubsidie
Accountantsverklaring
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
(afgegeven t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
Wij hebben de bijgevoegde subsidiedeclaratie/jaarrekening 19.. (verder aangeduid als
de verantwoording) van ........ (naam instelling) te ...... (plaats) gecontroleerd.
De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding.
Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording
te verstrekken.
Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking
tot controle-opdrachten en de aanwijzingen die de minister in bijlage 2 bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid heeft gegeven met betrekking tot de controle op en de rapportage over de naleving
van de subsidiebepalingen.
Volgens de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten dient
onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van
zekerheid wordt verkregen dat de verantwoording geen onjuistheden van materieel belang
bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen
van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de verantwoording.
Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving
die bij het opmaken van de verantwoording zijn toegepast en van belangrijke schattingen
die de leiding van de huishouding daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van
het algehele beeld van de verantwoording. Wij zijn van mening dat onze controle een
deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Goedkeurende verklaring:
Wij zijn van oordeel dat de verantwoording een getrouw beeld geeft van de grootte
en de samenstelling van het vermogen op 31 december 19.. en van het resultaat over
19.. in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving
en dat de verantwoording voldoet aan de bepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid inzake de verantwoording.
Wij hebben vastgesteld dat de subsidiebepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Subsidieregeling welzijnsbeleid alsmede de nader gestelde subsidieverplichtingen in brief, kenmerk ......, d.d. ......
zijn nageleefd.
Andere verklaringen (als geen goedkeurende verklaring wordt afgegeven):
Wij zijn van oordeel dat ................................ .
Plaats en datum:
Handtekening:
Naam accountant:
Naam accountantskantoor :
Adres:
Postcode en woonplaats:
Telefoon:
Bijlage 4. behorende bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid artikel 13
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Projectplan bij de aanvraag van een projectsubsidie
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
In het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid is in artikel 11, tweede lid, bepaald, dat een aanvraag van een projectsubsidie voorzien dient te zijn van onder
meer een projectplan.
In de Subsidieregeling welzijnsbeleid is in artikel 13 bepaald dat in het bedoelde plan ten minste de in bijlage 4 genoemde onderwerpen
aan de orde komen. Onderstaand treft u de bedoelde onderwerpen aan.
Opgemerkt zij, dat het niet de bedoeling is te volstaan met trefwoordsgewijze aanduidingen,
maar dat op de verschillende onderwerpen, voor zover mogelijk, inhoudelijk en beschrijvend
wordt ingegaan. Globaal kan worden gesteld dat een projectplan antwoord moet kunnen
geven op vragen als: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe, hoeveel, waartoe, enz.
Algemeen
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
-
1. Correspondentiegegevens: (naam rechtspersoon/natuurlijke persoon, adres, postcode,
woonplaats, telefoonnummer, naam contactpersoon, objectnummer, bank- of gironummer);
-
2. Het jaar/de periode waarop de subsidie-aanvraag betrekking heeft;
-
3. Per project afzonderlijk:
-
a. naam/titel/omschrijving van het project
-
b. beschrijving van het probleem/ de aanleiding tot het project
-
c. doelstelling van het project
-
d. groep van mensen/de situatie waarop het project gericht is
-
e. werkzaamheden en methode/aanpak waarmee men het doel wil bereiken
-
f. de verschillende fasen/stappen binnen het project
-
g. samenwerking met overheden, instellingen en andere
-
h. betrokkenheid van/overleg met/inspraak van doelgroep dan wel derden (bijv. vrijwilligers)
-
i. vermelden waar ook nog voor het project subsidie is aangevraagd, voor hoeveel en wat
de stand van zaken is
-
j. uitvoering/looptijd van het project
-
k. tijdsinvestering/personele inzet
-
l. plaats van het project in het kader van het beleid/de voor die periode van toepassing
zijnde welzijnsnota
-
m. factoren die de uitvoering/realisering van het project negatief kunnen beãnvloeden/risicofactoren
voor de haalbaarheid
-
n. beoogd/te verwachten resultaat
-
o. evaluatie/effectmeting
-
p. wat gebeurt er met het resultaat/hoe is de overdracht geregeld
-
q. op grond van welke ervaring c.q. deskundigheid bent u van menig dit project te kunnen
uitvoeren en laten slagen
-
4. Indien in het project sprake is van uitvoerend werk resp. steunfunctiewerk in de
zin van de Welzijnswet 1994 (zie artikel 1, onder c resp. onder d) moet tevens worden voldaan aan het gestelde in artikel 7, eerste lid, van de Welzijnswet 1994.
Derhalve dient in het plan beschreven te worden op welke wijze zorg gedragen wordt
voor verantwoorde kwaliteit zoals bedoeld in de wet.
In ieder geval dient uit de beschrijving duidelijk te worden wat het innovatieve karakter
van het project is, wat de landelijk betekenis ervan is en op welke wijze het project
past binnen de hoofdlijnen van het welzijnsbeleid.
Sportaccommodaties
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Ten aanzien van projecten die zijn gericht op het realiseren van een A- of B- accommodatie,
dienen, naast onderwerpen genoemd onder `algemeen', de volgende onderwerpen aan de
orde te komen:
- -
het inzicht in de gebruiksmogelijkheden en de gebruiksvoornemens ten behoeve van
het nationale trainings- en wedstrijdwezen;
- -
de eigenaar van de (te realiseren) accommodatie;
- -
de wijze waarop wordt voorzien in de toegankelijkheid voor gehandicapten;
- -
de beschrijving van de voor de tak van sport geldende sporttechnische en sportfunctionele
normen en eisen inzake het (inter)nationale trainings- en wedstrijdwezen;
- -
de wijze waarop wordt voorzien in eventuele aanpassing van de accommodatie indien
de accommodatie zou worden gebruikt als evenementaccommodatie.
Topsportevenementen
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Ten aanzien van projecten die zijn gericht op de voorbereiding en organisatie van
een topsportevenement, dienen, naast de onderwerpen genoemd onder `algemeen', de volgende
onderwerpen aan de orde te komen:
- -
de plaats op de evenementenkalender van NOC*NSF;
- -
de relatie met het (meerjaren) topsportbeleidsplan van de sportorganisatie;
- -
de kansen op positieve leerervaringen voor Nederlandse talenten;
- -
de kansen op succes voor Nederlandse deelnemers;
- -
de (potentiële) stimulans voor sportbeoefening in de betrokken tak van sport in ons
land, in de betrokken regio of gemeente(n);
- -
de uitstraling van het evenement voor Nederland (Holland-imago).
Bijlage 5. Controleprotocol subsidieregeling welzijnsbeleid
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Projectsubsidie
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Bij de controle op basis waarvan de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen,
bedoeld in het tweede lid van artikel 36 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, plaatsvindt, besteedt de accountant aan de naleving van de hierna genoemde artikelen
van dat besluit en van deze subsidieregeling de daarbij aangegeven aandacht.
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Artikel
|
Soort aandacht
|
19
|
normale aandacht
|
20
|
normale aandacht
|
22
|
normale aandacht
|
28
|
speciale aandacht
|
29
|
speciale aandacht
|
34
|
normale aandacht
|
Subsidieregeling welzijnsbeleid
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Artikel
|
Soort aandacht
|
Alle projecten:
|
11
|
normale aandacht
|
14
|
normale aandacht
|
Landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Onder procedurele aandacht wordt verstaan: controle waarbij erop wordt toegezien of
procedures in het leven zijn geroepen om te waarborgen dat aan de desbetreffende voorschriften
wordt voldaan, of het volgen van die procedures leidt tot naleving van die voorschriften
en of die procedures in feite zijn gevolgd.
Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met dezelfde diepgang die de accountant
in acht neemt bij de controle van een jaarrekening.
Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij de accountant nadrukkelijk
beziet of de desbetreffende subsidiebepalingen zijn nageleefd. In dit geval moet dus
verder worden gegaan dan bij de controle die normaal op een jaarrekening wordt uitgeoefend.
Aan de niet genoemde artikelen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Subsidieregeling welzijnsbeleid behoeft bij de controle geen aandacht te worden
besteed, met dien verstande dat teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen
goed te kunnen verrichten kennisneming van de Welzijnswet 1994 en de niet genoemde artikelen van het besluit en de subsidieregeling noodzakelijk
is.
In de beschikking waarbij de projectsubsidie is verleend, kunnen afwijkende en aanvullende
subsidiebepalingen zijn opgenomen. De accountant neemt van de inhoud van deze beschikking
kennis en betrekt de naleving van de eventueel opgenomen nadere subsidiebepalingen
in de controle.
Met betrekking tot de aandacht die de accountant aan artikel 19 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid moet besteden, is het geenszins de bedoeling dat de accountant op grond van dit protocol
een doelmatigheidsonderzoek verricht. Bij zijn oordeelsvorming laat de accountant
zich leiden door binnen het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaardbare uitgangspunten
met betrekking tot het financieel beheer, met andere woorden hij beoordeelt of de
instelling zich als ’een goed huisvader’ over de toegewezen gelden heeft ontfermd.
De accountant stelt zijn verklaring op in overeenstemming met het in bijlage 6 opgenomen model.
In de verklaring noemt de accountant de beschikking(en) waarbij het subsidie is verleend.
Als in de subsidiedeclaratie al melding wordt gemaakt van deze beschikkingen, mag
de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.
Voor zover de instelling subsidiebepalingen niet heeft nageleefd maakt de accountant
daarvan melding in zijn verklaring.
Als de leiding van de instelling in de subsidiedeclaratie al melding maakt van de
subsidiebepalingen die niet zijn nageleefd, mag de accountant daarnaar verwijzen met
behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Model accountantsverklaring projectsubsidie
Accountantsverklaring
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
(afgegeven t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
Wij hebben de bijgevoegde subsidiedeclaratie van .......... (naam instelling) te ........
(plaats) gecontroleerd. De subsidiedeclaratie is opgesteld onder verantwoordelijkheid
van de leiding van de huishouding. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring
inzake de subsidiedeclaratie te verstrekken.
Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking
tot controle-opdrachten en de aanwijzingen die de minister in bijlage 5 bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid heeft gegeven met betrekking tot de controle op en de rapportage over de naleving
van de subsidiebepalingen.
Volgens de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten dient
onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van
zekerheid wordt verkregen dat de subsidiedeclaratie geen onjuistheden van materieel
belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen
van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de subsidiedeclaratie.
Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving
die bij het opmaken van de subsidiedeclaratie zijn toegepast en van belangrijke schattingen
die de leiding van de huishouding daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van
het algehele beeld van de subsidiedeclaratie. Wij zijn van mening dat onze controle
een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Goedkeurende verklaringen
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Wij zijn van oordeel dat de subsidiedeclaratie, aangevende een bedrag van per saldo
€ ........ aan subsidiabele kosten en inkomsten, in overeenstemming is met algemeen
aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de bepalingen van
het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid inzake de subsidiedeclaratie.
Wij hebben vastgesteld dat de subsidiebepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Subsidieregeling welzijnsbeleid alsmede de nader gestelde subsidieverplichtingen in brief, kenmerk ........, d.d.
........ zijn nageleefd.
Andere verklaringen (als geen goedkeurende verklaring wordt afgegeven):
Wij zijn van oordeel dat .......
Plaats en datum:
Handtekening:
Naam accountant:
Naam accountantskantoor:
Adres :
Postcode en woonplaats:
Bijlage 9. , behorend bij artikel 30
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Formulier voor de aanvraag van subsidie voor het in internaten of pleeggezinnen huisvesten,
verzorgen en opvoeden van kinderen
1. Correspondentiegegevens
Objectnummer organisatie:
|
..........................................................
|
Naam organisatie:
|
..........................................................
|
Adres:
|
..........................................................
|
|
|
Telefoonnummer:
|
..........................................................
|
Naam contactpersoon
|
..........................................................
|
Telefoonnummer:
|
..........................................................
|
Betaalnummer:
|
..........................................................
|
(bank- of gironummer)
|
|
|
|
Naam accountant
|
..........................................................
|
2. Aantal ingeschreven en gehuisveste kinderen in internaten
|
A
Huurpanden
|
B
Eigendomspanden
nieuw verworven
|
C
Eigendomspanden
(geen kapitaallasten)
|
D
Eigendomspanden
(geen kapitaallasten
wel erfpacht)
|
1. Aantal kinderen
1a. internaat x
1.b internaat y
|
Pand b
|
|
Pand a
|
Pand c
|
etc.
|
etc.
|
etc.
|
|
etc.
|
2. Normbedrag per kind
|
€
|
€
|
€
|
€
|
3. Totaal (1 x 2)
|
|
|
|
|
Toelichting:
Regel 1: aantal kinderen dat door CENSIS is gehuisvest perr teldatum van 15 september
van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Kolommen A t/m D: het aantal kinderen per internaat dient te worden gesplitst naaar
de verschillende panden, waarin zij worden gehuisvest. Indien een kind wordt gehuisvest
in een internaat dat bestaat uit verschillende panden, waarvan enkele bijvoorbeeld
worden gehuurd en anderen in eigendom worden gehouden, dan dient als uitgangspunt
te worden genomen, het pand waar een kind overnacht.
Regel 2: in te vullen door het Ministerie van VWS.
3. Gegevens met betrekking tot de overcapaciteit
|
A. Totaal aantal m²
|
B. Aantal kinderen x 35 m²
|
C. Overcapaciteit in m² (A - B)
|
D. Huurinkomsten
|
Pand a
|
|
|
|
|
Pand b
|
|
|
|
|
etc.
|
|
|
|
|
Toelichting:
Kolom A: aantal m² op basis van het rapport van het Bureau Organisatie Bouwwezen B.V.
'Bouwkundig/functioneel onderzoek gebouwen Schippersinternaten', Utrecht 8 november
1999, voor zover hierin opgenomen.
Kolom B: aantal kinderen dat bij CENSIS is gehuisvest, verzorgd en opgevoed op de
teldatum van 15 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie
wordt aangevraagd.
Kolom C: het gaat hier in beginsel om het verschil tussen kolom A en kolom B. Als
er redenen zijn om hier correcties op aan te brengen dient te worden aangegeven voor
hoeveel m² de exploitatiekosten werkelijk worden betaald. Vastegesteld moet kunnen
worden voor welk deel van de overcapaciteit in het pand de eigenaa de exploitatiekosten
betaalt. Alleen voor dat deel is de overgangsregeling van toepassing. Indien een deel
van het pand feitelijk of juridisch is gesplitst (bv in appartementen) en de gebruiker
van het van het internaat afgezonderde deel geheel zorgdraagt voor de exploitatie
en de daaruit voortkomende accommodatiekosten betaalt, moet dit deel in mindering
worden gebracht op kolom C.
Kolom D: de volledige huurinkomsten van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Het gaat hier zowel om de kale huur als om vergoedingen voor belasting, energiekosten
e.d.
* Bruto vloeroppervlakte
Berekening van het subsidiebedrag voor de overcapaciteit:
aantal m² conform kolom C
|
x € 880,33 x Y verminderd met huurinkomsten conform kolom D
|
35 m²
|
|
Y =
-
in 2001: 75%
-
in 2002: 50%
-
in 2003: 25%
Het bedrag van € 880,33 (prijspeil 2000) is het normbedrag dat wordt gehanteerd ten
behoeve van de overgangsregeling conform het kabinetsstandpunt schippersinternaten
van juli 2000 (Kamerstukken II. 1999/2000, 27240. nr. 1). Als de uitkomst van bovenstaande
berekening negatief is, zal de subsidie uit hoofde van de overgangsregeling € 0 zijn.
4. Pleeggezinnen
Aantal kinderen en hun leeftijd, dat op 15 september van het jaar, voorafgaand aan
het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, voor huisvesting, verzorging en opvoeding
in pleeggezinnen bij CENSIS is ingeschreven.
Eerste kind:
|
Leeftijd
|
Aantal
|
|
...........
|
...........
|
|
...........
|
...........
|
Tweede en volgend kind:
|
...........
|
...........
|
|
...........
|
...........
|
etc.
|
5. Bestuursverklaring
Objectnummer:
Het bestuur verklaart kennis te hebben genomen van het Bekostigingsbesluit en de Subsidieregeling
Welzijnsbeleid en dienovereenkomstig de begroting 20.... te hebben opgesteld.
Plaats:
|
..............................................................................
|
Datum:
|
..............................................................................
|
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
CONTROLEPROTOCOL SUBSIDIEREGELING WELZIJNSBELEID
Model accountantsverklaring aantal kinderen in internaten
1.1. Accountantsverklaring
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wij hebben de bijgevoegde opgave van het aantal door ... (naam instelling) te ...
(plaats) per ... (datum) ingeschreven en gehuisveste kinderen in internaten gecontroleerd.
Deze opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van ... (naam instelling
of soort rechtspersoon). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring
inzake deze opgave te verstrekken.
Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking
tot controle-opdrachten en de aanwijzingen die de minister in bijlage 2 bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid heeft gegeven met betrekking tot de controle op en de rapportage over de naleving
van de subsidiebepalingen.
Volgens de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdachten dient
onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van
zekerheid wordt verkregen dat de opgave van het aantal kinderen geen onjuistheden
van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel
van deelwaarnemingen en relevante gegevens. Wij zijn van mening dat onze controle
een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
- GOEDKEURENDE VERKLARING:
Wij zijn van oordeel dat de opgave de gegevens over het aantal per ... (datum) ingeschreven
en gehuisveste kinderen in internaten juist weergeeft.
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
Berekening ouderbijdrage:
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
punt voor het eerste kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een internaat
een bijdrage verschuldigd van € 1.407,98, vermeerderd met 3% van dat deel van het
belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) in het jaar (t
- 2), dat het bedrag van € 16.564,54 te boven gaat, tot een maximum van € 2.553,27;
• voor elk tweede en volgende kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in
een internaat een bijdrage verschuldigd van € 938,49, vermeerderd met 1,5% van dat
deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t
- 2), dat het bedrag van € 16.564,54 te boven gaat, tot een maximum van € 1.511,12;
• voor het eerste kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een pleeggezin
een bijdrage verschuldigd van € 1.407,98, vermeerderd met 1% van dat deel van het
belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t - 2), dat het
bedrag van € 16.564,54 te boven gaat, tot een maximum van € 1.789,75;
• voor elk tweede en volgende kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in
een pleeggezin een bijdrage verschuldigd van € 938,49, vermeerderd met 0,5% van dat
deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t
- 2), dat het bedrag van € 16.564,54 te boven gaat, tot een maximum van € 1.129,36.
t = het kalenderjaar waarin CENSIS zorgdraagt voor de huisvesting, verzorging en opvoeding
van kinderen en voor welke periode de hoogte van de ouderbijdrage moet worden vastgesteld.
Het belastbaar inkomen van de ouder(s) of de wettelijk vertegenwoordiger(s) van een
kind wordt vastgesteld op basis van een kopie van de aanslag van de belastingdienst
over het jaar t - 2.