Ingrepenbesluit

[Regeling vervallen per 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-02-2011 en zichtdatum 01-02-2011.
Geldend van 01-02-2011 t/m 30-06-2014

Besluit van 25 januari 1996, houdende aanwijzing van en regelen omtrent toegestane ingrepen bij dieren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 3 juli 1995, No. 959812, Directie Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 91/630/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens en gelet op artikel 40, tweede lid, onderdeel c, en derde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, alsmede op artikel 1, vierde lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990;

Gezien de adviezen van de Raad voor dierenaangelegenheden (29 juni 1994, RDA/94219/HJ), de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (14 juli 1994, 194.00753/U94.02069/RV), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (25 mei 1994, 0527.94/Jsve), het Landbouwschap (17 mei 1994, B042404a.Wo1), het Produktschap voor Vis en Visprodukten (10 mei 1994, 0555/95/JvS/MZ), de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (23 maart 1994, 0637/Ra/Pe), het Produktschap Pluimvee en Eieren tezamen met het Produktschap Vee en Vlees (16 mei 1994, mha nr. 19972), de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties (10 mei 1994, JW/IR.05002), de Stichting voor Gezelschapsdieren (19 mei 1994, 9405.30/RW), Rechten voor al wat leeft (30 mei 1994) en de Koninklijke Vereniging "Het Nederlandsche Trekpaard" (2 mei 1994);

De Raad van State gehoord (advies van 3 oktober 1995, No. W.11.95.0335);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 18 januari 1996, No. J. 9517241, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • b. ingreep: lichamelijke ingreep bij een dier waarbij een deel of delen van het lichaam wordt of worden verwijderd of beschadigd;

  • c. ongewervelden: halfgewervelde en ongewervelde dieren, alsmede ééncellige dieren.

§ 2. Toegestane ingrepen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Als ingrepen als bedoeld in artikel 40, tweede lid, onderdeel c , van de wet, worden aangewezen:

    • a. ingrepen bij ongewervelden;

    • b. het inbrengen van een injectienaald;

    • c. het aanbrengen van een oormerk ter bestrijding van vliegen, tenzij reeds een oormerk als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, of een bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift verplicht of toegestaan oormerk is aangebracht;

    • d. het leewieken van vogels die worden gehouden of aantoonbaar bestemd zijn om te worden gehouden in een niet gesloten ruimte;

    • e. het verwijderen van een deel van de achterste teen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor de menselijke consumptie;

    • f. het verwijderen van de sporen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor de menselijke consumptie;

    • g. het verkorten van de boven- of ondersnavel bij kippen en kalkoenen jonger dan 10 dagen;

    • h. het verwijderen van de kammen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor de menselijke consumptie;

    • i. [Red: vervallen;]

    • j. het onthoornen van geiten die worden gehouden met het oog op de melkproduktie, van runderen en schapen, alsmede van dieren die in een dierentuin worden gehouden;

    • k. het verwijderen van het gewei bij herten;

    • l. het met het oog op de veiligheid van mens of dier aanbrengen van een gladde roestvrijstalen neusring bij mannelijke varkens en mannelijke runderen bestemd voor de fokkerij;

    • m. [Red: vervallen;]

    • n. [Red: vervallen;]

    • o. het verwijderen van een deel van de staart bij biggen tot de leeftijd van vier dagen indien blijkt dat zich op het bedrijf staartverwondingen voordoen wanneer de ingreep niet is toegepast;

    • p. [Red: vervallen;]

    • q. het door vijlen uniform verkleinen van de hoektanden van biggen tot de leeftijd van zeven dagen indien blijkt dat de uiers van zeugen of de oren of staarten van andere varkens worden verwond wanneer de ingreep niet is toegepast, en onder de voorwaarde dat de tanden glad en intact blijven;

    • r. het met het oog op leeftijdsonderzoek of visstandbeheer nemen van schubben bij vissen;

    • s. het aanbrengen van een neuskapje bij fazanten;

    • t. het verwijderen van bijklauwtjes bij honden tot de leeftijd van vier dagen;

    • u. [Red: vervallen;]

    • v. het verwijderen van bijspenen;

    • w. de endoscopische geslachtsbepaling bij diersoorten zonder geslachtsdimorfisme, en

    • x. het verrichten van de keizersnede ter verkrijging van Specific Pathogen Free dieren of gnotobionten.

  • 2 Voorts worden aangewezen de navolgende ingrepen, voorzover zij dienen ter identificatie van een dier, met dien verstande dat bij het dier ten hoogste twee van die ingrepen mogen worden verricht:

    • a. het aanbrengen van een oormerk in één oor bij runderen, varkens, schapen en geiten;

    • b. het aanbrengen van een merkteken aan een vleugel bij kippen;

    • c. het aanbrengen van een tatoeage;

    • d. het subcutaan of intramusculair aanbrengen van micro-electronica;

    • e. het inknippen van teenvliezen bij kippen en eenden;

    • f. het verwijderen van een stukje van de oorschelp bij knaagdieren, onvruchtbaar gemaakte verwilderde zwerfkatten, alsmede bij dieren die in een dierentuin in groepen worden gehouden;

    • g. het verwijderen van een teen bij pasgeboren knaagdieren;

    • h. het nemen van ten hoogste vijf schubben bij reptielen;

    • i. het verwijderen of perforeren van delen van vinnen, vetvinnen of vinstralen bij vissen;

    • j. het aanbrengen bij vissen van een uitwendig door middel van een draad in huid, onderliggend spierweefsel of bekhoek bevestigd genummerd metalen of kunststof plaatje of genummerd kunststof pijpje of slangetje;

    • k. [Red: vervallen;]

    • l. het vriesbranden bij runderen, paarden en vissen;

  • 3 Het verkorten van de boven- en ondersnavel van eenden wordt aangewezen als ingreep als bedoeld in artikel 40, tweede lid, onderdeel c, van de wet voor de duur van een tijdvak van tien jaar vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit voorzover de ingreep wordt uitgevoerd bij eenden die worden gehouden in een huisvestingssysteem met volledig roostervloer waarvan de gebruiker kan aantonen dat het op het moment van inwerkingtreding van dit besluit reeds bestond en nadien niet is herbouwd of verbouwd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De in artikel 40, tweede lid, onderdeel d, van de wet en de in artikel 2 bedoelde ingrepen worden uitgevoerd op zodanige wijze dat bij het dier niet onnodig pijn of letsel wordt veroorzaakt en het dier niet meer dan nodig is in zijn functioneren wordt belemmerd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De ingrepen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen e, f, g, voor zover het betreft het verkorten van de boven- en ondersnavel bij kippen of kalkoenen die worden gehouden of bestemd zijn om te worden gehouden, in een huisvestingssysteem waarin de dieren zich vrijelijk over de vloer van de stal of op en naar verschillende niveaus binnen de stal kunnen bewegen, dan wel dat voldoet aan artikel 4 van het Legkippenbesluit 2003, en onderdeel h, voor zover het betreft het verwijderen van kammen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor het leggen van eieren bestemd voor de menselijke consumptie, worden aangewezen tot 1 september 2006.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, worden de ingrepen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen g, h en s, aangewezen tot 1 september 2011, voor zover zij worden verricht bij dieren die worden gehouden of aantoonbaar bestemd zijn om te worden gehouden in een huisvestingssysteem waarvan de gebruiker kan aantonen dat het op 1 september 2001 reeds bestond en nadien niet is herbouwd of verbouwd.

  • 3 In afwijking van artikel 2, tweede lid, mag het aantal ingrepen ter identificatie na afloop van een tijdvak van vijf jaar vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, slechts één bedragen indien bij het dier reeds één ingreep ter identificatie verplicht dan wel toegestaan is bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift. Indien reeds twee of meer ingrepen bij of krachtens ander wettelijk voorschrift verplicht of toegestaan zijn, mogen vanaf het voornoemde tijdstip geen ingrepen ter identificatie meer worden verricht.

§ 3. Wijziging andere regelgeving

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

§ 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is voorgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal, en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inwerkingtreding van dit besluit bij wet wordt geregeld.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, kan het tijdstip van inwerkingtreding voor de verschillende artikelen of onderdelen van artikelen verschillend worden vastgesteld.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Ingrepenbesluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage , 25 januari 1996

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de negenentwintigste februari 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager