Controlevoorschriften AOW

Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 28-01-2016.
Geldend van 15-06-2008 t/m heden

Controlevoorschriften AOW

Het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank,

Gelet op artikel 15, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 Dit besluit is van toepassing op:

    • a. de pensioengerechtigde;

    • b. de partner van de pensioengerechtigde;

    • c. de wettelijke vertegenwoordiger van de pensioengerechtigde;

    • d. de instelling waaraan ingevolge artikel 20 AOW ouderdomspensioen wordt uitbetaald.

  • 2 Dit besluit is ook van toepassing als de in het eerste lid bedoelde personen in het buitenland wonen en als de in het eerste lid bedoelde instelling in het buitenland is gevestigd.

Hoofdstuk 2. Verplichtingen

Artikel 3

  • 1 De in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon of instelling stelt de Bank onverwijld in kennis van een wijziging in het adres van de pensioengerechtigde of diens partner.

Artikel 4

  • 1 Op verzoek van de Bank verstrekt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon of instelling binnen de door de Bank gestelde termijn en met gebruikmaking van de door de Bank ter beschikking gestelde formulieren informatie welke van belang kan zijn voor het recht op, de hoogte van of de uitbetaling van het pensioen.

  • 2 Op verzoek van de Bank legt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon of instelling binnen de door de Bank gestelde termijn over:

    • a. een naar waarheid en volledig ingevuld, ondertekend formulier inzake het inkomen van de partner van de pensioengerechtigde, met betrekking tot perioden waarin die partner jonger is dan 65 jaar;

    • b. bewijsstukken van het inkomen van die partner;

    • c. bewijsstukken met betrekking tot het al dan niet voeren van een gezamenlijke huishouding met een partner;

    • d. andere door de Bank gevraagde bewijsstukken welke van belang zijn voor de vaststelling van het recht op, de hoogte van of de uitbetaling van het pensioen.

Artikel 5

  • 1 Op verzoek van de Bank geeft de in artikel 2, eerste lid bedoelde persoon of instelling op een door de Bank vastgesteld tijdstip aan de Bank boeken, documenten en andere informatiedragers ter inzage en stelt deze voor het maken van een kopie ter beschikking.

  • 3 Woont de pensioengerechtigde of diens partner in het buitenland, dan legt de in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon of instelling op verzoek van de Bank op door de Bank vast te stellen tijdstippen een door een bevoegde autoriteit gewaarmerkt levensbewijs van degene die buiten Nederland woont over.

Artikel 6

  • 1 De in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon verschijnt, indien hij in Nederland woont, na een oproep van de Bank op het kantoor van de Bank en verstrekt de gevraagde gegevens.

  • 2 De in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon verschijnt, indien hij buiten Nederland woont, na een oproep van de Bank op een door de Bank te bepalen kantoor en verstrekt de gevraagde gegevens.

Artikel 7

De in artikel 2, eerste lid, bedoelde persoon of instelling maakt controle mogelijk door personen die daarmee door de Bank zijn belast.

Deze regeling wordt in de Staatscourant geplaatst.

Amstelveen, 26 januari 1996

B. de Vries

P.A. Schaafsma