Artikel 3
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit controlevoorschriften ten aanzien van kinderbijslaggerechtigden
van wie het gezin buiten Nederland woont.
Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.
Aldus door het bestuur vastgesteld op 26 januari 1996.
Amstelveen, 26 januari 1996.
B. de Vries, voorzitter.
P.A. Schaafsma, president-directeur.
Controlevoorschriften ten aanzien van AKW-gerechtigden van wie het gezin buiten Nederland
woont
Op grond van artikel 8 van de bij besluit van 12 februari 1993 door het bestuur van
de SVB vastgestelde en door de SVr bij besluit van 17 november 1994 goedgekeurde Controlevoorschriften
AKW, zijn in Nederland en buiten Nederland wonende AKW-gerechtigden verplicht na een
oproep van de SVB op het kantoor van de SVB of op een door de Bank te bepalen kantoor
te verschijnen en de gevraagde gegevens te verstrekken. Voorts zijn de gerechtigden
op grond van artikel 7, lid 2 van de Controlevoorschriften AKW verplicht een geldig identificatiebewijs, zoals bedoeld in de Wet op de identificatieplicht, aan de SVB ter inzage te verstrekken.
De volgende categorieën van kinderbijslaggerechtigden zullen ieder kwartaal door verzending
van een daartoe strekkende oproep verplicht worden om persoonlijk te verschijnen en
zich te identificeren:
-
– de gehuwde of samenwonende kinderbijslaggerechtigde: als zijn (huwelijks)partner buiten
Nederland woont en/of één of meer rechtgevende kinderen buiten Nederland wonen;
-
– de alleenstaande kinderbijslaggerechtigde: als één of meer rechtgevende kinderen buiten
Nederland wonen.
Voor beide categorieën geldt dat oproeping achterwege blijft indien het rechtgevende
kind in Nederland heeft gewoond en vooropgezet tijdelijk in het buitenland verblijft,
bijvoorbeeld om studie- of stageredenen.
Oproeping zal eveneens achterwege blijven ten aanzien van degenen die als grensarbeider
zijn te kwalificeren. Onder een grensarbeider wordt verstaan iemand die in Nederland
werkt en dagelijks of tenminste éénmaal per week terugkeert naar zijn gezin. Voor
grensarbeiders wordt volstaan met de kwartaalsgewijze controle op het voortbestaan
van het dienstverband in Nederland.
Personen die niet zijn te kwalificeren als grensarbeider en verzekerd zijn op grond
van werken zullen geen oproep krijgen om zich ieder kwartaal te melden en te identificeren
indien is gebleken dat de controle op het voortbestaan van de dienstbetrekking feitelijk
goed functioneert en qua betrouwbaarheid niet te wensen overlaat. Of dit laatste zich
voordoet zal door de SVB worden vastgesteld op basis van de omstandigheden van het
geval.
EVectuering van het controlebeleid
Degenen voor wie het controlevoorschrift geldt ontvangen ieder kwartaal persoonlijk
een brief met het verzoek zich voor een bepaalde datum op een door hem/haar te bepalen
tijdstip te melden en te identificeren. In bijzondere gevallen zal dit tijdstip door
de SVB kunnen worden bepaald.
Meldt betrokkene zich niet tijdig dan wordt een herhaalde oproep verzonden. Heeft
betrokkene zich niet gemeld voor de betaaldatum van de kinderbijslag dan wel anderszins
niets van zich laten horen dan wordt de betaling van de kinderbijslag geannuleerd.
Op grond van artikel 18, lid 1, AKW moet de kinderbijslag uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het kwartaal waarover
recht op kinderbijslag bestaat worden betaald. Als de cliënt zich ook niet voor de
laatste dag van het kwartaal, volgend op het kwartaal waarover aanspraak bestaat heeft
gemeld wordt een formele schorsingsbeschikking genomen. De SVB heeft deze bevoegdheid
indien een gerechtigde de controlevoorschriften niet nakomt op grond van artikel 19, onder c, AKW.
Heeft de cliënt zich een kwartaal na schorsing van de kinderbijslag nog niet gemeld
dan wordt het recht op kinderbijslag beëindigd, tenzij er redenen zijn om nog nader
onderzoek te verrichten naar het bestaan van verzekering. Is de verzekering gebaseerd
op ingezetenschap dan vormt de grondslag voor beëindiging het feit dat onvoldoende
is komen vast te staan dat betrokkene ingezetene is dan wel dat niet is komen vast
te staan dat de verzekerde degene is voor wie hij zich uitgeeft. Is de verzekering
gebaseerd op het verrichten van werkzaamheden in Nederland dan is de grondslag voor
beëindiging het feit dat onvoldoende is komen vast te staan dat de dienstbetrekking
nog steeds voortduurt.
Het kan voorkomen dat de cliënt zich meldt nadat de schorsingsbeslissing of de beëindigingsbeslissing
in kracht van gewijsde is gegaan. In dat geval zal slechts door middel van een ex-nunc
beoordeling worden vastgesteld of met ingang van de eerstkomende peildatum de betaling
van de kinderbijslag weer kan worden hervat, respectievelijk of recht op kinderbijslag
bestaat, en zal niet meer worden beoordeeld of met terugwerkende kracht moet worden
teruggekomen op de rechtens onaantastbaar geworden beslissingen. Dit is slechts anders
indien blijkt dat de beslissingen op onjuiste gronden waren genomen zonder dat dit
de cliënt in overwegende mate kan worden verweten. In dat geval wordt de schorsingsbeslissing
met volledig terugwerkende kracht ingetrokken of wordt het recht op kinderbijslag
heropend met een terugwerkende kracht van maximaal een jaar, behoudens een langere
termijn in gevallen van bijzondere hardheid.