Regeling haveninterne projecten

[Regeling vervallen per 01-07-2011.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-07-2008.
Geldend van 03-03-1996 t/m 30-06-2011

Ministeriële regeling met betrekking tot de subsidie-verlening ten behoeve van zeehavenprojecten

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. havenproject:

het geheel van investeringen of voorgenomen investeringen dat strekt tot aanleg, uitbreiding of herstructurering van het terrein van een zeehaven of het aanbrengen van infrastructurele voorzieningen in of op het terrein van een zeehaven;

c. projectkosten:

de totale kosten van de realisering van een havenproject, onder aftrek van de kosten van eventuele grondverwerving, een en ander voor zover deze ten laste van de subsidie-aanvrager zelf komen.

Artikel 2. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Teneinde de ontwikkeling en de uitvoering van havenprojecten te bespoedigen kan de minister, met inachtneming van het bepaalde in deze regeling, subsidie verlenen ten behoeve van een havenproject, indien:

    • a. dit project betrekking heeft op een zeehaven die gelegen is binnen de stedelijke gebieden van Amsterdam of Rotterdam, in het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied of in het Rijnmondgebied,

    • b. de werkzaamheden zijn of worden gestart na 1 januari 1995, en

    • c. de geraamde projectkosten minimaal f 5.000.000,- bedragen.

  • 2 Uitsluitend de havenprojecten waarvan de uitvoering bijdraagt aan de realisering van de beleidsdoelstellingen van het zeehavenbeleid zoals verwoord in het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer en de Voortgangsnota Zeehavenbeleid, komen voor subsidieverlening in aanmerking.

Artikel 3. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Openbare lichamen, belast met het beheer van een of meer zeehavens in de in artikel 2, eerste lid, genoemde gebieden of naamloze vennootschappen waarin een of meer van deze openbare lichamen deelnemen, kunnen ter verkrijging van subsidie een aanvraag indienen bij de minister.

  • 2 De aanvraag vindt plaats bij de Minister door indiening van een aanvraagformulier, waarvan een model als bijlage bij deze regeling is opgenomen.

Artikel 4. Subsidiebudget en subsidiehoogte

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Het budget dat voor het toekennen van subsidies ingevolge deze regeling beschikbaar is, is gelijk aan het totaal van de bedragen die in de begrotingen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat van de jaren 1996 tot en met 1999 daarvoor beschikbaar worden gesteld op artikel 05.32.

  • 2 De subsidie bestaat uit een vergoeding van de subsidiabele onderdelen van het havenproject, tot een maximum van 20% van de projectkosten.

  • 3 Tot de subsidiabele onderdelen, bedoeld in het tweede lid, behoren:

    • a. de kosten van werken in de havens zelf, met inbegrip van:

      • -

        het graven van havenbekkens en het aanleggen van kades;

      • -

        het opruimen van milieuverontreiniging;

      • -

        landaanwinning, exclusief het bouwrijp maken van de grond;

      • -

        baggeroperaties;

      • -

        de installatie van nutsaansluitingen;

    • b. de kosten van aanleg van openbare landtransportvoorzieningen, met inbegrip van wegen en spoorwegen binnen het terrein waar het havenproject wordt gerealiseerd;

    • c. de kosten van aanleg van korte verbindingen met het openbare spoorwegen-, vaarwegen- of wegennet;

    • d. bouwrente;

    • e. de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht, tot een maximum van 10% van de kosten, genoemd onder a, b en c.

  • 4 De kosten, bedoeld in het derde lid, zijn exclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting.

  • 5 De bouwrente, bedoeld in het derde lid, onderdeel d, is gelijk aan de rente van de meest recente staatslening op het moment van gunning van het werk. Het bedrag en de termijn waarover de bouwrente vergoed wordt, behoeft de goedkeuring van de minister.

  • 6 Indien ten behoeve van het havenproject financiële steun uit andere hoofde dan deze regeling is verleend dan wel daarop aanspraak bestaat, wordt de subsidie, die is vastgesteld ingevolge het tweede lid, in afwijking van het bepaalde in dit lid, zodanig verlaagd dat de totale subsidie niet meer dan 50% van de projectkosten bedraagt.

Artikel 5. Beslissing op de aanvraag

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De minister beslist op de aanvraag binnen vier maanden na ontvangst.

  • 2 Het budget, bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt verdeeld in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld ten aanzien van de verdeling als datum van ontvangst geldt.

  • 3 De minister kan de aanvraag afwijzen indien:

    • a. deze onjuiste of onvolledige gegevens bevat en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beslissing op de aanvraag zou hebben geleid;

    • b. het havenproject nog niet uitvoeringsgereed is op grond van de stand van zaken met betrekking tot:

      • -

        de bestuurlijke besluitvorming;

      • -

        de benodigde vergunningen;

      • -

        eventuele planologische procedures;

      • -

        de financiering.

  • 4 De aanvraag wordt in elk geval afgewezen:

    • a. indien het havenproject waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van de minister niet voldoet aan artikel 2;

    • b. voor het gedeelte waarmee het subsidiebudget door verstrekking van de subsidie zou worden overschreden of indien het budget is uitgeput;

    • c. indien de beschikking, waarbij de Europese Commissie ingevolge artikel 93, tweede lid, EG-Verdrag heeft vastgesteld dat het voornemen tot subsidieverlening een steunmaatregel is die niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, onherroepelijk is geworden;

    • d. gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de activiteiten niet of niet geheel uitgevoerd zullen worden.

Artikel 6. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De beschikking tot subsidieverlening vermeldt:

    • a. een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

    • b. de geschatte projectkosten;

    • c. de onderdelen van het project die als subsidiabel zijn aangemerkt en de geschatte kosten hiervan;

    • d. het voorlopige subsidiebedrag en de wijze waarop dit is vastgesteld;

    • e. het kasschema, bedoeld in het tweede lid.

  • 2 Van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt 80% bij wijze van voorschot uitbetaald volgens een aan het beschikbare budget, aan de in enig begrotingsjaar beschikbare kasruimte en aan het tijdstip van de aanvang van de projectwerkzaamheden gerelateerd kasschema. Van dit kasschema kan bij de uitbetaling in voor de subsidie-ontvanger gunstige zin worden afgeweken. Het resterende deel van het in het eerste lid, onder d, bedoelde bedrag wordt verrekend met de eindafrekening, bedoeld in artikel 9, tweede en derde lid.

  • 3 Voor zover het voornemen tot subsidieverlening mogelijkerwijze geheel of gedeeltelijk valt binnen het bereik van artikel 92 van het EG-Verdrag, wordt het aangemeld bij de Europese Commissie overeenkomstig artikel 93, derde lid, van het EG-Verdrag. In afwijking van artikel 5, eerste lid, zal in dat geval de beslissing tot subsidieverlening ten aanzien van het overeenkomstige gedeelte van de aanvraag worden opgeschort totdat de procedure ingevolge artikel 93, derde lid, van het EG-Verdrag, en eventueel, tweede lid, is afgerond. De minister doet van de opschorting onverwijld mededeling aan de aanvrager.

  • 4 Aan de subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot de uitvoering van het havenproject. Aan de subsidieverlening worden in elk geval verplichtingen verbonden indien zulks noodzakelijk is om de goedkeuring van de Europese Commissie te verkrijgen.

Artikel 7. Verslaglegging

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De subsidie-ontvanger die een wijziging aanbrengt in het havenproject of afziet van het project of van een onderdeel daarvan, deelt dit onverwijld mee aan de minister.

  • 2 Onverminderd het eerste lid legt de subsidie-ontvanger gedurende de looptijd van het havenproject jaarlijks binnen twee maanden na het einde van het kalenderjaar een voortgangsrapportage over, waarin zijn opgenomen:

    • a. een beschrijving van de in het desbetreffende kalenderjaar uitgevoerde activiteiten en de per activiteit verrichte uitgaven;

    • b. een planning van de in het kader van het project nog uit te voeren activiteiten en de nog te verwachten uitgaven.

  • 3 Onverminderd het eerste en tweede lid legt de subsidie-ontvanger binnen vier maanden na de voltooiing van het havenproject een financiële verantwoording over betreffende de uitvoering van het totale project. Deze verantwoording dient te zijn voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De minister kan een controle-protocol voorschrijven dat door de accountant gehanteerd wordt.

  • 4 De minister kan een zelfstandig onderzoek laten verrichten naar de naleving van de meldings- en rapportageplicht, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid. Daartoe wijst hij een of meer deskundigen op het gebied van financieel-administratieve controle aan. De subsidie-ontvanger is verplicht aan deze deskundigen alle medewerking te verlenen die nodig is voor dit onderzoek.

  • 5 De minister kan voorts onderzoek laten verrichten naar de voortgang van het havenproject op het terrein waar de uitvoering van de werkzaamheden plaatsvindt.

Artikel 8. Wijziging en intrekking subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Zolang de subsidie niet definitief is vastgesteld, kan de subsidieverlening worden ingetrokken of ten nadele van de subsidie-ontvanger worden gewijzigd, indien:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b. de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c. de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten;

    • e. de subsidie-ontvanger in surséance van betaling verkeert of failliet wordt verklaard.

  • 2 De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3 Onverschuldigd betaalde voorschotten worden teruggevorderd.

Artikel 9. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Binnen zes maanden nadat de subsidie-ontvanger de gegevens, bedoeld in artikel 7, derde lid, heeft overgelegd, wordt het bedrag van de subsidie definitief vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

  • 2 Indien uit de gegevens die op grond van artikel 7, derde lid, zijn overgelegd blijkt dat de werkelijke kosten van de subsidiabele onderdelen van het project, de werkelijke projectkosten of beide lager zijn dan was vermeld in de beschikking tot subsidieverlening, wordt - indien nodig - het voorlopige subsidiebedrag, vermeld in de beschikking tot subsidieverlening, zodanig verlaagd dat de subsidie bestaat uit een vergoeding van de werkelijke kosten van de subsidiabele onderdelen van het havenproject tot een maximum van 20% van de werkelijke projectkosten. Het definitieve subsidiebedrag is niet hoger dan het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde subsidiebedrag.

  • 3 Indien het definitieve subsidiebedrag hoger is dan hetgeen reeds als voorschot ingevolge artikel 6, tweede lid, is uitbetaald, wordt het meerdere uitbetaald volgens een aan het beschikbare budget en aan de in enig begrotingsjaar beschikbare kasruimte gerelateerd kasschema. Van dit kasschema kan bij de uitbetaling in voor de subsidie-ontvanger gunstige zin worden afgeweken.

  • 4 Indien het definitieve subsidiebe-drag lager is dan hetgeen reeds als voorschot ingevolge artikel 6, tweede lid, is uitbetaald, wordt het teveel uitbetaalde teruggevorderd.

  • 5 De beschikking tot subsidievaststelling vermeldt in elk geval:

    • a. de definitieve projectkosten;

    • b. de onderdelen van het project die als subsidiabel zijn aangemerkt en de definitieve kosten hiervan;

    • c. het subsidiebedrag en de wijze waarop dit is vastgesteld;

    • d. het kasschema, bedoeld in het derde lid, dan wel de termijn waarbinnen de terugbetaling, bedoeld in het vierde lid, dient plaats te vinden.

Artikel 10. Wijziging en intrekking subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De subsidievaststelling kan worden ingetrokken of ten

    nadele van de subsidie-ontvanger worden gewijzigd:

    • a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan de minister bij de subsidievaststelling redelijkerwijze niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

    • b. indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • c. indien de subsidie-ontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3 Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen worden teruggevorderd.

Artikel 11. Mededeling omtrent de aanvragen

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De minister kan besluiten dat aanvragen niet langer kunnen worden ingediend indien de som van de op basis van deze regeling aangegane financiële verplichtingen het totaal van de bedragen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, overschrijdt. Hij geeft van dit besluit kennis in de Staatscourant.

  • 2 De minister kan, na een besluit als bedoeld in het eerste lid, besluiten dat aanvragen wederom kunnen worden ingediend, indien dit ingevolge een wijziging in de bedragen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, of een wijziging in de som van de op basis van deze regeling aangegane financiële verplichtingen mogelijk is. Hij geeft hiervan kennis in de Staatscourant.

Artikel 12. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling haveninterne projecten.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 februari 1995

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink