Wet van 29 februari 1996, houdende regels ter bevordering van de medezeggenschap van
de cliënten van uit collectieve middelen gefinancierde zorgaanbieders op het terrein
van de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is wettelijke regels te stellen
ter bevordering van de medezeggenschap van de cliënten van uit collectieve middelen
gefinancierde instellingen op het terrein van de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: