Regeling aanwijzing besmettelijke dierziekten

[Regeling vervallen per 26-06-2005.]
Geraadpleegd op 15-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2016.
Geldend van 04-08-2004 t/m 25-06-2005

Regeling aanwijzing besmettelijke dierziekten

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op Richtlijn nr. 78/52/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1977 tot vaststelling van de communautaire criteria voor de nationale programma’s voor de versnelde uitroeiing van brucellose, tuberculose en endemische leukose bij runderen (PbEG 1978, L 15), Richtlijn nr. 80/217/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 1980 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 47), Richtlijn nr. 82/894/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap (PbEG L 378), Richtlijn nr. 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315), Beschikking nr. 90/424/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PbEG L 224), Richtlijn nr. 90/426/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (PbEG L 224), Richtlijn nr. 91/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PbEG L 46), Richtlijn nr. 92/35/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1992 tot vaststelling van controlevoorschriften en van maatregelen ter bestrijding van paardepest (PbEG L 157), Richtlijn nr. 92/40/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167), Richtlijn nr. 92/66/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (PbEG L 260), Richtlijn nr. 92/117/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zoönoses en bepaalde zoönoseverwekkers bij dieren en in produkten van dierlijke oorsprong ten einde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen (PbEG 1993, L 62), Richtlijn nr. 92/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van vesiculaire varkensziekte (PbEG 1993, L 62) en Richtlijn nr. 93/53/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1993 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten (PbEG L 175);

Gelet op de artikelen 15, 100 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Gezien het advies van de Raad voor dierenaangelegenheden, het Landbouwschap, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, het Produktschap Vee en Vlees, het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Bedrijfschap voor de Handel in Vee en het Bedrijfschap voor de Pluimveehandel en -industrie;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1

In deze regeling wordt verstaan onder wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 10b wordt onder abortus verstaan: het spontaan meer dan 21 dagen eerder dan de gemiddelde draagtijd van het desbetreffende runderras ter wereld brengen van een vrucht of vruchten door een rund, ingeval de dracht meer dan 100 dagen heeft geduurd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 15 van de wet worden bij vee aangewezen:

  • a. runderpest;

  • b. mond- en klauwzeer;

  • c. klassieke varkenspest;

  • d. Afrikaanse varkenspest;

  • e. rabies;

  • f. dourine;

  • g. kwade droes;

  • h. virale paardenencefalomyelitiden;

  • i. infectieuze anemie;

  • j. miltvuur;

  • k. Afrikaanse paardepest;

  • l. vesiculaire stomatitis;

  • m. trichinellose;

  • n. brucellose;

  • o. endemische leukose bij runderen;

  • p. tuberculose ten gevolge van M. bovis;

  • q. tuberculose ten gevolge van M. tuberculosis;

  • r. bovine spongiforme encefalopathie, scrapie en andere overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s);

  • s. besmettelijke bovine pleuropneumonie;

  • t. Teschener-ziekte (besmettelijke varkensverlamming);

  • u. vesiculaire varkensziekte;

  • v. ziekte van Aujeszky;

  • w. blue tongue;

  • x. pest van de kleine herkauwer;

  • y. Rift Valley koorts;

  • z. schape- en geitepokken;

  • aa. nodulaire dermatose (lumpy skin disease) en

  • bb. enzoötische hemorraghische ziekte bij herten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 15 van de wet worden bij pluimvee aangewezen:

  • a. vogelpest (aviaire influenza) en

  • b. pseudo-vogelpest (Newcastle disease).

Artikel 4

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekte als bedoeld in artikel 15 van de wet wordt bij bijen aangewezen:

  • a. Amerikaans vuilbroed;

  • b. kleine bijenkastkever (Aethina tumida) en

  • c. Tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp).

Artikel 5

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 15 van de wet worden bij nertsen aangewezen:

  • a. rabies;

  • b. ziekte van Aujeszky;

  • c. overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s);

  • d. brucellose;

  • e. tuberculose en;

  • f. miltvuur.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 15 van de wet worden bij zoogdieren niet zijnde vee en nertsen aangewezen:

  • a. rabies;

  • b. mond- en klauwzeer;

  • c. vesiculaire stomatitis;

  • d. ziekte van Aujeszky;

  • e. overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s);

  • f. brucellose;

  • g. tuberculose;

  • h. hemorragische koortsen, Ebola en Marburg, veroorzaakt door virussen van de familie Filoviridae;

  • i. simian immunodeficiency virusinfecties;

  • j. tularaemie;

  • k. miltvuur en

  • l. apenpokken.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 15 van de wet worden bij andere vogels dan pluimvee aangewezen:

  • a. psittacose;

  • b. pseudo-vogelpest (Newcastle disease) en

  • c. vogelpest (aviaire influenza).

Artikel 8

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 15 van de wet worden bij beenvissen aangewezen:

  • a. infectieuze zalmanemie;

  • b. infectieuze hematopoïetische necrose en

  • c. virale hemorragische septikemie.

Artikel 8a

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 15 van de wet worden bij tweekleppigen aangewezen:

  • a. bonamiosis veroorzaakt door Bonamia ostreae, Bonamia exitiosus of Mikrocytos roughleyi;

  • b. marteiliosis veroorzaakt door Marteilia refringens of door Marteilia sidneyi;

  • c. haplosporidiosis veroorzaakt door Haplosporidium nelsoni of door Haplosporidium costale;

  • d. perkinosis veroorzaakt door Perkinsus marinus, Perkinsus olseni of Perkinsus atlanticus;

  • e. microcytosis veroorzaakt door Mikrocytos mackini;

  • f. verwelkingssyndroom bij zeeoren veroorzaakt door Candidatus Xenohaliotis californiensis.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Als besmettelijke dierziekten als bedoeld in artikel 100 van de wet worden aangewezen:

  • a. salmonellose;

  • b. campylobacteriose;

  • c. listeriose;

  • d. toxoplasmose;

  • e. echinococcose;

  • f. yersiniose;

  • g. leptospirose ten gevolge van Leptospira hardjo en

  • h. zwoegerziekte.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Aan de houder van een dier wordt vrijstelling verleend van de kennisgeving van het feit dat dat dier verschijnselen vertoont van ziekte van Aujeszky, bedoeld in artikel 19 van de wet, indien wordt voldaan aan het tweede en derde lid.

  • 2 Indien een dier verschijnselen van de ziekte van Aujeszky vertoont of indien de sterfte van varkens op een bedrijf bepaalde waarden overschrijdt zoals omschreven in bijlage I, stuurt de houder verdacht materiaal naar de regionale gezondheidsdienst voor dieren.

  • 3 Indien de verdenking van een klinische uitbraak als bedoeld in het tweede lid wordt bevestigd door de regionale gezondheidsdienst voor dieren met een daartoe geëigende onderzoeksmethode, geeft de houder van het dier kennis van de ziekte van Aujeszky aan de ambtenaar bedoeld in artikel 114, tweede lid, van de wet.

  • 4 De vrijstelling is van overeenkomstige toepassing op de kennisgeving door de dierenarts, bedoeld in artikel 100 van de wet, van de ziekte van Aujeszky, met dien verstande dat hij van de bevestiging door de regionale gezondheidsdienst van dieren tevens kennis geeft aan de ambtenaar bedoeld in artikel 114, tweede lid, van de wet.

Artikel 10a

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Een melding als bedoeld in artikel 100 van de wet vindt voor BSE in ieder geval plaats bij runderen ouder dan twintig maanden, die gedragsstoornissen of neurologische symptomen vertonen en waarbij de ziekte op grond van een reactie op een behandeling of op grond van een laboratoriumonderzoek niet kan worden uitgesloten.

  • 2 Een melding als bedoeld in artikel 100 van de wet vindt voor scrapie in ieder geval plaats bij schapen en geiten ouder dan twaalf maanden, die gedragsstoornissen of neurologische symptomen vertonen en waarbij de ziekte op grond van een reactie op een behandeling of op grond van een laboratorium-onderzoek niet kan worden uitgesloten.

Artikel 10b

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Voor zover een rund abortus vertoont, wordt aan de houder van dit rund vrijstelling verleend van de kennisgeving van dit verschijnsel van brucellose, bedoeld in artikel 19 van de wet, indien voldaan wordt aan het tweede en derde lid.

  • 2 Indien een rund abortus vertoont, stuurt de houder binnen 7 dagen na de abortus een door een dierenarts bij dit rund genomen bloedmonster aan een door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aangewezen laboratorium ten behoeve van overeenkomstig bijlage C van richtlijn nr. 64/432/EEG uit te voeren serologisch onderzoek.

  • 3 Zodra de houder ervan op de hoogte is gesteld dat de abortus blijkens het in het tweede lid bedoelde onderzoek vermoedelijk aan brucellose te wijten is, geeft de houder terstond kennis van dit vermoeden aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 114, tweede lid, van de wet.

  • 4

De vrijstelling is van overeenkomstige toepassing op de in artikel 100 van de wet bedoelde kennisgeving van brucellose bij een rund door de dierenarts.

Artikel 10c

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De termijn, bedoeld in artikel 3, laatste onderdeel oo, van het Besluit verdachte dieren is:

  • a. bij TSE’s bij schapen en geiten 20 jaar;

  • b. bij bonamiosis veroorzaakt door Bonamia exitiosus of Mikrocytos roughleyi 3 maanden;

  • c. bij perkinosis veroorzaakt door Perkinsus atlanticus 3 maanden;

  • d. bij het verwelkingssyndroom bij zeeoren veroorzaakt door Candidatus Xenohaliotis californiensis 8 maanden.

Artikel 10d

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De termijn, bedoeld in artikel 5, eerste lid, laatste onderdeel mm, van het Besluit verdachte dieren is:

  • a. bij TSE’s bij schapen en geiten 4 maanden;

  • b. bij bonamiosis veroorzaakt door Bonamia exitiosus of Mikrocytos roughleyi 3 maanden;

  • c. bij perkinosis veroorzaakt door Perkinsus atlanticus 3 maanden;

  • d. bij het verwelkingssyndroom bij zeeoren veroorzaakt door Candidatus Xenohaliotis californiensis 8 maanden.

Artikel 10e

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling berust mede op verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 (PbEG L147) houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopatieën, richtlijn nr. 95/70/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1995 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen ter bestrijding van bepaalde ziekten van tweekleppige weekdieren (PbEG L 332) en de artikelen 3 en 5 van het Besluit verdachte dieren.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Red: Wijzigt de Regeling aanwijzing besmettelijke dierziekten bij vee, de Regeling meldingsplicht visziekten en de Regeling vervoersverbod bij paardepest.]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop het Besluit aanwijzing diersoorten besmettelijke dierziekten in werking treedt.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing besmettelijke dierziekten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 maart 1996

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J.J. van Aartsen

Bijlage I

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Van verschijnselen van de ziekte van Aujeszky zal sprake zijn indien ten minste:

  • a. zeugen koortsig zijn, geen voer opnemen en abortus vertonen;

  • b. zuigende biggen koortsig zijn, speekselen en fietsbewegingen maken ten gevolge van de aantasting van het centrale zenuwstelsel, waarna meerdere biggen sterven;

  • c. vleesvarkens koortsig zijn, geen voer opnemen en hoesten of d. een of meer dieren, anders dan varkens, sterven na hoge koorts en hevige jeuk.

en indien: Sterfte onder varkens op een bedrijf binnen een periode van 30 dagen de volgende waarden overschrijdt:

  • a. 3% van het aantal gemiddeld in de bedoelde periode aanwezige zeugen of beren;

  • b. 20% van het aantal levend geboren biggen in de zoogperiode of

  • c. 5% van het aantal overige varkens.